Feeds:
Berichten
Reacties

Posts Tagged ‘Women’s Prize for Fiction’

Vanmorgen werd de shortlist van de Women’s Prize for Fiction bekendgemaakt. Restless Dolly Maunder staat erop, the Maiden helaas niet, the wren, the wren wèl.
Anne Enright is een naam die me heel bekend voorkwam en waarvan ik dus dacht al veel gelezen te hebben. Dat bleek niet waar te zijn, ik had alleen een bundel korte verhalen van haar hand gelezen, maar het staat vrij prominent in mijn kast, vandaar dat ik de naam waarschijnlijk heel vaak (onbewust) gezien heb. ‘the wren, the wren’ vond ik een mooie roman die me deed denken aan het werk van Sally Rooney. Wellicht vanwege het Ierse decor, maar waarschijnlijker nog vanwege de eenzaamheid van de sympathieke hoofdpersonen.
Nell is de kleindochter van een beroemde dichter, die ze echter nooit gekend heeft. Zelf schrijft ze ook, maar dan als ghostwriter voor een influencer (of beter gezegd, diens hond). In haar vrije tijd verdiept ze zich in de gedichten van haar opa, op wie ze schijnt te lijken.
Nells moeder heeft de poëet Phil McDuragh wel gekend, tenminste, in haar kinderjaren want in haar herinnering was hij ineens weg. Later was er ineens een tweede echtgenote in de Verenigde Staten, wat volgens de Ierse wet helemaal niet kon want hij was nog met zijn vorige vrouw, Carmels moeder, getrouwd. Hoe valt zijn plotselinge vertrek te rijmen met de gedichten die hij over haar en haar moeder schreef? Wie is hij echt? De man die hartstochtelijk kan houden van, of de afwezige man die in een interview terloops zegt dat zijn huwelijk geen stand hield omdat zijn vrouw ‘helaas ziek werd’?
Een aanrader voor lezers die van poëzie houden (de hoofdstukken worden afgewisseld met gedichten) en voor iedereen die de hele shortlist van de Women’s Prize for Fiction wil lezen (ik!).

Read Full Post »

De longlist van de Women’s Prize for Fiction is bekend en ik heb een aantal titels die me aanspraken gelijk besteld in de hoop (in ieder geval een deel van) de shortlist te hebben gelezen voordat de winnaar bekend wordt gemaakt.
in het filmpje dat op Instagram staat worden de geselecteerde titels geïntroduceerd door de juryleden. De eerste titel, besproken door mijn girlcrush Indira Varma, sprak mij meteen aan: ‘Restless Dolly Maunder’. Ik duik graag in boeken zonder er van tevoren al te veel over te weten, dus ik wist alleen dat de hoofdpersoon rusteloos was en dat het een historische roman betrof. Dus ik verwachtte wereldreizen (eventueel in een luchtballon).
Maar niets was minder waar: Dolly Maunder is de dochter van een boer en groeit op als één van de vele kinderen op een boerderij in Australië. Het is dat er een leerplicht is, anders had ze al op veel jongere leeftijd haar dagen in de keuken gesleten om brood te bakken voor de arbeiders. Maar die leerplicht ìs er, en daarom weten we, Dolly zelf en de lezers, dat ze buitengewoon intelligent is. De slimste van de hele school. Maar wat heeft ze eraan als haar tyrannieke vader haar niet door wil laten leren? Wat zijn haar opties, als jonge vrouw in de fin du siècle?
Als lezer proef je het verlangen naar meer, voel je de rusteloosheid van Dolly. De teleurstelling als haar hoop op meer geen werkelijkheid wordt. Maar Dolly is veerkrachtig en weet iets te maken van het leven waar ze zelf niet voor gekozen heeft.
Nadat ik de roman uit had heb ik direct twee andere titels van dezelfde auteur besteld. ‘Restless Dolly Maunder’ is mijn favoriet van de boeken die ik tot nu toe heb gelezen dit jaar.

Read Full Post »

Vlak voordat ik begon aan het lezen van het laatste boek van de shortist werd de winnaar van de Women’s Prize for Fiction al aangekondigd. De bekroonde roman was ‘Demon Copperhead‘, niet een grote verrassing, al was het niet mijn favoriet van de lijst. Dat waren ‘Black Butterflies‘ en ‘Trespasses‘. Daar veranderde het lezen van Fire Rush niets aan.

De debuutroman van Jacqueline Crooks speelt zich af in het Londen van de jaren ’70 waar hoofspersoon Jamaye elk weekend doorbrengt in the Crypt, een onderground club. Het is haar droom om zelf muziek te maken, DJ te zijn, haar eigen teksten te rappen. Tijdens een van de avonden in the Crypt onmoet ze de Jamaicaanse Moose met wie ze een relatie krijgt. Met hem praat ze over haar moeder die verdween toe ze jong was terwijl ze ergens in Guinea ontwikkelingswerk aan het doen was. Haar vader praat nooit over haar en langzaamaan begint Jamaye zo haar twijfels te krijgen bij de verhalen die ze over haar moeder heeft gehoord.
Fire Rush is een verhaal over zelfontplooïng, vriendschappen, op zoek gaan naar je wortels, muziek en maatschappelijke verandering. Over opkomen voor jezelf en je tribe en je stem vinden.

Read Full Post »

De op één na laatste roman van de Women’s Prize for Fiction shortlist is Trespasses, één van de grote kanshebbers. Het speelt zich af in en rond het Belfast (een stad die me na aan het hart ligt) van de jaren ’70. Wie Belfast zegt, zegt ‘the Troubles’ en die spelen zeker een grote rol in deze ingetogen en roerende roman.
De catholieke Cushla werkt op een basisschool en helpt haar broer soms in de pub die ooit van hun vader was. Op een dag ontmoet ze daar Michael die veel ouder is dan zij en bovendien getrouwd en protestant. Hij werkt als advocaat en heeft sympathie voor de jongeren die betrokken raken bij de gewapende conflicten. Hij vraagt Cushla of zij hem en een paar van zijn vrienden wil helpen om Iers te leren.
En dan is er ook nog die ene leerling die wordt buitengesloten op school omdat zijn ouders een gemengd huwelijk hebben.
‘Trespasses’ is een prachtige roman die doet denken aan het werk van Sally Rooney: de. hoofdpersoon is een intelligente jonge twintiger die haar weg moet zien te vinden in de wereld en het beste probeert te doen maar soms onhandige dingen doet op het gebied van relaties. Psychologische roman en historische fictie in één. Zeer de moeite waard.

Read Full Post »

Soms is fictie echter dan de waarheid. Wat mij betreft is dat het geval bij ‘Black Butterflies’, de debuutroman van Priscilla Morris die is genomineerd voor de Ondaatje prijs en op de shortlist van de Women’s Prize for Fiction staat. De roman is gebaseerd op de ervaringen van de oudoom van de auteur, de dagboeken van haar vader en de ooggetuigenverslagen van diverse mensen die begin jaren ’90 van de vorige eeuw in Sarajevo woonden.

De 55-jarige Zora ziet in het voorjaar van 992 haar stad langzaamaan veranderen. Ze woont en werkt -als kunstenaar en docent- in Sarajevo, een stad die altijd een smeltkroes van nationaliteiten en religies is geweest. Een stad waarin ze met opa en oma mee kon naar de katholieke kerk en op islamitische feestdagen welkom was om bij de buren baklava te komen eten. Een stad die ze met veel liefde schildert: met name de bruggen. Maar nu zijn er barricades en protesten van burgers die gewoon vreedzaam willen samenleven met hun buren en niets geven om Bosnisch, Kroatisch of Servisch.
Maar dan komen er krakers in het huis van haar oude moeder die tijdelijk bij Zora en haar man inwoont en is het verstandiger als oma even op adem komt bij haar kleindochter die in Engeland woont. Zora kan niet mee want ze heeft haar werk. Dus gaat haar man Franjo met zijn schoonmoeder naar Engeland, met het voornemen om snel weer terug te komen.
Maar dan wordt de stad belegerd…

Als dit boek niet was genomineerd voor de Women’s Prize for Fiction, dan had ik het misschien nooit gelezen, ik heb namelijk het gevoel dat ik het genre ‘oorlogsboek’ wel uit heb gelezen in mijn jeugdjaren. Maar deze roman had ik niet willen missen. De oorlog vormt de achtergrond, maar het onderwerp is kunst, liefde voor een stad, naastenliefde, verbinding, kracht en hoop. En de schrijfstijl zorgt ervoor dat het boek meer mooi dan verdrietig en meer hoopvol dan zwaar is. Black Butterflies is tot nu toe mijn favoriet voor de Women’s Prize 2023

Read Full Post »

Het beste boek dat ik tijdens de hele covid-periode heb gelezen, is zonder twijfel Hamnet. Ik heb in de twee jaar dat de pandemie rondwaarde ongetwijfeld veel meer goede boeken gelezen (ik las er in 2020 125 en het jaar daarna 156) maar ik weet zeker dat, als ik over 20 jaar terugdenk aan die tijd, ik zal denken aan Hamnet. Literatuur en werkelijkheid vielen zo mooi samen: angst voor een ziekte, je gedwongen afzonderen, en die prachtige zinnen van Maggie O’Farrell.
Dus toen ik las dat ze weer een dikke pil van een historische roman had geschreven, zette ik die natuurlijk bovenaan mijn boodschappenlijstje voor Waterstones in Manchester (ja, ik ga met een boodschappenlijstje in mijn hand naar de boekwinkel). Het omslag is zo druk als die van ‘Hamnet’ verstild is, en als je het boek openslaat zie je een enorme tijger op de endpapers.
Hoofdpersoon van de roman is Lucrezia de Medici, middelste kind (van de velen) van Cosimo de Medici en zijn vrouw Eleonora. Het eerste hoofdstuk speelt zich af in 1561, Lucrezia is doodsbang dat haar man het op haar leven heeft voorzien: ze is er van overtuigd dat hij haar wil vergiftigen. Waarom zou hij haar anders hebben meegenomen naar een fort in the middle of nowhere? Daarna maakt het verhaal een sprong terug in de tijd, eerst naar 1544, het jaar van haar geboorte, dan naar 1552, het jaar waarin Lucrezia een tijger aait. Want zo is ze: een nieuwsgierig kind met een fascinatie voor dieren, kleuren en alles dat wild en spannend is. Al jong blijkt dat ze een enorm talent voor tekenen en schilderen heeft.
Ze groeit op in het Palazzo Vecchio (in het boek, in werkelijkheid woonde ze daar niet haar hele leven) in het centrum van Florence. Ze trouwt jong, heel jong, omdat haar zus Maria, verloofd met de hertog van Ferrara sterft voordat ze kan trouwen. De hertog stelt daarop voor dat hij met Lucrezia trouwt. Dat gebeurt als die laatste 15 jaar oud is. Het huwelijk duurt kort: ze sterft als ze 16 jaar oud is en ze is zo goed als vergeten. Er zijn alleen nog een aantal portretten van haar bewaard gebleven. En nu deze roman die deze ‘vergeten vrouw’ tot leven heeft gewekt. Een aanrader voor iedereen die van historische romans houdt.
En, extra leuk voor mij: de eerste vakantie die ik maakte na een periode van lockdown, was naar Toscane. Niet een bestemming die ik anders snel zou kiezen, maar veel landen stonden op ‘rood’ toen je al wel weer naar Italië kon reizen. En als ik het essay achterin het boek goed heb gelezen, was ik daar waarschijnlijk in dezelfde periode als de auteur, die onderzoek ter plaatste deed nàdat ze de roman zo goed als af had.

Read Full Post »

Met deze titel heb ik de gehele shortlist van de Women’s Prize for fiction gelezen en heb ik dus recht op een mening (onderaan deze blogpost kun je mijn niet-willekeurige volgorde zien). Ik zal niet zeggen dat ik met ‘Sorrow and Bliss’ het beste voor het laast heb bewaard, maar ik was aangenaam verrast door Meg Mason, een auteur die me tot dan toe onbekend was.
Waar ‘Great Circle’ (nog steeds mijn favoriet van de short list) het groots aanpakt (niet verrassend, gezien de titel) qua vorm en afgelegde tijd en kilometers, houdt ‘Sorrow and Bliss’ het dicht bij huis. De hoofdpersoon verhuist alleen van Londen naar Oxford. En na haar scheiding weer terug.
Vlak na haar veertigste verjaardag gaan Martha en haar man Patrick uit elkaar. De roman begint met wat flashbacks uit de tijd dat ze nog samen waren en fragmenten uit het heden waarin Martha en haar zus elkaar GIF-jes sturen. Een mannier van communiceren die me aanspreekt: de love language hier in huis is elkaar GIFs sturen terwijl de één boven zit te werken en de ander beneden. Die van prince William kende ik nog niet, maar ga ik zeker een keer gebruiken.
Martha is de volwassen dochter van een dichter met potentie die nooit meer is geworden dan dat (denk aan het wonderkind van 50 uit het liedje van Boudewijn de Groot) en een beeldend kunstenaar ‘van enige invloed’ die nauwelijks enige emotionele band lijkt te hebben met haar twee dochters. Het is duidelijk dat Martha wel degelijk talent heeft, voor schrijven, maar ze doet niet veel meer dan het schrijven van een column voor het blad van supermarkt Waitrose (toevallig wel de meest posh supermarkt van de UK). Iets wat beter te begrijpen valt als je weet dat Martha al sinds haar jeugd anti-depressiva slikt. En soms ook een periode niet.
Maar wat is er precies aan de hand en waarom is haar huwelijk met de man die al van haar houdt sinds ze tieners waren, gestrand? Dat raadsel ontvouwt zich langzaam gedurende 340 pagina’s in een tempo dat perfect is. Je wil namelijk niet dat dit boek stopt. Het leest als een goede BBC drama-serie en ik hoop dat het een groot lezerspubliek zal bereiken. Een gedeelde tweede plaats op de shortlist van de Women’s Prize for Fiction, wat mij betreft.

1. Great Circle
2. The Sentence
2. Sorrow and Bliss
4. The Island of Missing Trees
5. The Book of Form and Emptiness
6. The Bread the Devil Knead

Read Full Post »

Op de shortlist van de Man Booker Prize, staat er op het omslag, maar ik kan het op de site van de Man Booker Prize niet terugvinden (wellicht heeft de uitgever informatie die de rest van de wereld nog niet heeft…). Wat wèl zeker is, is dat ‘The Book of Form & Emptiness’ de Women’s Prize for Fiction heeft gewonnen.
Toen ik aan ‘The Book of Form & Emptiness’ begon had ik nog niet de gehele shortlist gelezen (Sorrow and Bliss ligt nog op mijn stapel) en was ‘Great Circle’ mijn favoriet. Dat is na het lezen van de prijswinnaar nog steeds zo. Maar ik snap wel wat er bijzonder is aan dit boek.
Het boek is aan het woord. Letterlijk. Het boek vertelt het verhaal van de jonge Benny, af en toe onderbroken door Benny zelf die iets niet in het boek wil hebben of een passage verduidelijkt, die jong zijn vader verloor. Sindsdien is de eenheid in het gezin zoek. Zijn moeder heeft het druk het haar werk waarvoor ze door steeds nieuwe hoepels moet springen, en Benny hoort de dingen praten. Alle dingen. En in zijn huis zijn er steeds meer dingen.
Op school kan hij zijn rust ook niet vinden dus kiest hij ervoor om zijn dagen in de bibliotheek door te brengen, omringd door kleurrijke figuren die ook niet in het hokje ‘normaal’ passen.
Het omslag bevat blurbs van Matt Haig (auteur van The Midnight Library) en David Mitchell (Cloud Atlas) en dat is geen toeval: de vorm van de roman van Ozeki doet denken aan de romans van deze auteurs. Maar dat iets toegankelijker. Het zit onbetwist mooi in elkaar en is overduidelijk literatuur met een grote L, maar voor mij ontbrak er net dat beetje aan dat het een lievelingsboek maakt. Misschien leefde ik net niet genoeg mee met de personages. Misschien was het juist de knappe vorm of het feit dat het een ideeënroman is, dat me van een afstandje deed kijken in plaats van echt mee te leven. Niets mis mee. Voor mij een terechte shortlister maar niet mijn persoonlijke winnaar.

Read Full Post »

Op de shortlist van de Women’s Prize for Fiction was ‘The Bread the Devil Knead’ een beetje the odd one out: niemand verwachtte dat deze titel de prijs zou winnen (en dat deed het ook niet). Dat komt waarschijnlijk omdat het vrij bescheiden van omvang is (245 pagina’s) en straight forward van stijl. Maar dat wil niet zeggen dat het een ‘oppervlakkig’ boek is en voor veel lezers zal het ook niet echt makkelijk zijn, het is namelijk geheel geschreven in het dialect van Trinidad. Een dialect dat geen persoonlijk voornaamwoord heeft. Dan krijg je dus zinnen als she tell me she love he.
Ook de thema’s van deze roman zijn allesbehalve luchtig: incest en huiselijk geweld.
Hoofdpersoon Alethea (nee, niet Althea, Alethea) Lopez is manager in een kledingzaal in Port of Spain. Ze is 40 jaar oud maar lijkt veel jonger. Ook wordt ze gezien als ‘wit’ terwijl ze dat niet echt is. Het enige nadeel van een witte huid is dat je blauwe plekken zo goed kan zien. En die zijn er vaak: haar vriend reageert zijn frustraties over zijn mislukte carrière op haar af. De enige persoon in haar leven die alleen maar goed voor haar is zonder dat er een negatieve kant aan zit, lijkt haar baas te zijn. Maar dan komt haat halfbroertje terug in haar leven. En met hem ook vele herinneringen aan hun rotjeugd maar ook aan hun ijzersterke band. En zo komen er meer en meer dingen in Alethea’s leven die het de moeite waard make en krijgt de lezer steeds iets meer te zien van wat er schuil gaat achter de make-up die Alethea draagt.
Als je eenmaal je ‘creoolse stem’ hebt gevonden neemt dit boek je gemakkelijk mee, wat zeer knap is van de auteur want het snijdt heftige onderwerpen aan. Hoewel ‘The Bread the Devil Knead niet mijn favoriet was van de shortlist, is de roman zeker de moeite waard.

Read Full Post »

Op de shortlist voor de Women’s Prize for Fiction én die van de Man Booker Prize (en op het moment van schrijven nog in de running voor de eerste prijs) en zeer waarschijnlijk op mijn lijst van favoriete boeken van dit jaar: Great Circle is echt iets bijzonders.
Bijna iedereen is wel bekend met het verhaal van Emelia Earhart: de eerste persoon die solo over de Grote Oceaan vloog. En alsof dat nog niet genoeg was om onsterfelijk te worden: ze sneakte ook eens samen met First Lady Eleanor Roosevelt van een feestje weg om een vlucht te maken. Oh ja, en ze verdween spoorloos tijdens wat de langste vlucht ooit had moeten worden.
Maar heb je ook gehoord van Marian Graves? Nee, want ze heeft nooit bestaan, maar tegen de tijd dat de lezer ‘Great Circle’ uit heeft is hen dat vergeten. In de wereld die Maggie Shipstead schept, is vliegenier Marian Graves tot net zulke mythische proporties gestegen als Emelia Earhart. Ze verdween tijdens een vlucht, werd nooit meer teruggevonden, maar jaren na haar verdwijning werd haar logboek gevonden en vervolgens uitgegeven. De jonge Hadley Baxter leest het boek keer op keer in de bibliotheek en is jaren later de geknipte persoon om de rol te spelen van Marian in een film over het leven van de avonturier.
De passages met Hadley de actrice in de hoofdrol doen denken aan de romans van Yaylor Jenkins Reid waarin alle personages net zo scherp getekend zijn als op het witte doek ( buurman sir Hugo is gebaseerd op Sir Ian McKellen, toch?). Het historische deel (het overgrote deel van de roman) deed me denken aan die geweldige roman van Elizabeth Gilbert: The Signature of All things. Het volgt een leven van geboorte tot… Marian Graves is een geweldig personage dat lekker tegen de stroom in gaat en gedreven wordt door een doel in het leven: piloot worden. Maar net zoals in alle echt heel goede verhalen, zijn er ook bijfiguren om van te houden: Marians tweelingbroer die net zo krachtig als zij: zachtaardig zijn vereist moed, zeker voor een man en zeker in die tijd. Hun buurjongen Caleb en natuurlijk Sir Hugo in de personages in het heden.
De omvang van de roman en de bijzondere vorm (passages uit het logboek, het levensverhaal van Marian en haar familie afgewisseld met het ‘nu’) zullen sommige lezers misschien afschrikken, maar voor echte literatuurliefhebbers echt de moeite waard.

Read Full Post »

Older Posts »