Feeds:
Berichten
Reacties

Posts Tagged ‘De canon van Haarlem’

Heel eventjes heette het Rokin ‘Beyoncé Boulevard‘: een actie van feministisch collectief ‘De Bovengrondse’. De man-vrouw-verdeling in wit op blauw is namelijk nogal scheef: er zijn beduidend meer straten naar mannen vernoemd dan naar vrouwen (en veel van de geerde vrouwen zijn ook nog eens ‘de vrouw van’. Denk bijvoorbeeld aan ‘Louise de Colignylaan’. Mooie naam maar wat weten we van haar, behalve dat ze met Willem van Oranje getrouwd was?)
‘Met straatnamen besluiten wij wie het waard zijn om te eren, nu zijn dat vooral mannen. Daar moet verandering in komen’, aldus initiatiefnemer Santi van den Toorn.
Mooi gezegd en ludiek en geestig uitgevoerd, maar zelf zou ik, hoe tof ik haar ook vind, niet voor Beyoncé hebben gekozen. Veel straatnamen zijn genoemd naar mensen die al overleden zijn en dat is Queen B gelukkig niet. Bovendien hebben we Nederlandse helden (v) genoeg. Om even bij zangeressen te blijven: wat dacht je van de Corry Brokkenlaan? Eerste winnaar van het Songfestival en daarna schopte ze het tot rechter. Daarnaast mag dan het Sandra Reemerplantsoen en de Mary Sevaesstraat. Een Heintje Davidssteeg wekt maar verwarring: ligt ie er wel of ligt ie er niet dus misschien moeten we naar haar maar een brug of een pont vernoemen.

Mijn eigen stad heeft sinds een paar jaar een nieuwe wijk, gelegen achter de Frans Hals-buurt (die natuurlijk een Judith Leysterstraat heeft). Deze nieuwe buurt heeft namen van Haagse School-schilders. En ja hoor, naast het Mauveplein ligt de Lizzy Ansighstraat. Maar waar zijn de andere ‘Joffers’? Waar zijn Coba Ritsema (nota bene in Haarlem geboren), waar is Suze Robertson (die op de academie actie voerde om toegang te krijgen tot de lessen tekenen van naaktmodellen en haar zin kreeg) en waar wordt Lizzy’s tante Thèrèse Swartze geëerd?
Eén straat op een hele wijk is een beetje magertjes, gemeente. De bekendste ‘dochter’ van de stad is ongetwijfeld Kenau, die een straat én een park heeft. Mooi, maar natuurlijk wel het minste wat je kan verwachten voor het beschermen van de stad. Hanny Schaft heeft ook een eigen straat, net als Corrie ten Boom. Maar ik moest ze Googelen (en ik weet eerlijk gezegd nóg niet waar het is).
Maar een straat diep in Parkwijk is nog altijd beter dan géén straat. Margaretha van Bancken (van 1681 tot 1694 uitgever van onder meer Haarlems Dagblad) en Johanna Elisabeth Swaving (van 1799 tot 1826 eigenaar van dezelfde krant de drukkerij Enschedé èn degene die het contract binnensleepte om de Nederlandse bankbiljetten te mogen drukken) hebben géén eigen straat.

 

Voor meer informatie over de Joffers en/of de weduwen die de krant in handen hadden, zie De KUNSTcanon van Haarlem

Read Full Post »

Een aantal weken geleden schreef ik een stukje over een spreekwoordelijk geworden vrouw (tenminste, bij ons thuis wel), Heintje Davids. Een aantal van mijn generatiegenoten kende haar niet eens, voor anderen was het een oh-ja, zíj!-gevoel.
Zelf ben ik vooral gaan broeden op méér spreekwoordelijk geworden vrouwen maar ik kwam vooral steeds bij die éne uit, die oud-stadsgenote van mij: Kenau.
Jarenlang was het woord ‘kenau’ synoniem voor een bazige, norse vrouw. Denk ‘de Bulstronk’ uit het boek Mathilda van Roald Dahl. De uitdrukking was afkomstig van Kenau Simons Hasselaar die in de 16e eeuw een scheepswerf bestierde. Die had ze geërfd van haar man. Toen de Spanjaarden aan de poort stonden leverde ze hout om de slecht onderhouden stadspoorten te versterken. Later kreeg ze zelfs een vrouwenleger op de been dat door kokende pek over de belegeraars uit te gieten de stad heeft verdedigd.
Nadat alle ellende over was stuurde ze het stadsbestuur een rekening voor het geleverde hout. En dat schoot in het verkeerde keelgat. Kenau was dus misschien één van de eerste, maar zeker niet de laatste vrouw die verguisd wordt vanwege een opstelling die van mannen gewoon geaccepteerd zou worden.
Misschien kunnen we de negatieve klank van de uitdrukking ‘Kenau’ ombuigen naar een positieve. ‘Zij is echt een Kenau’, betekent dan ‘zij is echt een goede zakenvrouw’.

 

Wil je meer lezen over deze vrouw? In zowel ‘De canon van Haarlem’ als ‘De KUNSTcanon van Haarlem’ staan hoofdstukken over deze legendarische vrouw.

Read Full Post »

2015 zal de geschiedenis in gaan als het jaar waarin er geen boek van Kim Bergshoeff uitkwam (heus, echt waar), maar dat wil niet zeggen dat ik stil heb gezeten, integendeel, ik heb op mijn fietsje kriskras door Haarlem gereden om allerlei mensen te spreken die terug te vinden zijn in mijn nieuwste boek: ‘De KUNSTcanon van Haarlem’ en ik heb zo af en toe overleg gehad met Eric J. Coolen die de bundel illustreerde en met Peter Hammann, mijn nieuwe, Haarlemse, uitgever.
En zondag 17 januari om 15.00 uur is de feestelijke presentatie bij boekhandel De Vries (natuurlijk in Haarlem). Je bent natuurlijk van harte welkom, laat je via kim@kimindepen.nl even weten dat je komt?
Van het boek is ook een ‘luxe’ versie verkrijgbaar, die kun je bestellen via deze link: http://www.ericcoolen.nl/kunstcanonvanhaarlem/ volge je mijn blog en/of ‘like’ je Kim in de pen op Facebook? Schrijf dan even bij opmerkingen ‘Kim in de pen’ en ik doe er iets extra’s bij (het maakt niet uit of je voor de luxe of gewone editie kiest).unnamed

Read Full Post »

Herken je de Haarlemmer aan de rechterkant van de foto?
12227231_10207909016027221_8226902623735041504_n

Read Full Post »

Als het goed is ligt hij komend weekend al in de winkels maar de officiële presentatie laat nog even op zich wachten. Daarover horen jullie binnenkort meer…
Daarom deze week nog even wat kietel-plaatjes van de KUNSTcanon van Haarlem
12208776_10207909016387230_4584010198252734844_n

Read Full Post »

In de Opzij van deze maand staat een interview met Sylvana (en inderdaad mevrouw Simons, ik wil heel graag weten waar dat jurkje vandaan komt, al ben ik bang dat het mij veel minder goed staat). De journalist zegt aan het begin van het interview Zelf kom je uit een gezin met vijftien broers en zussen (ik neem voor het gemak even de typografie van het interview over). Sylvana antwoord daarop: ‘Ja, maar ik ben als enigst kind opgegroeid, als een prinsesje. Ik was een nakomeling.’
Ehhhhhhm…maar die vijftien broers en zussen zijn toch óók nakomelingen van je ouders? Of zijn ze geadopteerd? Zo is mijn hond Roemer wel mijn ‘kind’ maar niet mijn nakomeling, hij is de nakomeling van zijn moeder Vrouwkje en vader Olex. Ik ben dan zelf wel weer een nakomeling van mijn ouders, voor zover ik weet de enige.
Ik vermoed dat Sylvana hier ‘nakomertje’ bedoelt en het zou zomaar kunnen dat ze dat ook gezegd heeft maar dat de journalist het verkeerd genoteerd heeft, dat gebeurt nogal eens namelijk en kan voor pijnlijke fouten zorgen. Bovendien, ook al zou Sylvana het wél verkeerd gezegd hebben dan vind ik het de taak van een journalist om dat netjes te corrigeren, niet tegenover de geïnterviewde maar wel in het stuk.
Zo sprak ik laatst iemand die het had over Haarlemse corveën. Hij bedoelde natuurlijk coryfeeën, en dat schrijf ik dan dus op.

Read Full Post »

Ruim twee jaar geleden kwam mijn tweede boek, De canon van Haarlem, uit. Daarna schreef ik nog twee boeken, een beknopte literatuurgeschiedenis en een boekje over kunstgeschiedenis, maar steeds als er een nieuw boek uitkwam vroegen mensen me ‘gaat het weer over Haarlem?’
Nee, dus. Maar ik nam me voor om wel snel wél weer iets over Haarlem te schrijven, een vervolg op ‘De canon van Haarlem’. Want tja, de mensen willen het. Omdat mijn uitgever gestopt was met De canon-reeks (de editie over Haarlem was de enige die echt goed verkocht werd) besloot ik het op een andere manier te doen: ik heb illustrator Eric J. Coolen gevraagd of hij samen met mij het vervolg op de canon wilde maken. En dat wilde hij. Extra leuk omdat deze editie over kunst gaat. Ik heb inmiddels 49 van de 50 verhalen geschreven en ik kan verklappen dat er iets in komt te staan over een weesjongetje, een dichteres die een tsaar onthaalde, een poppenhuizenmaakster en een vrouw die tijdens de oorlog half Nederland doorkruiste op de fiets. 20150729_153249
Ook Haarlemmers van nu krijgen een plekje in de nieuwe canon: ik heb onder anderen Mylou Frencken en Joost Speelman gesproken.
Het is de bedoeling dat De KUNSTcanon van Haarlem’ begin november uitkomt. Ik houd je natuurlijk op de hoogte!
20150813_145024

Read Full Post »

Twee jaar geleden overleed mijn moeder. Hoewel ik daar over het algemeen prima mee om kan gaan zijn er toch momenten waarop ik haar heel graag even zou willen bellen. Als ik ziek ben natuurlijk, of als alles stom is en de hele wereld tegen me samen lijkt te spannen (echt, het gebeurt) of als ik niet weet of ik nou mijn winterjas nog aan moet op de fiets of dat dat te warm is.Dan wil ik dus mijn moeder bellen.
Maar sinds een jaar of twee, eigenlijk sinds het uitkomen van ‘De canon van Haarlem’ , wil ik haar ook bellen om te zeggen ‘Je raadt nooit wie ik vandaag de hand heb geschud’ of ‘Weet je wie de illustraties bij mijn nieuwe boek wil maken?’
En dat allemaal dankzij de lieve Mylou Frencken die het eerste exemplaar van voorgenoemde canon in ontvangst wilde nemen en de mannen van het Ampzing-genootschap meenam. Onder hen Eric J. Coolen die mij vervolgens vroeg of ik columns voor wilde lezen op hun Moerstaal-avonden en die me in contact bracht met een echte ridder. 2015-04-09 17.13.46
Na ‘De canon van Haarlem’ heb ik een boek geschreven over literatuurgeschiedenis en eentje over kunstgeschiedenis maar bij beide nieuwe titels kreeg ik steeds de vraag ‘Gaat het weer over Haarlem?’, daarom besloot ik een vervolg te gaan schrijven op de canon, maar dan toegespitst op cultuur: verhalen over schilders, schrijvers, architectuur, een balletdanseres, een schrijvende wereldreizigster, een muze en een poppenhuizen-maakster. En een ridder. Want in Haarlem hebben we een echte ridder wonen: een illustrator met wiens tekeningen ik ben opgegroeid. ‘Wiele wiele stap’ en ‘Stappe stappe step’ ken ik nog steeds bijna helemaal uit mijn hoofd en toen ik iets groter was heb ik menig door hem geïllustreerd jeugdboek verslonden.
IMG_20150409_173735En nu lees ik mijn buurmeisje wekelijks voor. Het door Thé Tjong-Khing geschreven en getekende ‘De sprookjesverteller’ is haar favoriete boek.
Het exemplaar van mijn eerste canon dat ik voor hem mee had genomen bladerde hij gelijk enthousiast door (en dat terwijl ik in zijn biografie heb gelezen dat hij helemaal geen echte lezer is) ‘oh hebben Simon en Garfunkel hier gespeeld in de Waag? En Johnny Weismuller, dat is toch die acteur?’ (Thé Tjong-Khing is een groot liefhebber en kenner van films). Erg leuk om te zien dat hij nu eens een boek van míj in handen had, in plaats van andersom.
Ik ben benieuwd wat mijn buurmeisje zegt als ik haar laat zien dat hij voorin mij getekend heeft, schrijvend aan ‘De canon van Haarlem’. Ik hoop dat ze net zo onder de indruk is als mijn moeder zou zijn geweest.

Read Full Post »

De Binnenmoeder

Read Full Post »

Wat ik zoal doe op een werkdag? Nou, afgelopen maandag fietste ik onder een laagstaand zonnetje langs het Spaarne naar molen De Adriaan waar ik een afspraak had met kunstenaars Chiel Braat en Willemien Spook.
Sinds maart 2012 is Chiel namelijk elke maandag in de molen aan het werk aan zijn ‘Panorama Adriaan’, een idee van Willemien. Hij schildert op de muur van de molen het stadsgezicht van Haarlem zoals het eruit zag in 1778, het jaar dat de molen voor het eerst gebouwd werd (in 1932 brandde de Adriaan af en in 2000 werd hij herbouwd).
Ruim twee jaar is hij nu bezig met het schilderen en er zijn al een heleboel bekende ijkpunten te zien; De Grote Markt met het stadhuis, De Bavo, de Adriaan zelf en de Amsterdamse Poort. Maar er zijn ook dingen op te zien die we nu niet meer kennen zoals de Nicolaasbrug (gesloopt in 1807) die de Koralensteeg met de Koudehoorn verbond en een groot buiten omringd door een bos dat op de plek lag waar nu de Slachthuisbuurt staat. Giel hoopt dat hij ruimte genoeg heeft om Het Dolhuys (nu museum voor de psychiatrie, vroeger pest- en leprozenhuis) ook aan het panorama toe te voegen.

Willemien en Chiel bij het Panorama

Willemien en Chiel bij het Panorama

Panorama Adriaan
Als je goed kijkt kun je de ‘grapjes’ vinden die Chiel aan zijn werk heeft toegevoegd. Zo heeft de kat van zijn moeder een plekje op de wandschildering gekregen en staat er in één wei een olifant. Ook is een spijker in de muur omgevormd tot wiel voor een kar die over de Grote Markt rijdt.
Chiel werkt heel gedetailleerd en met oog voor detail. Hij heeft een grote interesse voor oude panden. Niet per sé voor de mooie gebouwen van de stad maar juist van de ‘gewone’ huizen die het gezicht van de stad bepalen. Sloop vindt hij diefstal. Daarom tekent hij vaak panden die op de nominatie voor de sloop staan na, om ze toch te ‘bewaren’. Samen met Willemien maakte hij eerder het boek ‘Gesloopt verleden tijd’ met daarin tekeningen van gesloopte panden naast foto’s van de huidige situatie.
Omdat ik bezig ben met het schrijven van een vervolg op mijn boek ‘De canon van Haarlem’ was ik extra nieuwsgierig naar ‘Panorama Adriaan’ en het verhaal erachter. Omdat ik Willemien via via ken mailde ik haar met wat vragen en zij nodigde me uit om te komen kijken als Chiel aan het werk was in de molen. Een hele fijne onderbreking van de werkdag achter de computer. Vooral omdat de zon ook door het raam kwam gluren. Daarnaast verklapte Willemien me ook nog een geheim waar ik hopelijk in de toekomst meer over kan vertellen…
Tijdens mijn fietstochtje terug naar huis had ik ‘Haarlem wat ben je mooi’ in mijn hoofd. Hoe zou dat nou toch komen?

Read Full Post »

Older Posts »