Soms is fictie echter dan de waarheid. Wat mij betreft is dat het geval bij ‘Black Butterflies’, de debuutroman van Priscilla Morris die is genomineerd voor de Ondaatje prijs en op de shortlist van de Women’s Prize for Fiction staat. De roman is gebaseerd op de ervaringen van de oudoom van de auteur, de dagboeken van haar vader en de ooggetuigenverslagen van diverse mensen die begin jaren ’90 van de vorige eeuw in Sarajevo woonden.
De 55-jarige Zora ziet in het voorjaar van 992 haar stad langzaamaan veranderen. Ze woont en werkt -als kunstenaar en docent- in Sarajevo, een stad die altijd een smeltkroes van nationaliteiten en religies is geweest. Een stad waarin ze met opa en oma mee kon naar de katholieke kerk en op islamitische feestdagen welkom was om bij de buren baklava te komen eten. Een stad die ze met veel liefde schildert: met name de bruggen. Maar nu zijn er barricades en protesten van burgers die gewoon vreedzaam willen samenleven met hun buren en niets geven om Bosnisch, Kroatisch of Servisch.
Maar dan komen er krakers in het huis van haar oude moeder die tijdelijk bij Zora en haar man inwoont en is het verstandiger als oma even op adem komt bij haar kleindochter die in Engeland woont. Zora kan niet mee want ze heeft haar werk. Dus gaat haar man Franjo met zijn schoonmoeder naar Engeland, met het voornemen om snel weer terug te komen.
Maar dan wordt de stad belegerd…
Als dit boek niet was genomineerd voor de Women’s Prize for Fiction, dan had ik het misschien nooit gelezen, ik heb namelijk het gevoel dat ik het genre ‘oorlogsboek’ wel uit heb gelezen in mijn jeugdjaren. Maar deze roman had ik niet willen missen. De oorlog vormt de achtergrond, maar het onderwerp is kunst, liefde voor een stad, naastenliefde, verbinding, kracht en hoop. En de schrijfstijl zorgt ervoor dat het boek meer mooi dan verdrietig en meer hoopvol dan zwaar is. Black Butterflies is tot nu toe mijn favoriet voor de Women’s Prize 2023

Geef een reactie