‘Oh ja, dit is weer nieuw…’, zegt de mijnheer. Aan zijn toon hoor ik dat hij hoop dat dit nieuwe snel dezelfde kant op gaat als ‘toppie joppie’ en ‘goeiesmorgens’, namelijk het verdomhoekje van de taal in. Via What’s app heeft hij overleg met een collega over de stoelen in het vliegtuig dat ze binnenkort gaan nemen.
De collega beweert dat de middelste rij in het vliegtuig uit drie stoelen bestaat. De mijnheer zegt dat het er vier zijn en voegt een fotootje bij ter illustratie.
‘Eens!’ reageert de collega.
Dat is niet eens een zin, dat ‘eens’. Eens! Wat eens? Eens gegeven blijft gegeven? Eens maar nooit weer?
Waarschijnlijk bedoelt hij ‘ik ben het met je eens’, maar dat klopt niet. Je kunt het niet eens zijn met een feit. Als ik zeg ‘Haarlem is de hoofdstad van Noord-Holland’, dan is ‘ik ben het met je eens’ een hele rare reactie want het is logischerwijs onmogelijk om het ermee oneens te zijn.
Volgens mij is dat ‘eens’ een soort ‘oh ja, je hebt gelijk’ voor mensen die er egotechnisch niet toe in staat zijn om dat te schrijven of te typen.
Wie het daarmee eens is mag zijn vinger opsteken of gewoon ‘eens!’ typen, dat is in dit verband namelijk wel taalkundig correct.
Posts Tagged ‘Tekstbureau Haarlem’
Eens…maar nooit weer?
Posted in Tekstbureau, tagged bloggen over taal, blogpost over taal, eens!, taalergernis, tekstbureau, Tekstbureau Haarlem, Tekstbureau Kim in de pen on 11 december 2018| Leave a Comment »
Een inheems dom blondje, opgegroeid bij een groep binnen de lokale bevolking die zich ‘protestant’ noemt
Posted in Tekstbureau, tagged feminisme, gender, One World, stam, taal, Tekstbureau Haarlem, Tekstbureau Kim in de pen, tekstschrijver on 31 juli 2018| Leave a Comment »
Een grote groep witte mensen houdt niet van verwarring. Dingen moeten blijven zoals ze waren (piet moet zwart blijven) want anders worden ze boos en gaan ze mensen die wél voor verandering pleiten uitschelden voor landverraders en bruinhemden (dat vind ik zelf dan weer verwarrend want de roepers zijn zelf net zo rechts als de nazi’s).
Dat heeft Seada Nourhussen, hoofdredacteur van het tijdschrift One World, geweten. In het meest recente nummer schrijft ze dat het tijdschrift een aantal termen niet meer zal gebruiken in artikelen. Termen als ‘lokale bevolking’ of ‘lokale taal’ of ‘stam’. Ik zou in een stukje over mijn echtgenoot ook niet schrijven dat hij van moederskant afstamt van de Friese stam en de lokale taal spreekt. Hij is deels Fries en spreekt Nederlands als hij in Nederland is. Volkomen logisch dus om op dezelfde manier te schrijven over mensen die buiten Europa woonachtig zijn.
Maar daar was niet iedereen het mee eens, volgens sommige columnisten getuigde het inzicht van One World van ‘een staaltje morele zelfgenoegzaamheid’ (ja, het was een man die dat schreef).
Seada Nourhussen schreef ook dat in veel uitdrukkingen die dagelijks gebruikt worden stelselmatig de helft van de bevolking over het hoofd gezien wordt: ‘kom op jongens, aan de slag’ en ‘wat moet ik koken voor dertig man’, geeft ze als voorbeeld. Zelf zeg ik met regelmaat dingen als ‘er is geen mens over boord’ of ‘ik sta mijn mensje wel’ en dat wordt vaak zonder morren geaccepteerd, maar toen ik als 15-jarige ooit eens zei dat mijn vriendje ‘een heel lief maar beetje dom blondje’ was, werd me te verstaan gegeven dat ik dat niet mocht zeggen omdat een dom blondje een vrouw was.
‘Zolang ik geen boete krijg van de taalpolitie blijf ik dat gewoon zeggen want die regel heb ik nergens ooit gelezen’, was mijn antwoord. Stel je voor hoe ze hadden gereageerd als ik hem had omschreven als ‘de lokale taal sprekend en opgegroeid binnen de inheemse groep die zich ‘protestant’ noemt.
Een paar jaar later zei ik over een vriendje ‘ik kan erg met them lachen maar hij is wel een beetje een slet’. De toehoorder trok even een wenkbrauw op (geen idee of dat over de boodschap of de woordkeuze ging) maar accepteerde mijn creatieve taalgebruik.
Veel boeken hebben op de eerste bladzijde een disclaimer met de volgende strekking: ‘Waar hij staat kunt u ook zij lezen’. Maar het kan ook anders: Wim Daniels geeft in zijn handboekje ‘Verbeter je schrijfstijl’ vele voorbeeldzinnen waarin hij gender afwisselt: zo is degene die een auto heeft aangeschaft een vrouw en komen er een fictieve vrouwelijke arts en burgemeester in voor. Het zal dan ook geen toeval zijn dat, van de fragmenten uit romans die hij als voorbeeld gekozen heeft, er opvallend veel van vrouwelijke auteurs zijn.
Wie weet nemen de makers van schoolboeken een voorbeeld aan hem en leert de jeugd straks niet ‘papa fume une pipe’ en ‘Colin is an Arsenal supporter’ maar: My mother is Prime Minister, Ma soeur est Madame la President, Meine tante ist Bundeskanzlerin.
Want taal telt. Taal stopt beelden in je hoofd en als je aan de beelden in je hoofd gewend bent dat vind je het ook een stuk normaler als je dat in de echte wereld terugziet. Sterker nog: volgens sommigen heeft het personage ‘David Palmer’ (een Afro-Amerikaanse president in de serie 24) een rol gespeeld in de verkiezing van Barrack Obama.
Eerst je moerstaal leren
Posted in Tekstbureau, tagged Kim in de pen, tekstbureau, Tekstbureau Haarlem, vertalen, vertaling on 31 oktober 2017| 4 Comments »
Het leren van een buitenlandse taal is een leuk avontuur. Het vertalen vanuit een andere taal naar het Nederlands is ook ontzettend leuk om te doen. En ik kan het weten, want het is één van de dingen die Tekstbureau Kim in de pen doet.
Maar soms is het fijn om buitenlandse talen én je dagelijks werk even te vergeten. Bijvoorbeeld als je een boek leest. En laat juist dát voor mij vaak heel moeilijk zijn… Bijvoorbeeld als ik een boek in het Nederlands lees dat vertaald is. Ik doe dit daarom meestal ook niet (ken uzelve), maar laatst kreeg ik een spannende dwarsligger cadeau die ik weer móest verslinden, en toe gebeurde het weer. Ik vroeg me af ok de vertaler zijn/haar moerstaal nog wel kende.
Een aantal zinnen waren het namelijk nét niet.
Zoals ‘hoge pieten’. Ze moest toestemming vragen aan ‘hoge pieten’. Ik ken wel de hoofdpiet, maar verder alleen hoge piefen.
En verderop stond ‘Ze zag aan zijn gezicht dat hij de lijntjes tussen de puntjes al getrokken had.’ He had connected the dots. Beter vertaald met ‘Ze kon aan zijn gezicht zien dat hij één en één al bij elkaar had opgeteld.’
En zo waren er nog wat kleine dingetjes. En dat is jammer want zo begint het lezen van een boek verdacht veel op werken te lijken.
In een ander boek kwam ik de zin tegen ‘Ik heb een vast inkomen en kan me dit maar één keer veroorloven.’ Een vast inkomen is in Nederland iets positiefs, je zit beter in je slappe was dan ploeterende ZZP-ers, dus waarom zou degene die aan het woord is zich iets dan juist níet kunnen veroorloven? Tenzij je het letterlijk vertaald naar ‘I’m on a fixed income’ wat zoveel betekent als ‘Ik moet rondkomen van een AOW’, en dán klopt de zin ineens qua betekenis.
Als vertalers voortaan nou hun moerstaal iets beter leren schrijven dan beloof ik dan ik mijn rode pen voortaan op mijn bureau laat liggen…
Een appel op de Nederlandse uitgevers
Posted in Tekstbureau, tagged A.L. Snijder, appel, appel met accent, appel zonder accent, column over taal, jenever genever, schrijftips, taal op dinsdag, taaltips, Tekstbureau Haarlem, Tekstbureau Kim in de pen on 25 april 2017| Leave a Comment »
Taal is een hulpmiddel bij communicatie en spellingregels zijn er om ervoor te zorgen dat de taal beter begrepen, beter ‘verstaan’ wordt. In het ideale geval staat spelling in dienst van begrip. Helaas wordt dit nogal eens vergeten.
Spellingshervormingen worden zelden met open armen ontvangen om de doodeenvoudige reden dat ze het er meestal niet makkelijker op maken. In het beste geval zijn het gewoon ‘nieuwe regeltjes die je moet leren’ maar in sommige gevallen maken ze het de lezer moeilijker om de tekst te begrijpen en voor mij vergallen ze met enige regelmaat het leesplezier.
Zo erger ik me eraan dat de spelling ‘kado’ nog steeds niet verboden is (al wil mijn lieve MacBook het wel heel graag verbeteren als ik het typ). Ik lees dan namelijk kááádo, met de nadruk op de a. En ik weet niet wat een káááádo is, ik krijg liever gewoon een cadeau, met de nadruk op de ‘o’. Veel leuker, en mooier ook.
Helemaal hemeltergend is het verdwenen accent op het woord appèl, als in de betekenis een appèl doen op (een beroep doen op, iemand dringend verzoeken), of op appèl komen (verzamelen, zoals in het leger).
Door het verdwijnen van het accent krijg je passages als deze (uit de roman ‘Hoogvlakte’) ‘Ik luisterde naar mijn moedertaal. Ik kon er niet níet naar luisteren. Zij sprak mij aan. Zij deed een appel op mij.’
En dan zie ik, als lezer, in die laatste zin ineens een roodglimmende vrucht verschijnen. Ik doe het echt niet expres maar ik ben wel gelijk uit het verhaal en in verwarring.
Erger nog was het toen ik in een boek iets las over de dood die een appel deed op een gezin. In het beste geval zie ik dan een kruising tussen Magere Hein en de heks van Sneeuwwitje voor me, met een zeis over de schouder en een appel in de hand.
Ik begrijp werkelijk niet dat uitgeverijen daar niet wat eigenwijzer in zijn. A.L. Snijder schreef ooit een zeer kort verhaal dat eindigt met de volgende zin: ‘Ik zeg tegen de uitgever: genever smaakt beter dan jenever, je moet spellen naar je smaak.’
En een appel smaakt lekkerder, maar een appèl, daar wordt ik pas wakker van. En een appel op de verkeerde plek? Geheid dat ik dan met het verkeerde been uit bed stap.
Met illustratie van @sabdesigns
Mitsen en maren
Posted in Geen categorie, tagged bloggen over taal, Kim in de pen, mits, mits en tenzij, taal op dinsdag, tekstbureau, Tekstbureau Haarlem, tenzij on 4 april 2017| 3 Comments »
Ik heb de laatste tijd steeds een stukje van een liedje van Veldhuis en Kemper in mijn hoofd. Dat komt omdat ik in de war ben. En steeds als dat gebeurt hoor ik ‘ik niet de mits maar de tenzij was’ in mijn hoofd.
Het zit namelijk zo: een vriendin appte mij met de volgende tekst: ‘ik kan vrijdag wel mee naar de film, mits ik huiswerk heb van mijn cursus’. Nu weet ik dat ze geen cursus theaterwetenschappen of cinematografie volgt, dus ik vond dit verwarrend.
Bedoel je ‘behalve als’? Ja. Dat bedoelde ze.
‘Live’ doet ze het soms ook, ‘mits’ zeggen en me in verwarring brengen. ‘Tenzij?’, vraag ik dan vertwijfeld. ‘Jahaa’, zegt ze dan en ik weet dat ze me een betweter vindt, maar mijn hersenen gaan gewoon in een kronkel op dat moment. Ik hoor niet meer wat ze verder zegt. En voordat je het weet word ik ’s nachts weer wakker omdat dat olijke duo nog steeds dat éne zinnetje zingt in mijn hoofd.
En als zij het verkeerd doet zijn er vast meer mensen die mits en tenzij door elkaar halen. En meer mensen die daarvan in de war raken. Dus heb ik even een schemaatje laten maken. Dan kun je even spieken als je het niet meer weet. Of gewoon Veldhuis en Kemper bellen.
Mits-op voorwaarde dat
tenzij-behalve als
illustratie: @sabdesigns
Archaïsch taalgebruik
Posted in Tekstbureau, tagged In goeden doen, in groten getale, in koelen bloede, in levenden lijve, Kim in de pen, sabdesigns, schrijven, taal, taal op dinsdag, Te allen tijde, tekstbureau, Tekstbureau Haarlem, ten enemale, van goeden huize, www.kimindepen.nl on 28 februari 2017| 1 Comment »
Een beetje formeel en archaïsch taalgebruik kan ik wel waarderen. Een mailtje beginnen met ‘Waarde collega’, ik vind het mooi. Vooral ook omdat het moderne medium e-mail wordt gecombineerd met ouderwets taalgebruik.
Maar ik heb alleen een viervoetige collega en die wordt het liefst aangesproken met ‘hontje pontje!’ of ‘hoetiepoetietoetie’. En daar is weinig archaïsch aan.
Maar in berichten naar opdrachtgevers wil ik nog weleens zinsneden gebruiken als ‘bij dezen stuur ik de nieuwe blogpost’ of ‘mijns inziens is de tweede versie van het omslag het mooist’.
Het probleem met veel van deze vaststaande uitdrukkingen is dat ze zó oud zijn dat ze nog uit de tijd van de naamvallen stammen en er dus op een onverwachte plek een s geschreven moet worden. Doe je dat niet, dan kom je toch iets minder slim en taalliefhebbend over dan de bedoeling was.
Als geheugensteuntje, bij dezen, een rijtje met lastige zinsneden.
illustratie: @sabdesigns