Feeds:
Berichten
Reacties

De op één na laatste roman van de Women’s Prize for Fiction shortlist is Trespasses, één van de grote kanshebbers. Het speelt zich af in en rond het Belfast (een stad die me na aan het hart ligt) van de jaren ’70. Wie Belfast zegt, zegt ‘the Troubles’ en die spelen zeker een grote rol in deze ingetogen en roerende roman.
De catholieke Cushla werkt op een basisschool en helpt haar broer soms in de pub die ooit van hun vader was. Op een dag ontmoet ze daar Michael die veel ouder is dan zij en bovendien getrouwd en protestant. Hij werkt als advocaat en heeft sympathie voor de jongeren die betrokken raken bij de gewapende conflicten. Hij vraagt Cushla of zij hem en een paar van zijn vrienden wil helpen om Iers te leren.
En dan is er ook nog die ene leerling die wordt buitengesloten op school omdat zijn ouders een gemengd huwelijk hebben.
‘Trespasses’ is een prachtige roman die doet denken aan het werk van Sally Rooney: de. hoofdpersoon is een intelligente jonge twintiger die haar weg moet zien te vinden in de wereld en het beste probeert te doen maar soms onhandige dingen doet op het gebied van relaties. Psychologische roman en historische fictie in één. Zeer de moeite waard.

Ik heb geen idee of er onderzoek is gedaan naar wat het meest gekochte moederdagcadeau van 2023 is, maar het zou mij niet verbazen als ‘een boek’ het dit jaar heeft gewonnen van ‘een douchegel en bodylotion in geschenkverpakking’. Want met ‘een boek’ bedoel ik natuurlijk niet zomaar een boek: het laatste deel van de populaire Zeven zussen-serie kwam net op tijd voor moederdag uit, wat resulteerde in iets dat de Nederland Leest-campagne al jarenlang voor elkaar probeert te krijgen: het halve land las tegelijkertijd hetzelfde boek.
Voordat ik aan het eerste deel van de serie begon, dacht ik dat het niets voor mij was. De boeken werden namelijk in de markt gezet als ‘voor de Libelle-lezeres’ (tenminste, die indruk kreeg ik). Voor de vrouw die boeken leest met zoete kleurtjes op het omslag die gaan over een bakkerijtje op een kneuterige locatie. Of iets van Santa Montefiore, een auteur waarvan het me niet is gelukt om ook maar één hoofdstuk te lezen zonder jeuk te krijgen.
Maar toen sprak ik iemand die ik verdenk van goede smaak en zij was enthousiast over de serie, dus waagde ik me er ook eens aan.
En nu is er dan het laatste deel. Niet met één van de zussen in de hoofdrol, maar hun mysterieuze vader, een personage waar ik als lezer al veel van houd, ook al weet ik weinig over hem.
Sommige lezers zijn kritisch over dit laatste deel, dat deels door de zoon van de in 2021 overleden auteur is geschreven. Zij vinden bij voorbeeld dat alles wel ‘heel toevallig’ samenkomt en dat dingen te makkelijk worden geaccepteerd door de personages. Die lezers zijn duidelijk niet bekend met de literatuurstroming magisch realisme. In de romans van Gabriel Garcia Marques en Isabel Allende gebeuren ook de gekste dingen. En ik wil niet beweren dat De Zeven Zussen Literatuur is, maar zie het als een modern sprookje. Er gebeuren soms rare dingen en de personages zijn figuren die ergens symbool voor staan (Kreeg Eszu hoef ik niet uit te leggen, toch?). Laat je scepsis even varen en laat je meevoeren met een wonderlijk verhaal. De boeken van Lucinda Riley zijn heerlijk escapisme maar je steekt tegelijkertijd een heleboel op over de Europese geschiedenis. Dit laatste deel bevat ook nog een middelvingertje aan het adres van Ronald Reagan, altijd fijn.

Soms is fictie echter dan de waarheid. Wat mij betreft is dat het geval bij ‘Black Butterflies’, de debuutroman van Priscilla Morris die is genomineerd voor de Ondaatje prijs en op de shortlist van de Women’s Prize for Fiction staat. De roman is gebaseerd op de ervaringen van de oudoom van de auteur, de dagboeken van haar vader en de ooggetuigenverslagen van diverse mensen die begin jaren ’90 van de vorige eeuw in Sarajevo woonden.

De 55-jarige Zora ziet in het voorjaar van 992 haar stad langzaamaan veranderen. Ze woont en werkt -als kunstenaar en docent- in Sarajevo, een stad die altijd een smeltkroes van nationaliteiten en religies is geweest. Een stad waarin ze met opa en oma mee kon naar de katholieke kerk en op islamitische feestdagen welkom was om bij de buren baklava te komen eten. Een stad die ze met veel liefde schildert: met name de bruggen. Maar nu zijn er barricades en protesten van burgers die gewoon vreedzaam willen samenleven met hun buren en niets geven om Bosnisch, Kroatisch of Servisch.
Maar dan komen er krakers in het huis van haar oude moeder die tijdelijk bij Zora en haar man inwoont en is het verstandiger als oma even op adem komt bij haar kleindochter die in Engeland woont. Zora kan niet mee want ze heeft haar werk. Dus gaat haar man Franjo met zijn schoonmoeder naar Engeland, met het voornemen om snel weer terug te komen.
Maar dan wordt de stad belegerd…

Als dit boek niet was genomineerd voor de Women’s Prize for Fiction, dan had ik het misschien nooit gelezen, ik heb namelijk het gevoel dat ik het genre ‘oorlogsboek’ wel uit heb gelezen in mijn jeugdjaren. Maar deze roman had ik niet willen missen. De oorlog vormt de achtergrond, maar het onderwerp is kunst, liefde voor een stad, naastenliefde, verbinding, kracht en hoop. En de schrijfstijl zorgt ervoor dat het boek meer mooi dan verdrietig en meer hoopvol dan zwaar is. Black Butterflies is tot nu toe mijn favoriet voor de Women’s Prize 2023

kort verhaal-England

Pod-Laline Paull

Het dunste boek van de shortlist voor de Woman’s Prize for Fiction is zeker niet het luchtigste. Pod volgt het leven van diverse oceaandieren: Ea, een langsnuitdolfijn die haar school verlaat, een school tuimelaars, een Napoleon-lippenvis en nog een paar anderen. Al deze dieren hebben moeite om te overleven onder veranderde omstandigheden en zijn zeer afhankelijk van hun positie in de groep en van sterke familiebanden.
Dat de natuur wreed is weet iedereen, maar het lezen van de manier waarop dolfijnen, over het algemeen toch gezien als vriendelijke en ‘aaibare’ dieren, met elkaar omgaan was soms lastig te slikken. Verkrachting en het markeren van anderen als ‘eigendom’ was aan de orde van de dag. ‘Pod’ is absoluut een goedgeschreven roman die als geen ander de invloed van menselijk handelen op het leven van zeedieren laat zien en voelen. De auteur heeft zich enorm goed ingelezen in het leven van diverse soorten en een spannend en gelaagd verhaal geschreven. Ik was alleen na het lezen wel toe aan iets luchtigers (het werd Percy Jackson and the last Olympian, ook spannend, maar met minder verkrachtingsscènes).

Onlangs werd de shortlist voor de Women’s Prize for Fiction bekendgemaakt. Van de zes genomineerde titels had ik er één al gelezen: The Marriage Portrait , het op één na dikste werk van de stapel van 6. Het dikste is ‘Demon Copperhead’.

Tijdens het breien, of als ik in bad lig, luister ik vaak naar Audible, een app waarop je luisterboeken kunt horen. Al maanden ben ik, samen met Richard Armitage, bezig met het luisteren van ‘David Copperfield’. Het duurde dan ook niet lang voordat ik me realiseerde dat ‘Demon Copperhead’ een moderne hervertelling van die klassieke roman van Charles Dickens is. In plaats van het Londen uit het midden van de 19e eeuw, speelt deze roman zich af in het Virginia, Verenigde Staten van het einde van de 20e eeuw. Maar net als de Dickensiaanse roman waarop het gebaseerd is, is het een onversneden aanklacht tegen de manier waarop weeskinderen behandeld worden, en een aanklacht tegen de opiod crisis (de verslaving aan pijnstillers) die veel jonge mensen in hun greep heeft. De auteur heeft in mei 2023 dan ook de Pullitzer Prize for Fiction gekregen voor deze roman.

Demom Copperhead wordt geboren in een woonwagen, als zoon van een tienermoeder en een overleden vader. Het gaat bijna mis, want hij wordt geboren met de zak met vruchtwater nog intact. Maar gelukkig komt zijn grootmoeder langs, helpt bij de bevalling, geeft nog even de wijsheid mee dat deze geboorte betekent dat hij nooit zal verdrinken, en vertrekt dan weer omdat ze op een meisje had gehoopt.
Het leven van de roodharige melungeon (groep mensen van gemengde Portugees-Arabisch-Joods en Appelachian afkomst) leest als een mengeling van de klassieke roman van Charles Dickens en een Reba McEntire-album vol termen als trailer trash, victim of circomstance en I’m a survivor. Elk geliefd personage uit het origineel heeft een moderne evenknie: het dienstmeisje uit het origineel is een oudere buurvrouw die haar kleinkinderen in huis heeft genomen en Demon er ook nog wel bij kan hebben op dagen dat zijn moeder dronken is of haar roes uitslaapt, de ‘vriend’ tegen wie hij huizenhoog opkijkt maar eigenlijk niet te vertrouwen is, valt ook snel te herkennen en gelukkig is er ook vriendin Agnes, maar dan nèt even anders.
Bij vlagen doet de roman denken aan ‘The Goldfinch’, maar dan net iets minder deprimerend. Het was voor mij, als lezer, altijd wel duidelijk dat Demon er wel weer bovenop zou komen.
De grootste eye-opener voor mij was, hoe veel het verhaal van het personage Mike Ross uit de serie Suits eigenlijk overeenkomt met dat van David Copperfield, en dan met zowèl het originele verhaal als deze moderne hertelling. Dat had ik me, tijdens het luisten naar het origineel, helemaal niet gerealiseerd…

Stel je een romanpersonage voor dat precies het tegenovergestelde is van Tyrion Lannister van A song of Ice and Fire. Dan kom je dus uit op iemand die lang is, een prettig of in ieder geval betrouwbaar gezicht heeft en niet zo heel vlot van begrip is (of: een beetje goedgelovig). En dat is precies de beschrijving van Sir Duncan the Tall, held van ‘A knight of the Seven Kingsdoms, een een collectie van drie verhalen die zich een eeuw voor de gebeurtenissen uit ‘A Game of Thrones’ afspelen. Want dat is ook nog een verschil: in plaats van een collectie hele dikke boeken waarvan het laatste deel al meer dan tien jaar op zich laat wachten, is dit één boek van normale omvang dat drie afgeronde verhalen bevat. En niet te vergeten een heleboel mooie illustraties.
In het eerste verhaal krijgt de kersverse hedge knight Dunk tegen wil en dank een schildknaap (over wie een enorme spoiler te lezen is op de achterkant van het boek, lees dat dus niet) die bepaald niet goed weet wat ‘dienstbaar’ en ‘bescheiden’ is. Deze Egg met zijn kale bolletje is echter scherp van geest en weet alles van de grote huizen die in Westeros te vinden zijn.
‘A Knight of the Seven Kingdoms’ is net zo onderhoudend als de andere romans van George R. R. Martin en wel fijn voor lezers die het zat zijn om meer dan tier jaar op een volgend deel te wachten: het zijn afgeronde verhalen (en daarna is het weer wachten op The Winds of Winter).