Feeds:
Berichten
Reacties

Posts Tagged ‘Kooiker’

Soms schrijf ik een blog waarvan ik denk ‘nou, dat zal de tongen wel losmaken’ en blijft het opvallend stil. Een andere keer tik ik nietsvermoedend een stukje en zie ik tot mijn verbazing de staafdiagram die het aantal lezers weergeeft de lucht in schieten. Ik kan er eerlijk gezegd nog steeds geen peil op trekken.
Daarom is het ook zo interessant om regelmatig te kijken met welke Google-zoektermen mensen op mijn blog terechtkomen. Dat geeft een béétje inzicht in wat ‘de mensen’ willen lezen. En geloof me, dat zijn soms de raarste dingen. Maar van de week zag ik ineens een zoekterm die herinneringen naar boven bracht: kooikerhondje wil niet wandelen.
Zo eentje hadden wij er ruim twee jaar geleden ook: sleurpuppy noemden we Roemer toen. Daar gingen we, tig keer per dag dat blokje om met een niet-lopend hondje achter ons aan. Stil staan om te snuffelen, dat wilde hij wel, maar lopen ho maar.

Lopen? Nee toch? We zijn gisteren al geweest...

Lopen? Nee toch? We zijn gisteren al geweest…

‘Dat is meestal zo bij die hele kleintjes’, zei de oude buurman die we regelmatig tegenkwamen (en van wie Roemer altijd een aai kreeg). Dat stelde me wel enigszins gerust. Ok, dit was ‘normaal’. Maar leuk was anders.
Wat Roemer wél heel leuk vond was het leren van trucjes. Zit, lig, sta, rol, rondje en ‘pootjes op’. En op een gegeven moment ben ik dat maar buiten gaan doen met hem. In het kleine speeltuintje waar hij ook slalom om de paaltjes kon lopen en in het klimhuisje kon klauteren. En na twee dagen liep hij al kwispelend naar de deur als ik zijn riem pakte.
En dat is nog steeds zo. ’s Ochtends zijn brokken met smaak opeten is echter weer een ánder verhaal….

Zijn er nog meer verzoeknummers? Waar zou jíj nou graag eens een blog over lezen? Ik lees je reactie graag.

Read Full Post »

Roemer is inmiddels ruim 4 maanden oud en heeft een rijk scala aan hobby’s: op de sokken van de grijze baas kauwen, aan de voeten van de rode baas liggen als die aan het werk is, achter Pippa aan rennen (door de kamer of de tuin, dat maakt niet uit), met andere hondjes spelen  en door speelhuisjes heen klimmen. Maar zijn allergrootste hobby is en blijft: door het gras rollen. Zodra hij het woord ‘vrij’ gehoord heeft kijkt hij naar de ondergrond tussen zijn pootjes. Is die groen, dan draait hij een kwartslag zodat hij met zijn schouder eerst in het gras terechtkomt. En dan maar rollen. Voor en achterpootjes in de lucht, en als je niet beter zou weten zou je denken dat hij een gelukzalige glimlach om zijn bek heeft. Vaak maakt hij ook tevreden zucht-geluidjes.
Nu ruikt gras best lekker fris, maar helaas ruimt niet élke hondeneigenaar de drollen van zijn of haar troetelkind op. Tel daarbij op dat Roemer pas geleden in de sloot is gerold (of gestapt, ik geef toe: ik keek één seconde de andere kant op) en u begrijpt dat hij niet heel erg fris rook toen hij

Ze zijn iets met me van plan, maar wat....

afgelopen zondag tijdens een wandeling op landgoed Elswout weer kletsnat werd van de regen.
Tijd om dit varkentje…eh: pupje, te wassen. Omdat ik voor mijn puppekind natuurlijk wel het beste wil, heb ik eerst uitgebreid gesnuffeld op de website Winkel voor Dieren. Daar was de keuze snel gemaakt. Net als de meeste tekstschrijvers houdt het roodharige baasje van Roemer wel van flauwe woordgrapjes én ze houdt van mooie en grappige vormgeving. Shampoo van Pet Head moest het dus worden. De ‘Fears for Tears’ variant is volgens de website extra mild en daardoor ideaal voor puppy’s. Bovendien is de fles blauw, past perfect bij een klein jongetje (ook al heeft deze dan 4 pootjes).
Als de fles (zeer snel) arriveert blijkt de shampoo ook heel erg lekker te ruiken: naar groene appel en kiwi. Dat is Roemer met me eens, want als ik hem aan de fles laat snuffelen probeert hij gelijk of zijn hele neus er in past. En als dat niet blijkt te kunnen wil hij de fles in zijn bek nemen. Dat is nu ook weer niet de bedoeling…
Maar het geeft goede moed, en dus neemt vriend de eerstkomende zondag de pup op de schouders en neemt hem mee naar de badkamer. Roemer vind het wel spannend, hij is wel eens boven geweest maar als ik het me goed herinner is dit pas de 5ekeer. En de eerste keer dat hij in de glibberige douchebak staat. Zijn houding en

Hoezo, ik stonk een beetje?

gezichtsuitdrukking (of heet dat snuituitdrukking?) doen me erg denken aan Bambi op het ijs. Maar eng vindt hij het niet. Ook niet als vriend de douchekop pakt. En ook niet als hij die aanzet.
Zelfs niet als hij de vacht van onze viervoeter nat maakt. En ook het inzepen is geen enkel probleem. De badkamer ruikt lekker naar appeltjes en kiwi en hondje knapt er ook van op. Nu zijn vacht zo nat is lijkt hij wel wat op een Beagle zie ik door de lens van de camera.
Het afdrogen vindt Roemer ook een feest, helemaal als we ‘O, wat ben je mooi!’ voor hem gaan zingen: hij begint te kwispelen.
Als ik die avond mijn neus in zijn vacht steek kan ik niet zeggen dat hij nog steeds naar een smoothie ruikt (maar dan kan ook aan mij liggen: ik ben verkouden), maar gewoon puppy ruikt ook lekker. Het valt me wel op dat zijn vacht er heel goed uit ziet en heel erg zacht is.

Altijd al fan geweest van Snoopy en nu lijk ik op een Beagle!

Goedgekeurd dus, deze Pet Head shampoo!

Pet Head Fears for Tears Hondenshampoo €17,95 (plus €2,- verzendkosten)

Inzepen is geen probleem

 

 

Read Full Post »

Als er één hondje het predicaat Happy go lucky  (vrolijk en onbezorgd) verdient, dan is het onze Roemer wel. Met een vrolijke zwaaistaart en een speelgoedje in zijn bek loopt hij menig ochtend door de winkelstraat op weg naar het losloopveldje. Onderweg bewonderende blikken oogstend. “Ach kijk nou, wat een schatje”, hoor ik vaak mensen zeggen die langslopen of -fietsen. Vaak komt er wel een 7- of 8-jarig meisje vragen of ze het hondje even mag aaien. Dat mag altijd want er zijn weinig dingen die Roemer leuker vindt dan geaaid worden door kinderen.
Hij heeft inmiddels geleerd dat hij rustig moet gaan zitten voordat hij door kinderen wordt geaaid, dus dat doet hij dan ook. Maar ook als ik een praatje aan het maken ben met een ander baasje of een buurman of -vrouw komt hij bij die persoon even een aai halen. Een heel vrolijk blij hondje dus dat ook nog bijna nergens bang voor is.
Dit is voor een groot deel te danken aan Cora van Nefoko’s die kosten noch moeite heeft gespaard om Roemer en zijn broertjes en zusje heel goed te socialiseren in de eerste weken van hun leven. Zo heeft ze het hele nestje een paar keer in de fietskar meegenomen naar een winkelcentrum en zijn ze ook eens op het station geweest. Mede daardoor hebben wij nu zo’n lieve sociale hond dat zelfs menig Kooikerliefhebber nog verbaasd staat.

Ze hebben weer iets bedacht hoor...

“Hé, wat een lief Kooikertje!”, horen we vaak. “Wij hebben er ook een, die is wel lief hoor, maar een stuk terughoudender.” En slim zijn ze ook allemaal. En ze hebben ook allemaal zo hun eigen ‘kuren’ die vaak heel vertederend zijn.
Zo vertelde een echtpaar dat ik in de dierenwinkel sprak (Roemer liet zich aan de voeten van de mijnheer op zijn rug vallen om over zijn buik gekriebeld te worden), dat hun Kooikerhondje, als een speeltje op haar pootje was gevallen of het haar op een andere manier pijn had gedaan,  het gedecideerd oppakte en het in de verste hoek van de kamer legde. Alsof ze wilde zeggen: Zó, dáár spelen we voorlopig niet meer mee. Stout speelgoedje.
Aan dat verhaal moest ik gisterenavond met een glimlach van herkenning terugdenken. Er zijn weinig dingen waar Roemer bang voor is, maar we hebben er toch twee ontdekt: die wapperende hoezen om motoren heen (om ze te beschermen tegen de regen) en ‘dingen uit een doosje pakken’.
Dat eerste hebben we ontdekt doordat hij zich schap zet als we op straat een motor met hoes passeren, dat tweede doordat ik gisteren een zoekspelletje met hem deed. Ik had een klein kartonnen doosje en daar stopte ik dan een speeltje in. “Zoek aap!”, zei ik dan. Roemer had hem al snel gevonden, maar “pak hem maar” vond hij nog wel een beetje spannend. Hij pakte aap heel bedachtzaam bij het puntje van zijn staart en tilde hem het doosje uit.
Vriend denkt ‘s avonds dat dat makkelijk op te lossen is en laat Roemer een koekje zien dat hij vervolgens in het doosje legt. “Pak het maar”, zeggen we.

Ja, daar ligt het koekje....

Maar hij blijft vooral heel lang staren naar het doosje en dat geurige koekje dat er in ligt. Dan staat hij op en loopt naar de hoek van de kamer. Hij komt terug met zijn Kong (rubber speeltje waar snoepjes in kunnen) en legt die voor de voeten van vriend. Alsof hij zeggen wil: “Stop het hier maar in, grijze baas. Dat vind ik veel leuker.”

Read Full Post »

Waar ik het heb gezien of gelezen weet ik niet meer, ongetwijfeld in één van de vele tijdschriften die ik maandelijks verslind, maar ergens las ik een artikel over hoe je door het nemen van een hond kunt testen of je vriend een goede vader zou zijn. Of was het in een aflevering van een comedyserie?
Hoe dan ook, dit is absoluut niet de reden van het in huis halen van een pluizenbolletje, maar ik moet er wel vaak aan terugdenken. De komst van een pup lijkt ook in zo veel opzichten op een generale repetitie…
Dat begint al met de voorbereidingen zoals het uitzoeken van het wiegje (vriend Arjo wil een grote, ik een blauwe) en de school (Arjo wil de beste, ik de school met de gunstigste lestijden). En in de weken die volgen hoor ik mezelf zeggen dat de luiers bijna op zijn maar dat de kleine gelukkig bijna zindelijk is.* En als mensen ernaar vragen vertellen we vol trots dat hij al vanaf de tweede nacht doorslaapt. En dat dat zo heerlijk is.
Op diverse plaatsen in huis liggen opvoedkundige werken die er regelmatig even op worden nageslagen en we kijken zo af en toe naar opvoedprogramma’s. Liefst mét de kleine op schoot (die na 10 minuten kijken in slaap valt). Programma’s zonder strenge nanny’s overigens, maar met een jokerige kleine Mexicaan die het vaak heeft over energie en dan vooral de kalme assertieve energie die van de pappa’s en mamma’s verwacht wordt.
Wat natuurlijk ook heel belangrijk is, is op één lijn zitten. Dat lukt gelukkig heel aardig. Over het wel (van mij) of niet (van vriend) op de bank mogen hebben we een compromis kunnen sluiten. Hij mág op de bank, maar alleen op een dekentje en alleen als wij zeggen dat het mag. Wel hoopvol, zo’n generale repetitie waarin we het eens kunnen worden. Maar of je nu ook kunt stellen dat we goede ouders zijn….
Ok, ik laat hem zo veel mogelijk zijn eigen boontjes doppen, til hem niet op als iets eng vindt maar laat hem wel achter mijn benen dekking zoeken zodat hij zich veilig voelt. En als elke goede moeder denk ik stiekem dat mijn kind hoogbegaafd is, maar dat spreekt voor zich. Maar op een

Met Roemer bij Parnassia

doodnormale doordeweekse avond kwam er ineens een kant van mij naar boven die het daglicht niet echt kon verdragen. In het bovenhuis tegenover ons woont een hond die, op z’n zachtst gezegd, niet zo goed opgevoed is. Die hond heeft afgelopen week een kat doodgebeten. En dit enge beest hing half uit het raam naar beneden te staren. Naar míjn hondje.
En toen werd er een soort oermoeder in mij wakker, want van die opvoedprogramma’s wist ik dat dit dominant gedrag is, dit pikte ik niet! Ik ging voor Roemer staan om duidelijk te maken dat hij van mij is en staarde terug naar de grote bruine vechthond. Toen hij een lip optrok, deed ik het ook. En toen hij gromde gromde ik terug. Net zolang tot hij als eerste wegkeek. En toen begonnen Roemer en ik aan ons ‘rondje’.
Halverwege het rondje kwam het besef: ik ben zo’n moeder die verhaal komt halen als haar kind gepest wordt! Ik ben een bemoeizuchtige rotmoeder… Als er ooit mensjes komen bij ons thuis moeten we er ook maar eens een boekje over lezen en misschien zelfs een nanny bellen….

*N.B.: Waar ik wiegje zei moet het bench zijn, waar ik school zei bedoel ik puppycursus en waar ik luiers zei bedoel ik puppypads. Ik zet twee Cesars in.

Read Full Post »

Als ik heel eerlijk ben houd ik niet zo van bos. Eigenlijk helemaal niet zo van natuur. Ja, op National Geographic, want dat maakt geen rommel en het stinkt niet. En het strand, daar doe je me ook een plezier mee. Maar over een paar maandjes komt mijnheer de Kooiker bij ons wonen en die schijnt een voorgeprogrammeerde liefde voor bomen te hebben. En die staan nu eenmaal in een bos (ja, dat heb ik gezien op National Geographic), dus zal ik er aan moeten geloven.
De schrijfster neemt me bij het voorwoord direct voor zich in: ze is eigenlijk ook meer een strandmens en is zich in het bos gaan verdiepen vanwege de vragen van haar kinderen waar ze geen antwoord op wist. Oh gelukkig, een jonge vlotte moeder en geen Nordic-Walker in ANWB-kleding, die Petra de Hamer. En dat blijkt ook al uit de auteursfoto en de vormgeving van het boekje: echt een Mo’Media uitgave: vlot vormgegeven met mooie foto’s en illustraties. Een echt hebbe-boek.
De gids is verdeeld in de volgende hoofdstukken: bosgebieden, slapen, kunst & cultuur, actief, eten & drinken en met kinderen. Dat laatste hoofdstuk had van mij ‘met de hond’ mogen zijn, maar je kan niet alles hebben. Tussen de hoofdstukken lees je interviews met boswachters (m/v!), persoonlijke reportages van weekjes weg en krijg je een spoedcursus boskennis.
Een groot voordeel van deze gids zijn de prijzen die vermeld staan in het hoofdstuk ‘slapen’. In één oogopslag kan ik dus zien of dat leuke hotel of boederijtje een beetje binnen mijn, bescheiden, budget valt. Wat er dan weer niet bij staat is of mijnheer de Kooiker ook welkom is, maar de meeste hotels vermelden dat wel op hun website (zoals Buitenlevenwoning De Boomvalk in Oudemirdum en andere huisjes van Staatsbosbeheer en hotel De Jufferen Lunsingh in Westervelde. De Jufferen willen het alleen wel graag van tevoren weten). En als ik het niet kon vinden, gooide ik er een mailtje tegenaan. En zo kan ik jullie vertellen dat je viervoeter mee mag naar Landgoed Avegoor (alleen op de standaard kamers. Extra kosten: € 15,- per nacht en graag van tevoren melden dat je Fikkie meeneemt). Bij hotel/restaurant Bakker in Vorden zijn honden zelfs van harte welkom. Bovendien is het gelegen op 10 kilometer afstand van boswachterij Ruurlo (van het doolhof inderdaad, maar daar mogen honden dan weer niet in).
Wie weet zijn er nog wel meer logeeradressen waar honden welkom zijn. Ik mail en lees nog even door…. En intussen weet ik dankzij dit boekje ook het verschil tussen een boomklever en een boomkruiper, die zie je dan weer niet op het strand!

ISBN 978905767353
Uitgeverij Mo’Media
Cijfer: 9
Kijk ook op www.het-bos-in.nl
Niet in de gids, maar wel heel leuk (en de hond is er welkom!) www.tzummerhof.nl

Read Full Post »