Naar aanleiding van de incidenten die veroorzaakt zijn door witte mensen wil ik graag van de gelegenheid gebruik maken om afstand te nemen van de daden van radicale witte mensen. Het gedrag van deze radicale witte mensen stuit ook mij, een gematigd wit mens, tegen de borst.
En ik heb er alle begrip voor dat mensen aan mijn neus niet kunnen zien dat ik niet zo ben. Ik heb ook alle schijn tegen: ik zit op yoga, draag kleding van King Louie en eet vegan, maar dat wil niet zeggen dat ik met mede-zweef-teven in De Hout stond tijdens de bijeenkomst van Vrouwen voor Vrijheid. We hebben misschien in de basis dezelfde levensovertuiging, maar zij zijn volkomen geradicaliseerd. Ik geloof namelijk wèl in mondkapjes en iets over hebben voor het algemeen belang. En ik ben er wel van overtuigd dat een gezond voedingspatroon in veel gevallen meer kan doen dan medicatie, maar ik denk niet dat een glas gemberthee beschermt tegen Covid-19.
En mijn man heeft een trainingsbroek, maar dat wil niet zeggen dat hij vuurwerk naar paarden gooit omdat de regering heeft besloten dat mensen na 21.00 uur niet zonder geldige reden op straat mogen zijn.
Wij zijn wit, maar we gaan niet uit onze plaat als we een paar vrijheden in moeten leveren om mensenlevens te redden. Zolang er drinkwater uit de kraan komt en kokend water uit de Quooker, zolang de WiFi sterk is en Boekhandel de Vries en Zapp Thai bezorgen, zolang we Netflix nog niet uit hebben en het bos open is zul je ons niets horen brullen over dictatuur.
Wij zijn gematigde, tolerante witte mensen die vinden dat Black Lives Matter en in juni de Pride Flag uithangen. We geloven in wetenschap maar hebben een gezond wantrouwen tegenover Rutte. Geen van al deze dingen is een reden om dingen in de fik te steken. Ziekenhuizen te belegeren. Piano’s te slopen in stationshallen. Wij stemmen in maart wel op politici die verbaal On Fire zijn.
Tot die tijd blijven we binnen, of in het bos, en proberen we zo min mogelijk naar het journaal te kijken want daar worden we alleen maar moedeloos van.
