Feeds:
Berichten
Reacties

Posts Tagged ‘anything can happen tuesday’

Er is weer een nieuwe editie uit van de leukste kalender ter wereld: the Australian Firefighters calendar. Voor de 31e keer poseren Australische brandweermannen met katten, konijnen, koala’s honden en stokstaartjes. Dit doen ze niet alleen fans over de hele wereld blij te maken (de kalender is verkrijgbaar in maar liefst 90 landen), alle aardbewoners varen er wel bij. De opbrengsten van de kalenders gaan namelijk naar goede doelen.
Om de fans in de Verenigde Staten te bedanken voor hun steun na de verwoestende bushbranden in 2019, zijn er dit jaar drie Amerikaanse brandweermannen uitgenodigd om deel te nemen aan de fotoshoot. Caden Troy (mister April op de hondjeskalender en mister February op de mixed animal calender) en Jacob Hacker (poserend met de eendjes op de mixed animal calendar) uit de Verenigde Staten en de Canadese Steven Giannopolous (mister July op de mixed animal calendar en mister September op de hondjeskalender) viel de eer te beurt om zich te voegen bij de populairste brandweerlieden ter wereld. Een deel van de opbrengst zal trouwens naar een goed doel in de Verenigde Staten gaan: Dit jaar zal dat the Florida Wildlife Project in Fort Lauderdale zijn. Met het geld kunnen zij hun Tortoise Rehab verblijf verbouwen.

De allergrootste eer, mogen poseren met de koala- viel dit jaar te beurt aan Lloyd Wright. De 31e editie van de kalender is voor hem een speciale: het is het tiende jaar dat hij deel uitmaakt van de selectie brandweermannen die mogen poseren. Vaak wordt de foto met de koala (ze heet trouwens Alinta) gekozen voor de voorkant van de kalender, maar die eer valt in 2024 te beurt aan Lloyd’s broer, Mal die poseert met stokstaartjes.
Alle foto’s zijn weer prachtig geworden, al zijn sommige brandweermannen meer favoriet bij mij dan andere (💔 Cameron staat niet op de kalender, ❤️ Richard gelukkig wel)…maar de allerschattigste foto is zonder twijfel die van Ben Wallace met hondje Murphy, dat moe is van het spelen. Ik denk dat menigeen wel even zo zou willen hangen.
En het leukste is: hondje Murphy is geadopteerd door firefighter Brenden die tijdens de fotoshoot helemaal verliefd werd op de Ridgeback-pup.

Welke kalender zou jij het liefste aan je muur willen hangen? Die met katjes, hondjes, paarden of mixed animals? Reageer hieronder en maak kans om er één te winnen.

Read Full Post »

Op vakantie gaan is natuurlijk altijd een beetje een avontuur, maar als je vegan eet leer je de lokale eetcultuur, en dus de volksaard, nog iets beter kennen denk ik. Zo viel het me op dat het aanbod aan vegan etenswaren in Denemarken nogal karig is. Wat niet zo verrassend is, omdat veel stukken dier eten een deel is van de Deense cultuur. Italië verraste me wèl, ze zijn daar nogal streng met eten en de eetcultuur maakt daar een belangrijk deel uit van de identiteit. Maar in elke supermarkt was een ruim aanbod te vinden van vegan alternatieven: mozzarella op basis van rijst en carpaccio van biet.
In Spanje was het iets langer zoeken in de supermarkt, maar daar was ook best makkelijk een vegan maaltje bij elkaar te zoeken. En, ook niet onbelangrijk, er was een ruim aanbod aan vegan en vegetarische eetgelegenheden. We waren zelfs een dag naar een fashion outlet en het café daar had een ruime keuze uit vegan gerechten. We aten daar een mango-quinoasalade waarvan ik bij thuiskomst me nog een aantal ingrediënten wist te herinneren (afgezien van de mango en de quinoa) en er nog een paar bij verzon om er een maaltijdsalade voor warme dagen van te maken. Lekker met wat hotsauce of sambal!

Ingrediënten (voor 2 personen):

Voor de salade:

  • Een paar handenvol gemengde slablaadjes
  • 1 rijpe mango
  • 2 lente-uitjes
  • Een bosje koriander
  • 1 avocado
  • 120g quinoa
  • Een grote handvol pinda’s, gezouten of ongezouten (naar smaak)

Voor de dressing:

  • 3 eetlepels olijfolie
  • 1 eetlepel witte tahin (sesamasta)
  • Het sap van 1 limoen

Voorbereiding:

  1. Kook de quinoa volgens de aanwijzingen op de verpakking en laat deze een beetje afkoelen
  2. Schil de mango en snijd deze in blokjes
  3. Snij de bosuitjes in dunne ringetjes
  4. Leg wat blaadjes koriander apart voor de garnering. Snijd de rest van de koriander fijn
  5. Snijd de avocado doormidden, ontpit deze en snijd de helften in dunne plakjes
  6. Klop de ingrediënten voor de dressing door elkaar in een kom

Maak de salade:

  1. Verdeel de sla over 2 diepe borden
  2. Verdeel de quinoa over de sla
  3. Meng de mango met de lente-uitjes, de koriander en de helft van de dressing en verdeel het mengsel over de quinoa
  4. Leg de plakjes avocado op de salade
  5. Garneer het geheel rijkelijk met de pinda’s en de korianderblaadjes
  6. Druppel de rest van de dressing er overheen met een lepel

Tip: Deze salade is heerlijk met hot sauce, bijvoorbeeld eentje met een fruitsmaakjes!

Read Full Post »

Hallo Frida

Langzaamaan gaat alles weer open. Of eigenlijk: weer weer open, want dat is natuurlijk al eerder gebeurd, maar hopelijk nu voor het echie. Of in ieder geval tot de volgende pandemie zich aandient want zolang het nieuwe normaal niet wezenlijk verschilt van het oude kunnen we daar natuurlijk op wachten.
Maar goed, we kunnen weer op bezoek bij mensen en musea zijn weer open. Na bibliotheken voor mij wel het belangrijkste, dus combineerden we ‘vrienden’ en ‘cultuur’ en gingen op bezoek bij Frida en Diego want die hangen nu tijdelijk in het Cobra Museum.
Het was even wennen aan al die kwetterende boomers om ons heen, dat was ik echt niet meer gewend, zo veel mensen om me heen die tegelijk praten (sowieso in mijn ogen altijd heiligschennis, bij een tentoonstelling op vol volume praten maar ik kan mijn normen helaas niet aan de hele wereld opleggen), maar heel fijn om weer eens kunst te zien die ik niet zelf eerst bij RedBubble heb moeten bestellen. Leuke bonus: toen we jaren geleden in San Francisco waren wilde ik graag een muurschildering van Diego Rivera bekijken, maar dat kon toen niet omdat dat College waar die schildering zich bevond, dicht was. In de tentoonstelling is een replica van die muurschildering te zien. Dat is natuurlijk niet hetzelfde, maar toch leuk.

Read Full Post »

Is ‘reli-thriller’ al een subgenre? Umberto Eco was wellicht de bedenker van het genre en Dan Brown maakte het met zijn Da Vinci Code populair bij een groot publiek maar de Nederlandse auteurs Jeroen Windmeijer en Jacob Slavenburg zijn ook hard bezig om naam te maken in het genre. Van hen samen verscheen eerder Het Isisgeheim en Windmeijer is auteur van onder meer Het Petrusmysterie en Het Pauluslabyrint.

Het verhaal begint met Frank. Frank is een man met de tatoeages van Arie Boomsma en de slangenliefde van Freek Vonk…en de godsdienstwaanzin van een Staphorster predikant. Frank’s ex-vriendin Magda is journalist en werkt in haar vrije tijd aan een boek over vrouwen in de Bijbel. Tijdens haar onderzoek stuit ze met regelmaat op informatie die niet strookt met de canonieke lezing van de Bijbel. En al helemaal niet met de interpretatie die men er aan geeft in de Pinkstergemeente waar Frank en zijn vrouw lid van zijn. En jammer genoeg voor Frank is zijn vrouw Cat de beste vriendin van Magda.
Frank vlucht steeds meer in zijn seksistische geloofsovertuiging en trekt veel op met de voorganger van zijn kerk. Samen organiseren ze bijenkomsten voor een select groepje gelovigen waar een heel gevaarlijk spel gespeeld wordt. Het duurt niet lang of het eerste dodelijke slachtoffer valt.

De korte hoofdstukjes houden de vaart in het boek en zorgen ervoor dat de lezer het boek nauwelijks weg kan leggen. Een ‘whodonnit’ kan deze thriller niet genoemd worden, voor mij was het al vrij snel duidelijk wie wàt had gedaan en waarom. Maar dat geeft niet, de spanning zit in andere dingen. Zoals de vraag welke kant Cat, die tussen twee vuren zit, gaat kiezen: die van haar echtgenoot van wie ze meer en meer vervreemd of die van haar vriendin?

Er zaten echter wat dingen in het boek die ik vreemd, storend of onwaarschijnlijk vond. Zo heeft hoofdpersoon Magda Nederlands gestudeerd maar heeft ze nog nooit van Lilith gehoord. Dat lijkt me net zo waarschijnlijk als een politieagent die onbekend is met de term ‘plaats delict’.
Ook zegt een man op enig moment dat hij een douche gaat ‘pakken’. Aangezien hij niet in de bouwmarkt is maar in zijn eigen huis neem ik aan dat hij een douche gaat ‘nemen’. Zijn vrouw zegt vervolgens dat ze thee gaat ‘maken’ (ik neem aan ‘zetten’).
Als een vrouw het kapsel van een andere vrouw omschrijft als ‘pittig’, dan is dat geen compliment, heren auteurs. En aan de context meende ik af te kunnen lezen dat ze het goed met elkaar konden vinden….
Maar het meest verwarrende vond ik nog wel de opmerking dat iets de crime scene fotograaf de kans zou geven de foto’s te ‘ontwikkelen’. Werkt die vrouw met een analoge camera dan? Dat lijkt me bijzonder genoeg om te vermelden in deze tijd waarin bijna alles digitaal gaat.
Alleen analoge foto’s hoeven ontwikkeld te worden. Wellicht bedoelden de auteurs afdrukken*?

Betekenen deze lezersergernissen dat het boek de moeite niet waard is? Nee, dat betekent het niet. Zoals al gezegd leest het lekker vlot en is het een aanrader voor mensen die houden van een thriller waar je nog iets van opsteekt. Want de passages waarin Magda onderzoek doet en deskundigen spreekt zijn zeker de moeite waard.

*Toen ik in een fotowinkel werkte blafte mening klant ‘ontwikkelen’ als opdracht. ‘Ook afdrukken?’ vroeg ik dan heel liefjes. ‘JA NATUURLIJK!’ was dan steevast het antwoord, maar zo natuurlijk is dat niet. Sommige mensen hebben thuis de mogelijkheid tot afdrukken maar laten het ontwikkelen graag elders doen.

Read Full Post »

Ik heb het nooit geweten, maar voordat ik een jaar oud was dacht ik al als een monnik: ik vroeg bij alles ‘waarom?’ En ‘dat is nu eenmaal zo’ vond -en vind- ik niet goed genoeg.
Maar dat wil niet zeggen dat Jay Shetty, auteur van ‘Denk als een monnik’ mij niets meer te leren had. De Britse Jay volgde ooit een opleiding in iets waar hij veel geld mee had kunnen verdienen in The City (het Londense zakencentrum). In plaats daarvan ging hij drie jaar in een ashram wonen om monnik te worden. De lessen die hij daar leerde -waaronder de les dat zich geheel terugtrekken uit de maatschappij toch niet zijn pad was- deelt hij nu via podcasts, als coach en nu door middel van dit boek.
Jay stimuleert je om kritisch te denken, om je af te vragen waarom je wil wat je denkt te willen. Wat zijn je drijfveren, wat zit erachter, voor wie doe of wil je dit eigenlijk.
Frappant vond ik het stuk waarin hij omschreef wat ik zelf ook onlangs ontdekte: routine en structuur zijn juist goed voor de creativiteit. Ik had nooit een planning voor de dag omdat ik eigenlijk maar zelden iets ‘moet’. Maar dat zorgde ervoor dat ik een groot deel van de dag maar wat aanlummelde. Nu ik een uur rust heb ingebouwd in mijn werkdag ben ik de tijd eromheen veel productiever. En hopelijk ook creatiever.
Maar zijn belangrijkste boodschap in deze tijd is misschien nog wel die van ‘een brede kijk op het leven’. Verruim je bewustzijn, verbreed je horizon en de pijn zal minder worden.
Dat lijkt me een mooi streven voor iedereen die alleen maar kan kijken naar de negatieve invloed van een lockdown op hun eigen leven heeft. Mensen die roepen ‘ja maar ik wil uit eten’ terwijl er mensen zijn die niet eens te eten hebben. Mensen die roepen ‘ja maar ik wil mijn vrienden knuffelen’ terwijl er mensen zijn die sommigen van hun vrienden nooit meer kunnen knuffelen.
Als er ooit een juiste boek op de juiste tijd was, dan is dit het wel. Ik kan het van harte aanbevelen aan iedereen die ‘De meeste mensen deugen’ met veel plezier hebben gelezen.
Wordt het meer, zou Jay zeggen. Wat dat betekent? Dat lees je op pagina 254 van het boek.

Read Full Post »

This blogpost was written after the airing of The long night so it might contain some spoilers if you haven’t seen that episode (or any episode of Game of Thrones) yet. So yes, this is a Game of Thrones blogpost. Because I have a theory on how it will end. Or should end, because it’s best for everyone if I’m just always right. I save a lot of discussion and Ned Stark once wisely said: ‘Never argue with a Tully’.
So, our side wins the war (this is a Tully (me) /Stark (the husband)-household with a hint of Baratheon temper (mainly me) so ‘our side’ means Jon and friends. They arrive in the throne room and Jon tells his dragon to ‘dracaris’ the iron throne. Which ticks off Daenerys but he says ‘You wanted to break the wheel, this is how you break the wheel’ (in that voice, yes). And then they set up a council of seven to rule Westeros together. Each of the seven members represents one of the seven faces of God.
Daenerys is the mother (of Dragons)
Jon is the Father (unless he is the warrior, in which case Tyrion or Ser Davos will be the Father)
Sansa is the Maiden
Varys could be the Crone (there are no old women left in Westeros at the end of the war, I suspect)
Ser Brienne will be the Warrior (unless it’s Jon)
Gendry is the Smith (dùh)
and of course Arya is the Stranger
and this council of men, women and intersexuals will rule Westeros in many peaceful years and they will live happily ever after. By the old gods and the new, this is how it should end.
Or I may be completely wrong and everybody dies in the episode I’ll watch tonight….
How do you think it will all end and who is your favorite character?

Read Full Post »

Laatst las ik een boek over de Japanse cultuur. Daarin stond een stukje over de manier waarop Valentijnsdag gevierd wordt: op die dag geven vrouwen chocola aan iemand die ze leuk vinden (en vervolgens moeten ze een maand wachten of ze op 14 maart iets terugkrijgen, wreed!), ‘ook al kom je daarmee sterk over’.
En dat laatste zinnetje liet me maar niet los. Is ‘sterk’, ofwel ‘zelfverzekerd’ overkomen iets slechts in de Japanse cultuur? Is Valentijnsdag die éne dag in het jaar waarop vrouwen assertief mogen zijn in de liefde? Er stond geen verdere uitleg bij.

Een paar pagina’s later las ik nog een rare zin en toen ging ik even voorin het boek kijken: het was niet vertaald vanuit het Japans maar uit het Engels. Dat ‘sterk overkomen’ was dus gewoon een knudde-vertaling van ‘coming on strong’, oftewel: hard van stapel lopen. Je geeft als Japanse vrouw op Valentijnsdag dus chocola aan een man die je leuk vind, ook al lijk je daarmee wel erg hard van stapel te lopen. Zo zie je maar, een slechte vertaling kan een hele cultuur in een ander daglicht zetten…

Read Full Post »

Ik had de hashtag via Twitter wel eens langs zien komen, maar ik wist niet waar ie vandaan kwam. Totdat ik ‘m afgelopen woensdag tijdens de bioscoopreclame voorbij zag komen: #doeslief (een samentrekking van ‘doe eens lief’). Maar het gaat niet eens over lief doen, het gaat over sociaal geaccepteerde omgangsvormen.
Blijkbaar moet ons via reclame duidelijk worden gemaakt dat het niet ‘lief’ is om trambestuurders te bespugen en kassamedewerkers te negeren.
Dat laatste is niets nieuws hoor. Toen ik 17 was werkte ik in een vrij bekend warenhuis en als ik daar achter de kassa zat, begroette ik iedereen met ‘goedemorgen’ of ‘goedemiddag’ (afhankelijk van het tijdstip van de dag). De meesten antwoordden dan. Mocht er geen antwoord komen dan herhaalde ik de groet nog een keer. Vaak zeiden mensen dan ‘Oh sorry, goedemiddag.’ Maar er was ook een categorie mensen (tja, als ik eerlijk ben: zichzelf belangrijk vindende mannen van middelbare leeftijd) die hield hun kaken stijf op elkaar. En zolang zij niets zeiden, schande ik geen boodschappen. Ze zullen me wel een naar wijf hebben gevonden, maar ik ben geen robot, ze bekeken het maar. Het grappige was dat dit soort mannen vaak terecht werd gewezen door vrouwen op de leeftijd ‘zou zijn moeder hebben kunnen zijn’. ‘Zeg, ze zei wat hoor!’, zeiden ze dan. Waarop de eikel dan iets mompelde wat ik, met één opgetrokken wenkbrauw, dan maar als groet accepteerde.
Een soortgelijke situatie ontstond een keer toen ons PIN-systeem het niet deed (het pinnen stond nog in de kinderschoenen). Een man van het onvriendelijke type was aan de beurt en nadat ik alles had gescand haalde hij zijn pinpas tevoorschijn waarop ik vertelde dat ‘tot mijn spijt het niet mogelijk was om te pinnen’. Waarop de man ontplofte van woede en zei dat ik dat wel eens eerder had kunnen zeggen. ‘Nou’, zei de mevrouw die achter hem stond, ‘Ik sta achter u in de rij en ik heb het haar in die tijd wel drie keer horen zeggen, dus als je niet op stond te letten dan is dat niet háár schuld!’
Dat was misschien niet per se heel erg lief maar wel heel leuk. Scan_20151005 (4)h

Read Full Post »

Een vriendin deelde op Facebook een schattig filmpje van een meisje met het Syndroom van Down dat iedereen opriep om op 21 maart, World Down Syndrome Day, odd socks te dragen. ‘Snel gekke sokken kopen’ schreef vriendin erbij. Maar dat hoeft dus niet. Het woord odd heeft in deze context namelijk niet de betekenis ‘gek’ of ‘raar’.
Als iemand, op een voorval of opmerking, reageert met ‘That’s odd’, dan kun je dat inderdaad vertalen met ‘Dat is raar’ of ‘Dat is apart’. Maar in de woordcombinatie an odd pair, worden er twee dingen bedoeld die niet hetzelfde zijn. Als je bijvoorbeeld met memory in je ene hand het kaartje met de chocoladeletter hebt en in de andere de gaper (we hadden thuis Holland Memory), dat is een odd pair en dan moet je ze dus terugleggen (memory heet in het Engels trouwens pairs).
Op 21 maart kun je dus gewoon hele saaie sokken dragen: als je aan de ene voet een rode en aan de andere een blauwe doet draag je al een odd pair. Een sáái odd pair, maar toch.
Ik ben er dan ook absoluut vóór om gekke sokken te kopen. Zo heb ik een paar in Engeland gekocht met kleine pepertjes erop waarvan er eentje zegt ‘I’m a little chilly’, die kan om mijn rechtervoet en dan draag ik links een sok met daarop een pakje sojasaus dat zegt ‘I’m soy into you’.
Want odd kan altijd odder.

Read Full Post »

Afgelopen zondag was het al zover: de eerste dag van het jaar waarop ik (weliswaar met een sweater aan en een sjaal om) in mijn tuin in de zon kon zitten.
Dat ging niet zo makkelijk als ik het opschrijf. Ik liep eerst naar buiten met een kop thee en een boek in mijn handen, om, eenmaal in de tuin, tot de conclusie te komen dat ik eerst de stoel schoon moest maken. Dus liep ik weer naar binnen om allesreiniger en een doekje te halen en toen de stoel schoon was ging in nog een keer naar binnen om een handdoekje te halen waar ik op kon gaan zitten omdat de stoel nog nat was.
En toen zat ik eindelijk, boek op schoot, kop thee voorzichtig op een tegel gezet (de grond loopt schuin omdat de vorige eigenaar de tuin zo had ingericht dat je absoluut niet kon zitten in dat éne hoekje waar de zon staat). Om tot de ontdekking te komen dat ik middenin een misselijkmakende stank beland was. Ik keek om me heen. De onlangs door de mijnheer schoongemaakte tuin was weer als kattenbak gebruikt door het zwart-witte kutbeest dat ik met regelmaat verjaag.
Ik zal jullie de details besparen, maar toen ik klaar was met het rottigste schoonmaakklusje dat ik me voor kon stellen bedacht ik me dat het een goed idee zou zijn om een jaarlijkse (of beter: maandelijkse) schoonmaakdag te organiseren waarop katteneigenaren de tuinen van mensen die geen kat hebben schoonmaken.
Dat hele ‘katten moeten vrij kunnen zijn’  is natuurlijk leuk en aardig (nee, dat meen ik niet, ze doden vogels dus houd die krengen binnen, maar dat voor nu even terzijde), maar mijn hond moet ook naar buiten kunnen maar dan is het nog steeds mijn verantwoordelijkheid om zijn poep op te ruimen. Hondeneigenaren hebben dus elke dag poepopruimdienst.
Daarnaast zijn die schijtende katten ook nog eens heel slecht voor het milieu: menig tuineigenaar is de stank zo zat dat ze de bloemen en planten uit de grond trekken (zijn de bijen en de vogels heel blij mee, maar niet heus) en tegels gaan leggen. En door die tegels kan het regenwater niet gemakkelijk de grond in lopen waardoor de kans groter is dat je straat of huis onder water komt te staan.
Dus: als je niet wil verzuipen, ruim dan de kattenschijt uit de tuinen van katlozen op en geef ze een tuinplant als dank voor het doorstaan van de stank. 

Read Full Post »

Older Posts »