Feeds:
Berichten
Reacties

Posts Tagged ‘Tekstbureau Kim in de pen’

De afgelopen week was de mijnheer hier in huis letterlijk de mijnheer hier in huis: net zoals de meeste Nederlanders werkte hij thuis. Dat verliep vrij soepel: ’s morgens werkte ik op mijn gebruikelijke werkplek en na de lunch van vegan tosti’s stond ik mijn stoel af aan de mijnheer die ’s morgens op de bank had zitten werken.
Het enige wat nog een beetje wennen was is het feit dat de mijnheer soms ogenschijnlijk in het luchtledige gaat zitten praten. In het begin vroeg ik nog met regelmaat ‘wat zeg je?’ maar inmiddels weet ik dat hij in negen van de tien gevallen met collega’s aan het praten is. Meestal gaat het dan over platforms en data maar een paar dagen geleden hoorde ik ineens iets over baarden. En dan spits ik mijn oren, want kom niet aan de baard. Ik hoor de mijnheer iets zeggen over ziektekiemen of bacteriën in baarden en dat die in tijden van het covid-19 virus misschien maar afgeschoren moeten worden.
Nou, ik kan vast verklappen dat het thuiswerken dan een stuk minder gezellig gaat worden… Dus toen het tosti-tijd was vroeg ik de mijnheer waar dat gesprek nou over ging. ‘Oh, ja dat was een gesprek van allemaal mannen met baarden onderling, mijn collega’s.’
‘Ik wist niet dat Jan, Pier, Tjoris en Corneel jouw collega’s waren.’
‘Wie?’

Read Full Post »

Een vriendin deelde op Facebook een schattig filmpje van een meisje met het Syndroom van Down dat iedereen opriep om op 21 maart, World Down Syndrome Day, odd socks te dragen. ‘Snel gekke sokken kopen’ schreef vriendin erbij. Maar dat hoeft dus niet. Het woord odd heeft in deze context namelijk niet de betekenis ‘gek’ of ‘raar’.
Als iemand, op een voorval of opmerking, reageert met ‘That’s odd’, dan kun je dat inderdaad vertalen met ‘Dat is raar’ of ‘Dat is apart’. Maar in de woordcombinatie an odd pair, worden er twee dingen bedoeld die niet hetzelfde zijn. Als je bijvoorbeeld met memory in je ene hand het kaartje met de chocoladeletter hebt en in de andere de gaper (we hadden thuis Holland Memory), dat is een odd pair en dan moet je ze dus terugleggen (memory heet in het Engels trouwens pairs).
Op 21 maart kun je dus gewoon hele saaie sokken dragen: als je aan de ene voet een rode en aan de andere een blauwe doet draag je al een odd pair. Een sáái odd pair, maar toch.
Ik ben er dan ook absoluut vóór om gekke sokken te kopen. Zo heb ik een paar in Engeland gekocht met kleine pepertjes erop waarvan er eentje zegt ‘I’m a little chilly’, die kan om mijn rechtervoet en dan draag ik links een sok met daarop een pakje sojasaus dat zegt ‘I’m soy into you’.
Want odd kan altijd odder.

Read Full Post »

Er is een reden waarom Vincent van Gogh zijn werk steevast signeerde met alleen zijn voornaam: hij wist heel goed dat buitenlanders ‘Van Gogh’ niet uit konden spreken. En misschien ook wel dat ze dénken dat ze het wel kunnen. Zelf raak ik steevast in de war als ik op Facebook allemaal memes of woordgrappen tegenkom die uit gaan van het feit dat ‘Van Gogh’ moet worden uitgesproken als van go (als in Engels voor busje ga).
Ik vind ze vervolgens ook niet grappig want ze zijn gebaseerd op een feitelijke onjuistheid en houden domheid in stand. Bovendien heeft de goede man nog zó zijn best gedaan om dit soort dingen te voorkomen (hij was een visionair, hij wist dat er ooit memes gemaakt zouden worden).
Toen ik een naam moest verzinnen voor mijn tekstbureau wilde ik doen wat Vincent ook deed, en wel om dezelfde reden: neem alleen je voornaam, je achternaam is te moeilijk. Bij mij niet alleen omdat mijn achternaam moeilijk uit te spreken is voor buitenlanders, maar ook omdat het lastig onthouden is. Daarom zet ik onder de stukjes die ik schrijf niet mijn voor- en achternaam, maar gewoon ‘Kim in de pen’.
Helaas is dat misgegaan bij een artikel voor Dierenpraktijken, daar staat dus mijn naam bij, en niet die van mijn bedrijf. Nu verwacht ik geen memes die niet kloppen omdat ze zijn gebaseerd op een verkeerde aanname, maar ik denk ook niet dat iemand mijn naam gaat onthouden…

Read Full Post »

Er zijn op Facebook meerdere groepjes voor leesfanaten. Helaas is de tendens in bijna allemaal hetzelfde: het gros leest de thrillers die iedereen leest. Het liefst plaatsen ze dan een foto van het omslag van zo’n boek met een kinderversjes-titel en schrijven er dan bij ‘ik ga nu beginnen aan deze iemand al gelezen’ (zonder interpunctie inderdaad).
Ehm…ja, Jolanda, bijna iedereen hier, scroll maar door de tijdlijn. Maar in één groepje ontstond er iets vermakelijks: mensen begonnen hun ergernis te uiten over taalfouten in boeken. En dat vond ik wel interessant want ik stoor me daar ook aan. Alleen was er één vrouw die pissig werd omdat het in een boek ‘het krat’ stond… Ook na herhaalde opmerkingen dat dat toch echt correct was, bleef ze erbij dat het ‘voor haar gevoel’ toch echt ‘de’ moest zijn. Ok, duidelijk argument, ik denk dat ik met die vrouw de pietendiscussie maar niet aan ga.
Een dag later verscheen er een bericht van het beheer, ze zouden posts over fouten in boeken voortaan gaan verwijderen. ‘Als je je eraan irriteert moet je maar contact opnemen met de uitgever’. Er volgde veel bijval, ‘want het moest wel gezellig blijven’. Ergens kritisch op zijn is blijkbaar niet gezellig, maar een serie slecht geschreven moorden wel?
En ik kon het niet laten, ik schreef ‘dan mag ik zeker ook niet schrijven dat het ‘ergert’ moet zijn?’
Ze begreep het niet. ‘Wat is erger,’ vroeg ze. Dus ik legde het even uit: het moet zijn, ‘als je je eraan ergert’ of ‘als het je irriteert’.
En toen was de beer los. Ik had het blijkbaar niet begrepen. Jawel hoor. En ik zou iemand zijn die alles opzoekt in het Groene Boekje (nee hoor, ten eerste is dat voor spelling en niet voor grammatica en ten tweede hoef ik het meeste niet op te zoeken).
Blijkbaar ergerden ze zich eraan dat slordig taalgebruik mij irriteert. 

Read Full Post »

‘Oh ja, dit is weer nieuw…’, zegt de mijnheer. Aan zijn toon hoor ik dat hij hoop dat dit nieuwe snel dezelfde kant op gaat als ‘toppie joppie’ en ‘goeiesmorgens’, namelijk het verdomhoekje van de taal in. Via What’s app heeft hij overleg met een collega over de stoelen in het vliegtuig dat ze binnenkort gaan nemen.
De collega beweert dat de middelste rij in het vliegtuig uit drie stoelen bestaat. De mijnheer zegt dat het er vier zijn en voegt een fotootje bij ter illustratie.
‘Eens!’ reageert de collega.
Dat is niet eens een zin, dat ‘eens’. Eens! Wat eens? Eens gegeven blijft gegeven? Eens maar nooit weer?
Waarschijnlijk bedoelt hij ‘ik ben het met je eens’, maar dat klopt niet. Je kunt het niet eens zijn met een feit. Als ik zeg ‘Haarlem is de hoofdstad van Noord-Holland’, dan is ‘ik ben het met je eens’ een hele rare reactie want het is logischerwijs onmogelijk om het ermee oneens te zijn.
Volgens mij is dat ‘eens’ een soort ‘oh ja, je hebt gelijk’ voor mensen die er egotechnisch niet toe in staat zijn om dat te schrijven of te typen.
Wie het daarmee eens is mag zijn vinger opsteken of gewoon ‘eens!’ typen, dat is in dit verband namelijk wel taalkundig correct. 

Read Full Post »

Het was weekend en de mijnheer en ik kochten een mezenbollenhouder in het tuincentrum. Je moet toch wat. Ik had wel een houder maar die was van plastic en bij tijd en wijle vloog een ekster ermee weg om hem achterin de tuin in de vlinderstruik te dumpen.
De nieuwe is van metaal en er kunnen veel meer bollen in. Mézenbollen. Niet dat de ekster zich daar iets van aan gaat trekken, vermoed ik.
Op de verpakking stond een totaal overbodige gebruiksaanwijzing (klepje open doen en van boven af vullen, revolutionair, daar was ik nooit zelf op gekomen) en ook nog een tip: ‘Zorg dat uw mezenbollenhouder dagelijks gevuld is, op deze manier blijven de vogels, welke uw mezenbollenhouder eenmaal hebben ontdekt, terugkomen naar deze voederplaats’.
Welke volgels?
Wie heeft dat stuk geschreven?  Een miskende dichter die zat weg te kwijnen op een zolderkamertje en uit nood voor één dag in de week zijn ziel aan de commercie verkoopt?
En wat zegt ie dan als je vraagt of zijn werk leuk is? ‘Welk een genot is het te mogen delibereren over voederplaatsen voor gevederde vrienden’, zoiets?
Mag het gebruik van welke als betrekkelijk voornaamwoord alsjeblieft heel snel verwelken?
Ik moest denken aan de strip-kat Heinz die ooit een paar bladzijdes lang op een kinderdagverblijf werkte. In één van de strips stond een peuter plaatjeslang in een hoek naar een plant te wijzen terwijl het ‘die, die, die!’ zei. ‘Wat nou, die?’, vroeg Heinz.
‘Die groen-geel gevlekte manchetbegonia, die!’, zei het kind.
Prima woord, dat ‘die’. 

Read Full Post »

Mijn meest recente column voor Dierenpraktijken, over puppygedrag als je al zeven bent, lees je hier: 2018-11-30_0520.

Read Full Post »

‘Ze had ervoor kunnen kiezen om slachtoffer te zijn’ stond er als kop boven een artikel van de Volkskrant over Nobelprijswinnaar Nadia Murad. Daar lijkt me van alles mee mis. Niemand kiest ervoor om slachtoffer te zijn. Er gaat geen enkel oud dametje elke avond de straat op  met een tas losjes bungelend aan een arm omdat ze zo graag het slachtoffer wil worden van een tasjesdief. Wordt er dan wel zo gesproken over slachtoffers van seksueel misbruik?
Nadia Murad werd op 21-jarige leeftijd ontvoerd door Daesh (IS) en seksueel misbruikt. Daar heeft ze op geen enkele manier voor gekozen.
En dan kun je misschien zeggen ‘ja maar ze bedoelen dat ze méér is geworden dan alleen slachtoffer’ of ‘Ze is niet in de slachtofferrol gekropen’, maar ook dat is maar voor een klein deel een keuze. Of een traumatische gebeurtenis een verlammende invloed heeft op de rest van je leven is voor een deel afhankelijk van je karakter en voor een deel van externe factoren (zoals je sociale vangnet).
Het woord ‘slachtoffer’ wordt steeds vaker negatief gebruikt. Gebruikt om iemand weg te zetten als aansteller. En dat maakt me zó boos. Terwijl slachtoffer niets anders betekent dan ‘persoon die een schokkende gebeurtenis heeft meegemaakt en daar mentale of fysieke schade bij heeft opgelopen’. Vaak zijn de slachtoffers buiten hun wens betrokken geraakt bij de gebeurtenis.
Wie zou daar in vredesnaam voor kiezen? 

Nadia Murad had kunnen kiezen om te zwijgen, dat is het enige waar ze een keuze in heeft gehad. Ze heeft gekozen om haar stem te laten horen, en dat is lovenswaardig. Maar het is niet iedereen gegeven. En het ene slachtoffer zou zich daarom niet minder moeten voelen dan een ander. Sommigen hebben meer tijd nodig. Of hulp nodig. En dat is niets om je voor te schamen en niemand zou je het gevoel moeten geven dat je ‘in de slachtofferrol kruipt’. En dát had de krant moeten schrijven.

Read Full Post »

Een grote groep witte mensen houdt niet van verwarring. Dingen moeten blijven zoals ze waren (piet moet zwart blijven) want anders worden ze boos en gaan ze mensen die wél voor verandering pleiten uitschelden voor landverraders en bruinhemden (dat vind ik zelf dan weer verwarrend want de roepers zijn zelf net zo rechts als de nazi’s).
Dat heeft Seada Nourhussen, hoofdredacteur van het tijdschrift One World, geweten. In het meest recente nummer schrijft ze dat het tijdschrift een aantal termen niet meer zal gebruiken in artikelen. Termen als ‘lokale bevolking’ of ‘lokale taal’ of ‘stam’. Ik zou in een stukje over mijn echtgenoot ook niet schrijven dat hij van moederskant afstamt van de Friese stam en de lokale taal spreekt. Hij is deels Fries en spreekt Nederlands als hij in Nederland is. Volkomen logisch dus om op dezelfde manier te schrijven over mensen die buiten Europa woonachtig zijn.
Maar daar was niet iedereen het mee eens, volgens sommige columnisten getuigde het inzicht van One World van ‘een staaltje morele zelfgenoegzaamheid’ (ja, het was een man die dat schreef).

Seada Nourhussen schreef ook dat in veel uitdrukkingen die dagelijks gebruikt worden stelselmatig de helft van de bevolking over het hoofd gezien wordt: ‘kom op jongens, aan de slag’ en ‘wat moet ik koken voor dertig man’, geeft ze als voorbeeld. Zelf zeg ik met regelmaat dingen als ‘er is geen mens over boord’ of ‘ik sta mijn mensje wel’ en dat wordt vaak zonder morren geaccepteerd, maar toen ik als 15-jarige ooit eens zei dat mijn vriendje ‘een heel lief maar beetje dom blondje’ was, werd me te verstaan gegeven dat ik dat niet mocht zeggen omdat een dom blondje een vrouw was.
‘Zolang ik geen boete krijg van de taalpolitie blijf ik dat gewoon zeggen want die regel heb ik nergens ooit gelezen’, was mijn antwoord. Stel je voor hoe ze hadden gereageerd als ik hem had omschreven als ‘de lokale taal sprekend en opgegroeid binnen de inheemse groep die zich ‘protestant’ noemt.
Een paar jaar later zei ik over een vriendje ‘ik kan erg met them lachen maar hij is wel een beetje een slet’. De toehoorder trok even een wenkbrauw op (geen idee of dat over de boodschap of de woordkeuze ging) maar accepteerde mijn creatieve taalgebruik.

Veel boeken hebben op de eerste bladzijde een disclaimer met de volgende strekking: ‘Waar hij staat kunt u ook zij lezen’. Maar het kan ook anders: Wim Daniels geeft in zijn handboekje ‘Verbeter je schrijfstijl’ vele voorbeeldzinnen waarin hij gender afwisselt: zo is degene die een auto heeft aangeschaft een vrouw en komen er een fictieve vrouwelijke arts en burgemeester in voor. Het zal dan ook geen toeval zijn dat, van de fragmenten uit romans die hij als voorbeeld gekozen heeft, er opvallend veel van vrouwelijke auteurs zijn.
Wie weet nemen de makers van schoolboeken een voorbeeld aan hem en leert de jeugd straks niet ‘papa fume une pipe’ en ‘Colin is an Arsenal supporter’ maar: My mother is Prime Minister, Ma soeur est Madame la President, Meine tante ist Bundeskanzlerin.
Want taal telt. Taal stopt beelden in je hoofd en als je aan de beelden in je hoofd gewend bent dat vind je het ook een stuk normaler als je dat in de echte wereld terugziet. Sterker nog: volgens sommigen heeft het personage ‘David Palmer’ (een Afro-Amerikaanse president in de serie 24) een rol gespeeld in de verkiezing van Barrack Obama. 

Read Full Post »

‘Wat is mijn favoriete vakantiebestemming?’, vraagt de mijnheer.
‘Ehhh, Californië om je broertje te bezoeken?’, gok ik. Wellicht is hij een volwassen versie van een vriendenboekje aan het invullen en heeft hij mij nodig om een creatief antwoord te verzinnen.
‘Oh, nu is mijn account geblokkeerd’, zegt hij.
‘Oh, je bedoelde ‘wat heb ik ingevuld als antwoord op mijn KLM-account?’. Tja, dat had ik wel geweten.’
Net als Betaalvriend heeft KLM een aantal vragen die je moet beantwoorden als je je wachtwoord vergeten bent. In tegenstelling tot de vragen van betaalvriend zijn die van KLM wél geschikt voor een Nederlands publiek, maar ze hebben een ander probleem. Ze zijn namelijk variabel. Tenminste, de antwoorden.
Had je mij in 2008 laten invullen wat mijn favoriete reisbestemming was dan had ik daar een ander antwoord op gegeven dan dat ik nu zou doen. Ik ben namelijk 10 jaar en heel wat reizen verder. En blijkbaar is dat ook zo met de mijnheer, ik weet nog wat zijn twee favoriete steden waren toen ik hem leerde kennen, maar dat is blijkbaar veranderd want hij wist het zelf niet meer.
Dat was dus niet zo’n handige vraag van KLM. Net als ‘Wat was je langste vlucht?’ ook niet zo handig want dat is dus ook aan verandering onderhevig. Tenzij je vorig jaar naar Nieuw Zeeland bent geweest en niet van plan bent om dat ooit nog te doen.
Het is een beter idee om vragen te verzinnen waarop het antwoord niet meer kan veranderen, zoals
♦’Wat was de bestemming van je huwelijksreis’-tenminste, tenzij je Liz Taylor heet…
♦Waar ging je naartoe toen je voor het eerst alleen vloog?’
♦’Naar welk land ging je voor het eerst zonder je ouders op vakantie?’

Mijn antwoorden: Marrakech, New York en Italië, en dat ga ik echt niet vergeten. Maar dat kan natuurlijk aan mij liggen…

Read Full Post »

Older Posts »