Ik ben moe. Niet omdat ik een aantal dagen voor een grieperige man en zijn hond heb moeten zorgen of omdat ik in die dagen erna zelf heel verkouden werd en daarna niet makkelijk adem kon halen. En dus slecht sliep. Nee, dat was allemaal heel vermoeiend, maar dat valt in het niet in vergelijking met hoe moe en moedeloos ik word van Facebook de laatste dagen. Het is daar namelijk één grote klaagmuur van Boomers die in hun wiek geschoten zijn omdat een uitgeverij in een ánder land een paar woorden gaat veranderen in oude jeugdboeken. Het gaat om de boeken van Roald Dahl, die menig Boomer aan diens kind, neefje of nichtje heeft voorgelezen. En blijkbaar is dat net zo heilig als Sinterklaas. Mijn Facebook tijdlijn wordt overspoeld met cartoons of artikelen over het Groot Onrecht en in boekengroepjes wordt je doodgegooid met verontwaardigde opmerkingen. ‘Het wordt steeds gekker in dit land!’ (Nee, Joke, dat is in Engeland). De ene na de andere cartoon waarin Roald Dahl ‘zich omdraait in zijn graf’ of alle titels moeten worden aangepast naar niets dat meer ‘woke’ zou zijn (ze snappen weer niet wat woke is). Blijkbaar zijn er zelfs mensen met een spuitbus op uit getrokken om de woorden waar de oude woorden door vervangen worden op verkeersborden te spuiten. En de allerergste zeikerds vergelijken het nieuws met het nieuws over dichter Pim Lammers. Dan ben je wel heel ver van het padje af: een dichter die schrijft over lhbtiq+ onderwerpen met de dood bedreigen is nìet hetzelfde als een paar woorden in het verouderde oeuvre van een lang overleden auteur aanpassen. Wie dat niet begrijpt moet maar eens kijken naar de aflevering van Dr. Nasrs Wunderkammer waarin Ramsey Nasr een stukje voorleest uit een kinderboek uit de jaren ’40 waarin Afrikaanse kindertjes als hoofdpersonen worden opgevoerd. Laat ik het erop houden dat ze in ‘De Bananenstraat’ wonen en dat dat nog het minst schokkende is dat met de beste intenties van de wereld is opgeschreven. De wereld verandert, taalgebruik dat ooit normaal was kan nu niet meer. Vroeger was het normaal om te zeggen ‘Dit kind is imbiciel’, nu is het een scheldwoord. Maar Boomers lijken over elke verandering moord en brand over te moeten schreeuwen. Een nieuwe Sinterklaas: nog voordat de man ‘dag hoor’ heeft kunnen zeggen moeten ze overal op Facebook al schrijven ‘dat die andere de enige echte was’. Is dit hun ‘raging against the dying of the light?’. Ik had meer verwacht van de generatie die het maagdenhuis bezette, demonstreerde tegen de bom en pleitte voor ‘baas in eigen buik’. Misschien kunnen ze zich druk maken om wat de christenfundamentalisten in de Amerikaanse staat Tennessee proberen te doen: ze willen een boek over zeepaardjes verbieden omdat het genderfluïditeit en het idee dan mannen zwanger kunnen zijnj normaliseert. Het zou zo fijn zijn als de oudere generatie zich zo af en toe zou realiseren ‘dit is niet voor mij’. Zo las ik laatst een stuk over grote, rode rubberen laarzen die een tiktok-trend zijn. Dat laatste is voor mij al een teken: tiktok, dat is niet voor mij. En die laarzen, die eruit zien als het schoeisel van een stripfiguurtje. Ik hoef daar dus niets van te vinden. En al zou ik er iets van vinden, bijvoorbeeld dat ze lelijk zijn of juist leuk, dan hoef ik dat niet wereldkundig te maken. Dat is voor een andere generatie, veel plezier ermee en kijk uit dat je niet op je muil gaat. Dag hoor.
Ik stond in het Liverpoolse filiaal van de Waterstones met vijf boeken in mijn armen bij de kassa. En dat was onhandig want op elk van die boeken zat een sticker met ‘Buy one Get one HALF PRICE’. Een oneven aantal kopen zou dus dom zijn. Dus vroeg ik aan de jongere achter de kassa of zij me kon adviseren. Van één titel wist ze zeker dat die goed was, van een ander wist ze dat die goed verkocht was en de enige waar ze niets over zeggen kon was nou juist een titel waar ik zelf heel nieuwsgierig naar was (Cunning Women, ik heb mezelf niet teleurgesteld). Toen heb ik er nog maar een boek van de tafel bij gepakt. Het boek dat zo goed verkocht had was ‘The Wolf Den’ en het omslag kwam me bekend voor, ik had het waarschijnlijk al een paar keer langs zien komen in GoodReads. Niet verwonderlijk want het genre is historische fictie, toch wel zo’n beetje mijn genre. Op de achterflap lees ik dat het tijdschrift Red het ‘A one-of-a-kind historical novel’ heeft genoemd ‘that fans of Circe will love’. Nu ben ik absoluut een fan van Circe maar ‘love’ en ‘The Wolf Den’ zijn niet twee termen die ik snel in één zin zou gebruiken.
Amara is niet haar echte naam, het is de naam die ze heeft gekregen toen ze aankwam in Pompeï en te werk werd gesteld in het stadsbordeel. Ooit was ze het geliefd enigskind van een dokter in Griekenland. Nu is ze het eigendom van een man die ze haat. Ze weet dat ze veel slimmer is dan hij maar moet dat verborgen houden zodat ze zijn eigen trucjes tegen hem kan gebruiken. Lichtpunt in haar leven zijn de vrouwen met wie ze haar lot deelt: veerkrachtig, eensgezind en trouw aan elkaar moeten ze zien te overleven met weinig eten en verkrachting en mishandeling op dagelijkse basis. Want dat is wat het is als vrouwen er niet zelf voor kiezen om sekswerker te worden: verkrachting waar je voor betaalt aan een mensenhandelaar. ‘The Wolf Den’ schetst een rauw en levendig beeld van het Pompeï in het jaar 74, de klassieke Romeinse tijd die voor velen tot de verbeelding spreekt maar waarschijnlijk voor velen veel lelijker en bruter was dan we ons realiseren. En daar gaat de vergelijking met Circe mank. ‘The Wolf Den’ is absoluut een goede roman, maar waar Circe me heel blij maakte, maakte deze roman me vooral verdrietig. Ik sta dus niet echt te springen om aan deel twee van de trilogie te beginnen, al wil ik dan wel weer weten hoe het verder gaat.
Het boek ‘The personal librarian’ dook sinds 2021 met regelmaat op in lijstjes met populaire historische romans. Eén van beide auteurs had al eerder een roman geschreven over Hedy Lamarr, de filmster die samen met een vriend een uitvinding deed die later Bluetooth en WiFi mogelijk maakte. Een filmster die eigenlijk uitvinder wilde zijn…dat spreekt natuurlijk enorm tot de verbeelding en toen ze opdook in een aflevering van de serie Timeless, ging ik op zoek naar boeken over deze vrouw. Ik kocht de biografie met de lekker bondige titel ‘Hedy’s Folly: The Life and Breakthrough Inventions of Hedy Lamarr, the Most Beautiful Woman in the World‘ En laat ik je vertellen dat zelfs met het gebruik van zo veel woorden is de auteur er niet in geslaagd de lading te dekken: de biografie ging namelijk maar een heel klein beetje over Hedy Lamarr en heel veel over haar mede-uitvinder, componist George Antheil. De auteur wilde waarschijnlijk liever over hem schrijven maar dacht dat een foto van Hedy Lamarr op het omslag beter zou verkopen. Het boek deed totaal geen recht aan de gevatte en intrigerende vertolking van deze vrouw die ik in ‘Timeless’ had gezien. Het was haast ironisch: de hyperintelligente vrouw die haar leven lang onderschat werd en niet gehoord kreeg een, door een man geschreven, biografie waarin ze gereduceerd werd tot wat stijlvolle foto’s en een ondergeschikte rol naast een man. Ik hoopte dat een roman, geschreven door een vrouw, een beter beeld zou geven. Wat Marie Benedict in ieder geval stukken beter doet dan de man die de biografie schreef: het gaat over Hedy (geboren onder de naam Hedwig Kiesler) en we volgen haar leven, ieder ander is een bijfiguur. Het boek begint op het toneel in Wenen waar de 19-jarige Hedy bedolven wordt onder bloemen (iets wat daar ongebruikelijk is) na haar vertolking van keizerin Sissy. Haar aanbidder is de 30-jarige Fritz Mandl die niet alleen een reputatie heeft als playboy maar ook de bijnaam Merchant of Death heeft omdat hij wapenhandelaar is. Hedy’s ouders volgen angstvallig de ontwikkelingen in Duitsland waar de antisemitische Hitler aan de macht komt. Hoe zal Oostenrijk hierop reageren? Kunnen zij binnenkort hun leven ook niet meer zeker zijn? Ze weten dat Mandl een beslissende rol zal gaan spelen in de toekomst van Oostenrijk en mogelijk zal beslissen over hun lot. Ze hebben daarom het gevoel dat ze geen ‘nee’ kunnen zeggen als hij vraagt of hij hun dochter mee uit eten mag nemen. Wat volgde weet menigeen: een huwelijk, vele etentjes met partijbonzen en tot slot een vlucht die Hedy Kiesler van frau Mandl in Hedy Lamarr zou veranderen. Ik zou iedereen die haar verhaal nog nìet kent dit boek veel eerder aanraden dan die zogenaamde biografie maar ik hoop nog steeds dat er een beter, vollediger, boek komt. ‘The only woman in the room’ blijft namelijk nog steeds een beetje oppervlakkig. Ik heb na het lezen niet echt het gevoel dat ik haar kèn. Ze heeft voor mij geen eigen stem gekregen, ze is niet gaan leven. En dat terwijl er van haar toch legio quotes bekend zijn die een beeld geven van haar karakter. Denk bijvoorbeeld aan ‘Any girl can look glamorous. All you have to do is stand still and look stupid.’
Er was eens iemand die Pim heette en mooie gedichtjes schreef. Gedichtjes over een tante met een baard die blauwe jurken draagt en postzegels spaart. Gedichtjes over verliefd zijn en dat Eva op Mo is en zijn tantes op elkaar. Pim mocht speciale gedichten schrijven voor de Kinderboekenweek. Maar dat mocht niet van de christenfundamentalisten (dat zijn mensen die zeggen dat God van ze houdt maar ze doen precies alles waarvan Jezus heeft gezegd dat je dat beter niet kunt doen). Want de christenfundamentalisten houden niet van verhalen waarin meisjes op meisjes en jongens op jongens verliefd mogen zijn. Dus gingen ze zoeken, naar een stok om mee te slaan. Want ze wisten wel dat ze, als ze zouden zeggen dat ze het stom vinden dat de tantes verliefd op elkaar mogen zijn, niet veel mensen naar ze zouden luisteren. Dus gingen ze graven in alles wat Pim ooit geschreven heeft. En toen vonden ze een verhaal, geschreven voor grote mensen, over een jongen die speciale aandacht krijgt van een volwassene. Aandacht die niet helemaal ok is omdat die mijnheer aan die jongen wil zitten. En toen begonnen de christenfundamentalisten te schreeuwen over pedofilie. Wat raar is, omdat mensen die detectives schrijven ook geen moordenaars zijn (meestal). Maar het P-woord is de grootste stok waar je mee kunt slaan. En al snel gingen andere mensen mee-schreeuwen. Mensen die zichzelf een moeder met een hoofdletter M noemen: de zus van Jan Smit en een fotomodel dat lelijk praat. Ze vonden dat de kinderen beschermd moeten worden…tegen literatuur…? Waar kennen we dat toch van. Nu is het een bekend fenomeen dat moederschap je brein (tijdelijk) aan kan tasten, vraag maar aan Megan en Kate (of nee, doe maar niet…). Maar ik heb een tip: als je je achter een cause wil scharen, kijk dan even om je heen. Zie je nazi’s (zoals Wybren van Haga, leden van NEE21 of Forum voor Demagogie)? Of christenfundamentalisten? Wacht dan nog even met iets zeggen en het maken van een protestbordje en kijk even kritisch naar wat er echt aan de hand is. Laat je niet voor het karretje van een haatlobby spannen. Het doel van deze reli’s was helemaal niet om ‘de kinderen te beschermen’, ze wilden een regenboogstem het zwijgen opleggen en daar heb je aan bijgedragen met je domme tweets. Het werd zo erg dat de Pim van de lieve gedichtjes doodsbedreigingen kreeg en zich heeft teruggetrokken. Wil je je kinderen ècht beschermen, praat dan over pedoseksualiteit en leer ze duidelijk ‘nee, dat wil ik niet’, zeggen. En dwing ze dus ook niet om die ene oom die ze een beetje eng vinden een kus te geven, een handje geven is ook beleefd. Leer ze dat hun lichaam van hen is en dat ze grenzen aan mogen geven en respecteer die. En laat ze lezen wat ze willen.
Ik was helemaal niet van plan om over dit boek te schrijven. Ik heb het ook niet echt gelezen, ik heb het geluisterd. Tijdens het breien. Zevenentwintig hartjes met aan weerszijden een kabel van ongeveer anderhalve meter, terwijl Harry vertelde. En hij vertelde goed. Zelfs de passages waarin hij verteld over zijn tijd in het leger, die ik zelf iets minder interessant vond, wist hij zodanig te vertellen dat ik bleef luisteren. En zijn stem was ook niet onprettig (en ik ben nogal kritisch als het gaat om voorleesstemmen). Maar ‘men’ is pissig. Van de week vroeg iemand in een Facebookgroep voor lezers of mensen ‘Spare’ al gelezen hebben en wat ze er van vonden. Iemand reageerde als volgt: ‘Persoonlijk denk ik dat die alles doen, hun bekendheid gebruiken om geld te verdienen want ze waren gewoon van veel geld te krijgen, die levensstijl willen ze behouden en nu moeten ze dat geld zelf zien te vinden. Dus of het allemaal waar is wat er in staat.. Denk sowieso belust op sensatie om meer te verkopen en dus meer bekendheid, meer geld te verwerven ipv een echte meerwaarde qua inhoud.‘ (gebrek aan interpunctie en logica zijn van haar hand, niet de mijne). Een ander reageerde met ‘Ik volg de tabloids een beetje en (…) alles wat erin beschreven staat komt uit de herinneringen en interpretaties van een man met het verstand van een kind die niks in perspectief kan zetten en alles verdraait zolang het maar in z’n kraam past… bvb mijn broer kreeg bij het ontbijt 3 worstjes en ik maar 2, toen hij de vraag stelde waarom hebben ze hem geantwoord “omdat je broer later koning zal worden en jij bent maar de reserve” waarheid of kinderlijke fantasie en jaloezie????….‘ Wat mij betreft ben je na de eerste zin al af (‘ik volg de tabloids’, alsof je daarmee geïnformeerd bent…) en ik vraag me ook sterk af welk boek diegene gelezen heeft want op mij heeft het een heel andere indruk achter gelaten. Het enige punt van kritiek waar ik me een beetje in kan vinden is dat Harry wat onvolwassen is. Dat blijkt uit uitglijders die hij in zijn jonge jaren maakte (zoals naar een verkleedfeestje gaan in een Nazi-uniform). Het voordeel van een kinderlijk karakter is dat hij er ook voor open staat om te leren en er absoluut geen probleem mee heeft om ‘sorry’ te zeggen en in gesprek te gaan met een rabbi die hem de geschiedenisles geeft die hij al eerder had moeten krijgen. En er is nog wel meer dat hij eerder had moeten krijgen: goede begeleiding na het overlijden van zijn moeder, bijvoorbeeld. Iemand die zegt dat het niet ok is om Harry de zondebok van de familie te maken als dat PR-technisch even goed uit komt. En iemand die het lef heeft om paparazzi dood door schuld ten laste te leggen na het overlijden van prinses Diana. Ik kreeg helemaal niet het gevoel dat Harry met dit boek de oorlog verklaart aan zijn familie, ik vond juist dat hij liefdevol schreef (vertelde) over ‘Pa’, ‘Willy’ en ‘Granny’. Het zijn de mensen aan het hof met wie hij een probleem heeft, de mensen die banden hebben met de pers en hem keer op keer dwarsbomen als hij leugens uit de pers wil laten rechtzetten. En ja, ik begrijp waarom hij en zijn gezin niet meer in het Verenigd Koninkrijk wonen: de angst dat met Megan zou gebeuren wat er met zijn moeder is gebeurd begrijp ik heel goed. De passage waarin hij vertelt dat Meg hem belde terwijl ze in Canada over een gladde weg reed terwijl ze omringd werd door roddelfotografen die haar verblindden met hun flitslicht was heel beklemmend. En dan kun je nog 100 keer zeggen dat ze actrice is en heeft gekozen voor de spotlight: niemand kiest ervoor om zodanig in eigen huis belaagd te worden dat je afstand moet doen van je hond omdat die het niet meer aankan dat er dag en nacht aanhoudend wordt aangebeld. Ik ben dan misschien niet zo goed geïnformeerd als iemand die de roddelpers volgt (dit is sarcasme), maar ik heb het boek geluisterd en ik vind het helemaal niet zo sensatiebelust of rancuneus. Het is een autobiografie van een hele normale jongen die onder zeer abnormale omstandigheden opgroeit. Iemand die een hechtere band zou willen hebben met zijn broer. Iemand die al zeer jong zijn moeder heeft moeten missen en daardoor waarschijnlijk niet zo heel stabiel of volwassen is geworden. Iemand die soms iets doms doet. En dan sorry zegt. Maar die kennen we allemaal wel, toch? Leden van een koninklijk huis die soms iets doen dat niet zo handig is, gewoon omdat ze niet echt een goed beeld hebben van wat normaal is.
Wist je dat je je, als je een paraffinekaars verbrandt, je eigenlijk plastic aan het verbranden bent? Paraffine is een restproduct van de aardolie-industrie en als je een ‘gewone’ kaars aansteekt, komen er een heleboel schadelijke stoffen vrij. Voor EcoGoodies schreef ik een blogpost over een milieuvriendelijk alternatief voor paraffinekaarsen, want die zijn er, in verschillende maten en geuren.
Als ik schrijf heb ik vaak een koptelefoon op en Spotify aan. Het voordeel van Spotify boven ‘gewone’ radio of een cd opzetten, is het feit dat je afspeellijstjes kunt maken waarin je al je favoriete nummers achter elkaar kunt zetten. Zo kun je jezelf verzekeren van urenlang muziek zonder dat er één nummer tussen zit waar je een hekel aan hebt of dat de muziek wordt onderbroken door reclame. In mijn favoriete zelfgemaakte playlist staan bijna 2000 nummers en hij duurt meer dan 127 uur. Maar zo af en toe wil je iets anders en daarom maakt Spotify zelf ook afspeellijstjes. Zo luisterde ik van de week naar ‘All out 70’s’, een verzameling van nostalgie-liedjes uit een tijd die ik niet eens echt heb meegemaakt, maar ik natuurlijk wel ken van de radio of van platen die al bij mijn ouders in de kast stonden voordat ik geboren werd. Tijdens het typen kon ik lekker meezingen met every sha-la-la and every whoa whoa-oh. Zo af en toe skipte ik een nummer: ‘wat een infantiel deuntje, dit into’ (oh, natuurlijk: ABBA, dikke doei) of ‘wat een rotstem, en het is nog vals ook’ (de Stones mogen verder rollen zonder mij). Zoals dat meestal gaat met liedjes die ergens ver weg in je geheugen verstopt zaten en ineens weer van de plank zijn gehaald, bleven ze nogal hangen. En dan ééntje in het bijzonder. Het had iets van Fleetwood Mac kunnen zijn, waar mijn ouders platen van hadden, of dat nummer van Commodores dat op een best off Lionel Richie cd van mijn moeder stond, of iets van Elton John of John Denver….maar het was Mandy. Van Barry Manilow. En ze ging maar niet weg. Midden in de nacht, half wakker wordend omdat ik me om wil draaien, daar was ze weer: ‘But I sent you away Oh Mandy’ Maar ze ging niet. En het ergste is nog dat ik, als ik aan het nummer Mandy denk, gelijk moet denken aan de aflevering van Will & Grace waarin Barry Manilow een gastrol had. Tegen het einde van de aflevering ‘zingt’ Grace het bekende nummer maar dan als ‘Oh Mammy’. En dat is bijna net zo vals als Mick Jagger. En je raadt het al, als mijn brein ’s nachts klaar is met ‘Oh Mandy’ gaat het over in de versie van Grace… Ik denk dat ik vandaag maar eens de hoogtepunten van 40 jaar Kinderen voor Kinderen op repeat ga zetten, benieuwd of ‘Op een onbewoond eiland’ Mandy en Grace kan verslaan.
Onlangs kwam acteur Alan Cumming in het nieuws: op zijn 58e verjaardag zijn OBE (oder of the British Empire, de Britse versie van ‘het lintje’) heeft teruggegeven omdat de recente gesprekken over de manier waarop de Britten zich hebben gedragen tegenover oorspronkelijke bewoners van de landen in ‘the Empire’ hem de ogen hebben geopend. Hij is dankbaar voor de eer die hem ten deel viel in 2009, hij kreeg zijn onderscheiding voor zijn werk voor de podiumkunsten en voor LGBTQI+-emancipatie, maar door de associatie met the empire heeft hij zijn lintje teruggegeven. Zelf ken ik Alan vooral van zijn rol als Eli Gold in de serie ‘The Good Wife’ (en de spin-off ‘The Good Fight’) en onlangs hebben we het programma gekeken waarin hij samen met Miriam Margolyes in een camper door Schotland trekt, het land waarin hij is opgegroeid. Iedereen die dat programma gezien heeft zal weten dat een autobiografie van de vrolijke, lieve Alan geen lichte kost zal worden. Alan, zijn oudere broer Tom en zijn moeder Mary Darling (Darling is haar achternaam maar iedereen noemt haar bij haar volledige naam omdat die zo toepasselijk is) leven onder het juk van een tirannieke vader/echtgenoot. De hoofdstukken ‘Then’, waarin hij vertelt over zijn jeugd, worden afgewisseld met ‘Now’, waarin het 2010 is en Alan meedoet aan het programma ‘Who do you think you are?’ (Verborgen Verleden) waarin zijn stamboom wordt nageplozen en hij samen met de makers van het programma in de voetsporen zal treden van de vader van zijn moeder: Tommy Darling. Van Tommy is bekend dat hij in een oorlog heeft gevochten en daarna niet is teruggekeerd naar zijn gezin maar naar Maleisië is gegaan, waar hij is overleden na een schietincident. Maar is dat hoe het gegaan is? Intussen dropt de vader van Alan, die hij al jaren niet gesproken heeft, even een spreekwoordelijke bom waardoor het voorjaar van 2010 een veelbewogen periode in het leven van de acteur wordt. Het was me al duidelijk dat Alan Cumming een talentvolle acteur is en een charismatisch presentator met een aanstekelijke lach naar we je wil blijven kijken en luisteren (en dan is hij ook nog vegan, iets wat onbesproken blijft in het boek maar voor mij een extra glans geeft aan het aura van iemand die ik toch al bewonderde), maar hij blijkt óók nog goed te kunnen schrijven. Blurbs van Stephen Fry en Neil Gaiman krijg je niet zomaar…