Het beste boek dat ik tijdens de hele covid-periode heb gelezen, is zonder twijfel Hamnet. Ik heb in de twee jaar dat de pandemie rondwaarde ongetwijfeld veel meer goede boeken gelezen (ik las er in 2020 125 en het jaar daarna 156) maar ik weet zeker dat, als ik over 20 jaar terugdenk aan die tijd, ik zal denken aan Hamnet. Literatuur en werkelijkheid vielen zo mooi samen: angst voor een ziekte, je gedwongen afzonderen, en die prachtige zinnen van Maggie O’Farrell.
Dus toen ik las dat ze weer een dikke pil van een historische roman had geschreven, zette ik die natuurlijk bovenaan mijn boodschappenlijstje voor Waterstones in Manchester (ja, ik ga met een boodschappenlijstje in mijn hand naar de boekwinkel). Het omslag is zo druk als die van ‘Hamnet’ verstild is, en als je het boek openslaat zie je een enorme tijger op de endpapers.
Hoofdpersoon van de roman is Lucrezia de Medici, middelste kind (van de velen) van Cosimo de Medici en zijn vrouw Eleonora. Het eerste hoofdstuk speelt zich af in 1561, Lucrezia is doodsbang dat haar man het op haar leven heeft voorzien: ze is er van overtuigd dat hij haar wil vergiftigen. Waarom zou hij haar anders hebben meegenomen naar een fort in the middle of nowhere? Daarna maakt het verhaal een sprong terug in de tijd, eerst naar 1544, het jaar van haar geboorte, dan naar 1552, het jaar waarin Lucrezia een tijger aait. Want zo is ze: een nieuwsgierig kind met een fascinatie voor dieren, kleuren en alles dat wild en spannend is. Al jong blijkt dat ze een enorm talent voor tekenen en schilderen heeft.
Ze groeit op in het Palazzo Vecchio (in het boek, in werkelijkheid woonde ze daar niet haar hele leven) in het centrum van Florence. Ze trouwt jong, heel jong, omdat haar zus Maria, verloofd met de hertog van Ferrara sterft voordat ze kan trouwen. De hertog stelt daarop voor dat hij met Lucrezia trouwt. Dat gebeurt als die laatste 15 jaar oud is. Het huwelijk duurt kort: ze sterft als ze 16 jaar oud is en ze is zo goed als vergeten. Er zijn alleen nog een aantal portretten van haar bewaard gebleven. En nu deze roman die deze ‘vergeten vrouw’ tot leven heeft gewekt. Een aanrader voor iedereen die van historische romans houdt.
En, extra leuk voor mij: de eerste vakantie die ik maakte na een periode van lockdown, was naar Toscane. Niet een bestemming die ik anders snel zou kiezen, maar veel landen stonden op ‘rood’ toen je al wel weer naar Italië kon reizen. En als ik het essay achterin het boek goed heb gelezen, was ik daar waarschijnlijk in dezelfde periode als de auteur, die onderzoek ter plaatste deed nàdat ze de roman zo goed als af had.
