Het is nog geen pasen maar wij kwamen het afgelopen weekend al enorme eieren tegen. We liepen een rondje Duinvliet met ons hondje en tegen het einde van onze wandeling kwamen we een mevrouw tegen die lichtelijk onthutst was. Ze hield een labrador aan de lijn vast en zei ‘Er ligt chocola in het bos’.
Voor wie niet weet wat Duinvliet is: het is een bos dat tegenover Elswout in Overveen ligt. In tegenstelling tot Elswout mogen honden in Duinvliet los lopen.
Niet een handige plek dus om chocola neer te leggen want chocola is giftig voor honden. Toen we een klein stukje door liepen zagen we het ook: kindersurprises en chocolade paashazen van het formaat van mijn onderarm lagen aanlokkelijk op hondenneushoogte te glimmen in de vroege lentezon. Duidelijk neergelegd voor iemand die eieren mocht gaan rapen (van zoeken zou niet eens sprake zijn, ze lagen bovenop het gras en de boomstammen).
Al snel zagen we een gezin aan komen: ouders, grootouders en een klein meisje. De mevrouw van de labrador zei tegen de moeder van het gezin: ‘Mijn hond heeft een paasei gegeten.’
‘Oh nou, jammer dan’, zei de moeder.
Waarop ik tegen de vader van het gezin zei ‘Chocola is giftig voor honden dus dit is heel gevaarlijk.’ Over de kindersurprise had ik het nog niet eens maar die zijn misschien nog wel gevaarlijker want een hond zo’n ding doorslikt kan de surprise een darmobstructie veroorzaken.
‘Ze eten ze toch niet met papier en al?’ zei de man met de gescheurde spijkerbroek.
Die man had duidelijk nog nooit een labrador van dichtbij meegemaakt. Intussen spuwden de ogen van de oma van het gezin al vuur ‘We letten heel goed op hoor.’
‘Nou, duidelijk niet goed genoeg want de hond van die mevrouw heeft al een paasei op’, zei ik. Daarop begonnen ze te wapperen en te wuiven, we moesten duidelijk wegwezen.
‘Het is voor mijn KIND! Heb jij nooit met je kind paaseieren gezocht?’ kijfde de moeder van het gezin tegen de aardige mevrouw van de labrador.
‘Jawel’, zei deze, ‘maar niet in een bos waar honden loslopen.’
Daarop begon de moeder ook met haar handen te wapperen en te zwaaien dat we weg moesten.
‘De wereld draait niet alleen om jullie hè? Jullie brengen de gezondheid van dieren in gevaar met jullie domme actie’, zei ik nog. Waarop de vader van het gezin riep ‘de wereld draait ook niet om jou!’ Klopt, dat weet ik allang, ik probeer mijn leven dan ook zo in te richten dat anderen zo min mogelijk last hebben van de dingen die ik doe. Er is mij dan ook geleerd om, voordat ik iets doe, even na te denken over welke gevolgen mijn keuzes hebben. Een manier van opvoeden die duidelijk niet populair was bij het eieren-gezin, lekker doen waar je zin in hebt zonder rekening te houden met anderen was van generatie op generatie doorgegeven.
Toen we het park uit liepen zei de mijnheer met wie ik in huis woon ‘Ik ga toch ook niet met mijn hond naar een speeltuin om hem op alle toestellen te laten poepen., dat had ik moeten zeggen.’
En ik moest denken aan het verschil tussen mensen die niet zo veel weten en mensen die echt dom zijn. Mensen die niet zo veel weten zouden hebben gezegd ‘Oh sorry, daar had ik niet bij stilgestaan.’ En dan zouden we iets hebben gezegd over ‘misschien volgend jaar in Elswout doen want daar lopen honden niet los’. Maar ècht domme mensen worden gelijk boos als je iets zegt waaruit blijkt dat ze niet zo slim zijn. Die gaan schreeuwen, willen niet luisteren en roepen dingen als ‘maar het is voor mijn KIND!’ En het erge is dat gewone, aardige mensen het dan opgeven en maar naar huis gaan. En zij komen er mee weg en voeden weer een nieuwe generatie op met: gewoon schreeuwen en kijven en nooit eens kritisch naar je eigen gedrag kijken. Wat een tok-tok-tokkies.
