‘Oh ja, dit is weer nieuw…’, zegt de mijnheer. Aan zijn toon hoor ik dat hij hoop dat dit nieuwe snel dezelfde kant op gaat als ‘toppie joppie’ en ‘goeiesmorgens’, namelijk het verdomhoekje van de taal in. Via What’s app heeft hij overleg met een collega over de stoelen in het vliegtuig dat ze binnenkort gaan nemen.
De collega beweert dat de middelste rij in het vliegtuig uit drie stoelen bestaat. De mijnheer zegt dat het er vier zijn en voegt een fotootje bij ter illustratie.
‘Eens!’ reageert de collega.
Dat is niet eens een zin, dat ‘eens’. Eens! Wat eens? Eens gegeven blijft gegeven? Eens maar nooit weer?
Waarschijnlijk bedoelt hij ‘ik ben het met je eens’, maar dat klopt niet. Je kunt het niet eens zijn met een feit. Als ik zeg ‘Haarlem is de hoofdstad van Noord-Holland’, dan is ‘ik ben het met je eens’ een hele rare reactie want het is logischerwijs onmogelijk om het ermee oneens te zijn.
Volgens mij is dat ‘eens’ een soort ‘oh ja, je hebt gelijk’ voor mensen die er egotechnisch niet toe in staat zijn om dat te schrijven of te typen.
Wie het daarmee eens is mag zijn vinger opsteken of gewoon ‘eens!’ typen, dat is in dit verband namelijk wel taalkundig correct.
Eens…maar nooit weer?
11 december 2018 Door kimindepen
Geef een reactie