Degenen die naar de conference van Claudia de Breij hebben gekeken, en mensen die een tiener in huis hebben, weten inmiddels dat het woord prima een devaluatie heeft ondergaan. Zelf wist ik het iets eerder dan de dag waarop Claudia erover vertelde, maar dat komt omdat ik een abonnement heb op Onze Taal waarin ik door Sylvia Witteman wordt onderwezen over taaltrends onder jongeren.
Prima betekent ‘eerste’, dus er was jarenlang niets beters dan prima. ‘Dat komt mij prima uit’, wilde zeggen dat het enorm gelegen kwam als je op zondag om 11 uur op de koffie kwam bij je zus. Maar als je nu je 18-jarige appt of je op dat tijdstip even de schone was langs kan brengen en ze schrijven terug ‘dat dat wel prima is’, dan wil dat zeggen dat ze eigenlijk tot één uur op één oor hadden willen liggen.
Prima heeft voor mensen onder de dertig eigenlijk alleen nog maar de betekenis die mensen van boven die leeftijd alleen kennen in de zinsnede ‘ik vond het inmiddels allemaal wel prima’.
Het deed me denken aan mijn studietijd; we lazen ‘Een nagelaten bekentenis’ van Marcellus Emants, een roman uit 1894. In die roman was er iets interessants aan de hand met het woord ‘leuk’.
Tegenwoordig is ‘leuk’ een heel leuk en veelzijdig woord. Je kunt tegen iemand zeggen dat ze een leuke jas aan heeft, dat je zijn zoon zo’n leuk kind vindt en dat het gisteren toch nog leuk weer werd. Maar ruim een eeuw geleden was de betekenis een stuk specifieker. Als je tegen Gertruida had gezegd dat ze een leuk jakje aan had, dan had ze zich afgevraagd wat er mis was met haar kleding. ‘Leuk’ betekende toen zoiets als ‘laconiek’. Eigenlijk had het de betekenis die we nu nog kennen in een zin als ‘Ik wilde hem net ten huwelijk vragen en toen begon hij er doodleuk over dat hij een open relatie wilde’.
Zonder gevoel, laconiek…heel apart dat een woord dat dat betekende nu ons veelgebruikte ‘leuk’ is geworden. Taalgeschiedenis is een wonderlijk iets…maar ik vind het allemaal prima.
