Ik heb het nooit geweten, maar voordat ik een jaar oud was dacht ik al als een monnik: ik vroeg bij alles ‘waarom?’ En ‘dat is nu eenmaal zo’ vond -en vind- ik niet goed genoeg.
Maar dat wil niet zeggen dat Jay Shetty, auteur van ‘Denk als een monnik’ mij niets meer te leren had. De Britse Jay volgde ooit een opleiding in iets waar hij veel geld mee had kunnen verdienen in The City (het Londense zakencentrum). In plaats daarvan ging hij drie jaar in een ashram wonen om monnik te worden. De lessen die hij daar leerde -waaronder de les dat zich geheel terugtrekken uit de maatschappij toch niet zijn pad was- deelt hij nu via podcasts, als coach en nu door middel van dit boek.
Jay stimuleert je om kritisch te denken, om je af te vragen waarom je wil wat je denkt te willen. Wat zijn je drijfveren, wat zit erachter, voor wie doe of wil je dit eigenlijk.
Frappant vond ik het stuk waarin hij omschreef wat ik zelf ook onlangs ontdekte: routine en structuur zijn juist goed voor de creativiteit. Ik had nooit een planning voor de dag omdat ik eigenlijk maar zelden iets ‘moet’. Maar dat zorgde ervoor dat ik een groot deel van de dag maar wat aanlummelde. Nu ik een uur rust heb ingebouwd in mijn werkdag ben ik de tijd eromheen veel productiever. En hopelijk ook creatiever.
Maar zijn belangrijkste boodschap in deze tijd is misschien nog wel die van ‘een brede kijk op het leven’. Verruim je bewustzijn, verbreed je horizon en de pijn zal minder worden.
Dat lijkt me een mooi streven voor iedereen die alleen maar kan kijken naar de negatieve invloed van een lockdown op hun eigen leven heeft. Mensen die roepen ‘ja maar ik wil uit eten’ terwijl er mensen zijn die niet eens te eten hebben. Mensen die roepen ‘ja maar ik wil mijn vrienden knuffelen’ terwijl er mensen zijn die sommigen van hun vrienden nooit meer kunnen knuffelen.
Als er ooit een juiste boek op de juiste tijd was, dan is dit het wel. Ik kan het van harte aanbevelen aan iedereen die ‘De meeste mensen deugen’ met veel plezier hebben gelezen.
Wordt het meer, zou Jay zeggen. Wat dat betekent? Dat lees je op pagina 254 van het boek.
