Feeds:
Berichten
Reacties

Posts Tagged ‘noot van de vertaler’

Net als zo’n beetje iedereen die HBO heeft (en een paar semi-criminelen die weten hoe je illegaal moet downloaden) kijken we The Last of Us. Maak je geen zorgen, ik zal hier niet gaan spoileren, maar mocht je er niets over willen lezen totdat je ‘bij’ bent: dit gaat over aflevering 4.
In The Last of Us wordt een nurkse man opgezadeld met de 14-jarige Ellie. Zij moet ergens naartoe worden gebracht en hij is de enige die dat kan doen. Hij heeft daar geen zin in, maar hij heeft het beloofd. En Ellie, die heeft een moppenboekje gevonden. Erger nog: het is een boek met puns, woordgrappen. Het soort grappen dat ik op dagelijkse basis spui en waar mijn man vooral om moet huilen. We kenden elkaar nog maar een paar weken toen hij een zak kadetjes uit zijn handen liet vallen en ik vroeg ‘Oh, heb je vloerbrood gekocht?’ Hij wilde weglopen, maar we waren in zijn huis.
Ik moest daar weer even aan denken toen Ellie aan Joel vroeg: ‘What did the mermaid wear to her math class?’
‘Een staartdeling!’, riep ik vanaf de bank.
Dat was natuurlijk niet het antwoord in het Engels….’an algae bra!‘ moest het zijn. En ik weet niet meer waar ik harder om moest lachen, dat antwoord of het vermoeide gezicht van Joel (na nog een flauwe mop zegt hij tegen Ellie ‘feel free to wait in the truck’). Nadat we de hele aflevering hebben gekeken ben ik toch nieuwsgierig wat mijn collega-vertalers hebben gedaan. Moppen en uitdrukkingen zijn het leukst om te vertalen. Tenminste, als je van de Nederlandse taal houdt. Steeds vaker worden voor vertaalopdrachten native speakers Engels gevraagd, maar ik zie daar de logica niet van: als je een mooie tekst in het Nederlands moet maken dan is het toch handig als de vertaler alle Nederlandse spreekwoorden en uitdrukkingen kent en die in de nieuwe tekst gebruikt in plaats van een Engels spreekwoord woord voor woord te vertalen?
Dus ik keek het moppenboekfragment nog een keer, maar dan met Nederlandse ondertiteling. En wat werd het: ‘Wat droeg de meermin {sic} naar de wiskundeles?’
‘Een algen-beha!’
Op zich past het onbewogen gezicht van Joel hier wel heel goed bij, want in deze ‘vertaling’ is het niet eens een grap meer. Technisch gezien is de vertaling juist: de woorden zijn vertaald maar de betekenis is verloren gegaan. Daarom zou ik HBO het advies willen geven om de volgende keer een Nederlandse taal-nerd naar de vertaling te laten kijken. Of gewoon een autist met een voorliefde voor woordgrappen.

Read Full Post »

Nederlands en Engels behoren tot dezelfde taalgroep (samen met onder andere Fries, Duits, Afrikaans, Jiddisch Deens, Zweeds en Noors): de Germaanse talen. En omdat we het Engels zo veel om ons heen zien en horen denken we al snel dat we een aardig mondje Engels spreken.
Maar ook al lijken de talen op elkaar, er zijn legio ‘valse vrienden’ te vinden: woorden waarvan je denkt dat ze in twee talen hetzelfde zijn, maar dat helemaal niet zijn. Een Engelse map is namelijk een plattegrond terwijl een Nederlandse map in het Engels een folder is en een Nederlandse folder in het Engels een leaflet.
En deze verschillen kennen de meesten wel, maar lastiger wordt het bij het verschil tussen to invent (uitvinden) en to find out (uitzoeken, uitvogelen). Dat verschil in betekenis schijnt menig Nederlander kwijt te zijn want ik hoor mensen regelmatig praten alsof ze Willie Wortel of Professor Barabas zijn: ‘Dat moet ik nog even uitvinden’. Terwijl ze dan bedoelen dat ze iets nog even moeten uitzóeken.
Met schuld en fout is ook iets dergelijks aan de hand. Ik hoor steeds meer mensen zeggen ‘en dan zeggen ze dat het mijn fout is’ terwijl ze bedoelen ‘ik krijg er de schuld van’. My mistake dient vertaald te worden met ‘mijn fout’, terwijl my fault de Engels manier is om ‘mijn schuld’ te zeggen. In je rekenwerkje maak je ook geen fault maar een mistake. Maak die fout niet nog eens, zou ik zeggen.

Read Full Post »

Dat je tegenwoordig zo’n beetje alles op kunt zoeken op internet wil niet zeggen dat we er ook slimmer op zijn geworden, als mensheid. Zo is het tegenwoordig een life skill om het kaf van het koren te kunnen scheiden als het om informatie gaat: er staat een hoop onzin online. Daarnaast is het ook een kwestie van doen: je moet wel even de moeite nemen om iets in de Google zoekbalk in te tikken en de resultaten te lezen. En dat zouden meer mensen moeten doen.
Zo liepen de mijnheer met wie ik woon en ik laatst door een parkeergarage waar we een grote bus zagen staan met daarop de naam ‘Athlete’s foot’ en een afbeelding van een gevleugelde voet ernaast. Volgens mij was het de bedoeling dat de naam iets heroïsch op zou roepen. De gedachte aan de Griekse god Hermes die met vleugels aan zijn voeten over een atletiekbaan vliegt, ofzo. Maar athlete’s voet betekent zwemmerseczeem. Een heel gewoon kwaaltje, maar er is weinig poëtisch aan. Zeker niet iets begerenswaardigs. Het busje bleek niet van een kliniek te zijn maar van een winkelketen die sportschoenen verkoopt. Het kan aan mij liggen, maar ik zou er zelf niets kopen, bang dat het er naar kleedhokjes van zwembaden ruikt en de schoenen niet helemaal hygiënisch zijn.
Ik moest denken aan de wonderlijke winkel die in de buurt zat waar ik vroeger woonde. Je kon er sporttroffeeën kopen. Maar blijkbaar was dat een te moeilijk woord want op de gevel stond sports cup. Ik vermoed dat ze sport cups bedoelden: de Engelse term voor sporttroffeeën. Een sports cup is echter een toque: zo’n hard plaatje dat sporters in hun broek kunnen schuiven om een onaangename ontmoeting tussen de éne bal en de andere te verzachten. Een vreemde vergissing en te voorkomen als men de winkel gewoon een naam had gegeven in een taal die ze beheersen.
Tegenwoordig zou je zeggen: Google het even, dan kun je zien of een term wel betekent wat je dènkt dat het betekent. Maar blijkbaar is dat heel moeilijk als je last hebt van zwemmerseczeem.

Read Full Post »

Sinds het succes van de romans van Lucinda Riley is het een beproefd recept: twee verhaallijnen met een vrouwelijke hoofdpersoon, de één in het heden, de andere in het verleden die tegen het einde van het boek met elkaar verweven blijken, vaak door middel van een familieband. Het is niet echt origineel te noemen (maar dat zijn de meeste detectives ook niet) maar het levert comfortabele boeken op die ook zeer goed te genieten zijn voor de minder geoefende lezers. En vaak steek je er als lezer ongemerkt nog iets van op.

Harriet is een weduwe die toe moet geven dat haar dochter gelijk heeft: het huis waarin ze nu woont is te groot voor haar alleen. Dochter Sally stelt voor om samen stukje bij beetje de zolder op te ruimen omdat Harriet niet alles mee zal kunnen nemen naar een nieuw, kleiner, huis. Voor Sally is het ook een goede afleiding want haar zoontje ondergaat behandelingen voor leukemie en opruimen is beter dan piekeren.
Op zolder vinden ze een scheepskist die nog van Harriet’s oma is geweest: zij werkte als stewardess op oceaanlijners. In de kist ligt, naast een stapeltje oude uniformen, een foto waarop drie jonge vrouwen staan. Achterop staat geschreven ‘De drie zusjes Higgins, 1911’. Harriet wist wel dat haar oma een zusje had dat jong was overleden, maar dat er dríe zusjes waren is nieuw voor haar.

De hoofdstukken over Harriet worden afgewisseld met die over Emma die opgroeit in de jaren ’10 van de 20e eeuw. Al van jongs af aan is ze dol op schepen en varen. Als ze oud genoeg is monstert ze aan op de Olympic om als stewardess te gaan werken. Het is hard werken maar ze heeft het er enorm naar haar zin.
Degene die de achterflap van het boek heeft geschreven lijkt het helemaal niet gelezen te hebben: ‘Emma mag mee op het mooiste schip dat ooit gebouwd is, de Titanic’, maar ze wil helemaal niet mee met de Titanic. Ze wilde weer aanmonsteren op het schip waar ze al eerder op had gewerkt, maar haar koppige zusje Ruby wilde per sé op het nieuwe, luxere schip werken. En Emma had hun moeder beloofd dat ze op haar zusje zou passen. De enige manier om dat te doen was zich ook opgeven voor de maiden voyage van dat nieuwe schip dat niet zou kunnen zinken…

‘De verloren zus’ is een mooie feelgoodroman over zussen, nieuwe kansen en onverwachte happy endings. Het verhaal is wat voorspelbaar (nee, ik bedoel niet dat ik wist dat het schip zou zinken) maar in het verleden zit nog een onverwachte twist. De enige echte fout die erin zit is gemaakt door de vertaler die op pagina 27 schrijft: ‘Emma hoorde twee mannen wensen ‘dat ze eens zouden opschieten en de arbeidsvoorwaarden zouden voorlezen, zodat we naar huis kunnen voor de thee’. Die mannen hoeven echt niet naar huis voor een kop thee, die valt in de haven ook wel te krijgen (builder’s tea natuurlijk, geen earl grey), ze willen naar huis voor hun tea, hun warme prak. Voor hun beans on toast of hun bangers and mash. Thee kun je overal in Engeland wel kregen maar your tea eet je thuis.

Read Full Post »

Voor Flow schrijft Aaf (columnist Aaf Brandt Corstius) over ‘mooie zinnetjes’. Zinnetjes die je beklijven, zinnetjes die precies de goede woorden op het goede moment zijn. Laats las ik een mooie zinnetjes-column over een uitspraak van actrice Angela Lansbury, een zin die in tijden van corona weer extra lading kreeg: ‘Better to be busy than to be busy worrying.’ Aaf vertaalde hem met ‘Je kunt maar beter bezig zijn dan bezig zijn je zorgen te maken’ en voegde eraan toe: in het Engels klinkt alles beter.
Dat laatste ben ik niet met mijn idool eens (sorry, Aaf). Sommige dingen klinken in het Nederlands net zo goed of misschien wel beter (wat is mooier, vlinder of butterfly? Wat mij betreft even mooi). Maar dan moet je wel een beetje durven, qua vertalen. Het Engels zit namelijk qua zinsstructuur heel anders in elkaar, dus moet je gaan husselen. En als je de kadans van het origineel erin wil houden moet je durven knippen. Mijn vertaling zou dus heel anders luiden: ‘Je kunt het maar beter druk hebben dan je druk maken’.
Spelen met taal (vooral met het vertalen van en naar het Engels) is tweede natuur hier in huis. De mijnheer heeft een aantal jaren voor een bedrijf gewerkt waarvan de medewerkers van over de hele wereld kwamen en Engels de voertaal was. En ik, ik lees voornamelijk Engelstalige romans en vertalen is mijn werk. Dus toen de mijnheer op een afscheidskaart voor een collega ‘blijf je verwonderen’ wilde schrijven, vroeg hij mij wat daarvan de beste vertaling was.
Ook zo’n mooi woord in het Nederlands: verwondering. Het is minder ‘zwaar’ dan verbazing, het heeft een beetje acceptatie in zich. Alsof je denkt ‘apart, maar ok…’ We kwamen uit op bemusement: maintain your sense of bemusement.
Ook liedjes in ons hoofd ontkomen niet aan een vertaling. Zong de mijnheer hier in huis laatst over ‘watermeloen suiker hoog’ op de wijs van het bekende nummer van Harry Styles. Ik was het niet eens met zijn vertaling. Veel te letterlijk. Bovendien klopte de vertaling van het woord high niet. Het is meer ‘Watermeloen-zoete roes’, zei ik. Hij vond ‘roes’ dan weer niet kloppen, dus we zijn er nog niet helemaal uit.
Intussen weten we natuurlijk dondersgoed dat het liedje over iets heel anders gaat dan over de smaak van watermeloen, maar om daar nou hardop over te gaan zingen is wel weer heel gedurfd.

Read Full Post »

Boeken van Nederlandse auteurs lees ik natuurlijk in het Nederlands, maar voor het overige geldt dat ik een voorkeur heb voor Engels. Dit omdat ik anders tijdens het lezen ongemerkt ‘aan het werk ben’. Vertalingen zijn vaak zo slecht dat ik vaak hele zinnen eerst terug naar het Engels moet vertalen voordat ik weet wat de auteur eigenlijk bedoelde.
Maar soms komt het toch voor dat ik een vertaald werk in het Nederlands lees. Bijvoorbeeld omdat de bibliotheek alleen de Nederlandstalige editie heeft, omdat de vertaling goedkoper is of omdat ik die van de uitgeverij krijg.
En zo las ik dus onlangs ‘Het Duitse meisje’ van Armando Lucas Correa. Een titel die ik zelf nooit uit zou hebben gekozen, al die boeken die nu verschijnen met het woord ‘meisje’ in de titel -meestal een meisje waar het slecht mee afloopt als ik de omslagen zo bekijk- hangen me een beetje de keel uit, maar dit boek was onverwacht veel beter en interessanter dan ik had verwacht.
Maar er stond een hele vreemde zin in: ‘Als ik iets over school moet bespreken, wil praten over wat er die dag is gebeurd of mijn zorgen met iemand wil delen, pak ik zijn foto en houd hem onder de lamp met de ivoren lampenkap met grijze eenhoorns erop die galopperen tot het licht uitgaat en ik in slaap val.’
Kan dat wel? Een lampenkap maken van ivoor? Alleen een heel kleintje dan, als je een stuk slagtand uitholt ofzo. En die eenhoorns dan, waar zijn die dan van gemaakt? Ik las trouwens eerst eekhoorns, want die bestaan wèl in het grijs, eenhoorns zijn over het algemeen genomen wit.
Maar toen bedacht ik me, het Engelse ivory is niet alleen het materiaal ivoor, maar ook een kleur: gebroken wit. Misschien is dat in het Spaans ook wel zo (het boek is van origine Spaanstalig) of heeft de vertaler de Engelse vertaling als bron gebruikt. Het is dus een gewoon lampenkapje, met galopperende eekhoorns erop.

Read Full Post »

Dat is een rare titel voor een blogpost van een Anglofiel en vertaler. Ik heb ‘m dan ook niet zelf verzonnen: het is de titel van een verzameling essays met als ondertitel ‘Pleidooi voor het Nederlands’. En daar kan ik me nou prima in vinden. Want hoe mooi ik het Engels ook vind, ik wil het Nederlands niet kwijt. Sommige dingen zijn gewoon mooier in het Nederlands en tweetalig zijn vind ik een verrijking.
Ik ben dus wèl van mening dat kinderen al van jongs af aan wat Engels moeten leren (van iemand die de taal gòed spreekt, niet van een boomer die een methode Engels in handen geduwd heeft gekregen en maar iets gaan doen in eigen steenkolen-accent), maar vind ook dat er meer aandacht moet zijn voor de scheiding van de twee talen.
Het is vanzelfsprekend dat er Engelse woorden in een Nederlandstalige tekst sluipen, maar ik pleit ervoor om die schuin te drukken zodat duidelijk is dat het een leenwoord betreft.
Nog beter zou het zijn als uitgevers anglicismen uit manuscripten gaan vissen. Zo las ik onlangs in de nieuwste roman van Niña Weijers over ‘een bord dat zegt fermé‘. Als lezer zie ik dan Efteling-achtige taferelen voor me van een bord dat in de leer is geweest bij Holle Bolle Gijs en hardop zegt: ‘Cette piste est fermé, merci’. In het Nederlands is het ‘Een bord waarop fermé staat’, ‘a sign that says closed‘ is Engels.
Mijn ergernis over het gebruik van ‘uitvinden’ terwijl ‘uitzoeken’ bedoeld wordt speelt me inmiddels dagelijks parten, maar het toppunt van verwarring las ik zelfs in een boek van Hanna Bervoets. Als iemand het heeft over een ‘zelfbewuste jongere’ dan denk ik aan Chris uit oogappels, die in zelfgemaakte kleding naar school gaat en zich geen bal aantrekt van wat de rest van de klas daarvan vindt. Of aan zijn stiefzusje Hansje die zelf een inzamelingsactie voor de Voedselbank op touw zet. Maar Bervoets schrijft over ‘schuchtere zelfbewuste glimlachjes’ .
Hoe kun je schuchter en zelfbewust tegelijk zijn? Ze is hier duidelijk in de war met self conscious, waarvan de betekenis juist het tegenovergestelde is van zelfbewust: timide, ongemakkelijk, verlegen. We hebben er in het Nederlands niet echt een directe vertaling voor (wie weet zegt dat wel iets over onze volksaard). Maar als je er ineens een woord met een andere betekenis voor gaat gebruiken…daar ben ik against.

Read Full Post »

Laatst las ik een boek over de Japanse cultuur. Daarin stond een stukje over de manier waarop Valentijnsdag gevierd wordt: op die dag geven vrouwen chocola aan iemand die ze leuk vinden (en vervolgens moeten ze een maand wachten of ze op 14 maart iets terugkrijgen, wreed!), ‘ook al kom je daarmee sterk over’.
En dat laatste zinnetje liet me maar niet los. Is ‘sterk’, ofwel ‘zelfverzekerd’ overkomen iets slechts in de Japanse cultuur? Is Valentijnsdag die éne dag in het jaar waarop vrouwen assertief mogen zijn in de liefde? Er stond geen verdere uitleg bij.

Een paar pagina’s later las ik nog een rare zin en toen ging ik even voorin het boek kijken: het was niet vertaald vanuit het Japans maar uit het Engels. Dat ‘sterk overkomen’ was dus gewoon een knudde-vertaling van ‘coming on strong’, oftewel: hard van stapel lopen. Je geeft als Japanse vrouw op Valentijnsdag dus chocola aan een man die je leuk vind, ook al lijk je daarmee wel erg hard van stapel te lopen. Zo zie je maar, een slechte vertaling kan een hele cultuur in een ander daglicht zetten…

Read Full Post »

Voor wie aan de kust woont staat ie bekend als ‘die vliegende rat die vuilniszakken openscheurt en die je van de gemeente niet mag voeren’ en de kritische vertaler kent ‘m als dat beest dat steevast verkeerd vertaald wordt. In het Engels heet ie namelijk seagull maar in het Nederlands bestaat de ‘zeemeeuw’ officieel niet.
Ja, wel als naam van een strandtent of vakantiehuisje aan de kust, maar niet als benaming van de vliegende rat. De vertaling van seagull luidt dus simpelweg ‘meeuw’.
Mocht je iets creatiever willen zijn dan kun je er zilvermeeuw of mantelmeeuw van maken, maar dat hoeft dus niet. Of, nog correcter, stormmeeuw. Dit is namelijk de letterlijke vertaling van common gull. Bovendien klinkt stormmeeuw, vanwege de dubbele m in het midden van het woord, een stuk mooier dan ‘zeemweeuw’. En niet alleen omdat stormmeeuw een echt woord is.

Foto: Arjo Hooimeijer

Read Full Post »

Toen de echtgenoot en ik laatst gingen eten bij de Bokkedoorns om ons half-jaar-getrouwd te vieren bestelde ik na het dessert een potje White Monkey thee. Die thee heet zo omdat ie wit is (dùh) en de blaadjes een beetje ‘harig’ zijn en de vorm hebben van een apenstaartje. ‘Ah’, dacht ik, dat is een mooi ezelsbruggetje voor het verschil tussen de Engelse woorden ape en monkey.
witte-thee-white-silver-needle-jasmine
In het Nederland hebben we dat verschil niet, wij kennen alleen het woord aap. Op bordjes in dierentuinen zien we nog wel de aanduidingen ‘halfaap’ (zoals ringstaartmaki’s, bij kinderen ook bekend onder de naam I like to move it, move it-aap) of ‘mensapen’ (hieronder vallen onder meer de Bonobo’s, chimpansees, gibbons, Gorilla’s, Orang Oetans en de mensen), maar een apart woord hebben we er niet voor.
Het verschil tussen ape en monkey , en dan kom ik weer bij de thee, zit ‘m in de staart. De monkey heeft een apenstaartje waar hij aan kan hangen (en die dus op theeblaadjes lijkt) en een ape, of mensaap, heeft die niet.
Moet je dus het woord ‘aap’ vertalen in het Engels, bedenk dan even of de aap in kwestie een staart heeft of niet voordat je monkey opschrijft.
Een recent voorbeeld van het gebruik van het woord ape lees je hier. De ‘mevrouw’ die de Firts Lady zo noemde heeft overigens na een korte schorsing gewoon haar baan weer terug. Monkey Business.

Read Full Post »