We gingen op vakantie naar Schotland. Ik verheugde me op de herfst. Het was lang genoeg zomer geweest en ik houd niet zo van warmte en heb een grafhekel aan de barbecue-lucht die wekenlang in de tuin kan hangen als het in Nederland warmer dan 20 graden is.
De eerste week kreeg ik nog niet echt mijn zin: het was warm in Schotland, maar gelukkig koelde het tegen de avond af, dus ik gooide de ramen van onze Bothy open, klaar om de Britse autumn op de te snuiven…. Maar ik deed het raam maar snel weer dicht want het huisje verderop had blijkbaar een houtkachel, die al aan het branden was bij een temperatuur die ik nou zou omschrijven als ‘eindelijk niet te warm meer’.
En ik begrijp het ook niet zo goed. Ik begrijp dat houthakken fijn is, zoals het plukken van fruit en het verzamelen van pokèmon fijn is: je legt een voorraad aan van iets dat een basale levensbehoefte is, en de oermens in je is gerustgesteld. En ik snap dat het kijken naar vuur mooi is, maar…ik zou haast een incapabele politicus willen citeren en zeggen dat je ook een mooie dvd op kunt zetten want het verbranden van hout is niet alleen heel slecht voor de luchtkwaliteit en zèker heel slecht voor de bomen, ik kan me ook niet echt voorstellen dat het ontspannend is. Zodra ik die lucht ruik gaat er in mijn hoofd een alarm af: ER STAAT IETS IN BRAND! Voor mij is het net zo raar als op de bank onder een dekentje gaan zitten en dan een geurkaars aansteken met de naam ‘Je hebt het gas aan laten staan’.
Er staat dus iets in brand en er gaat heel veel fijnstof en CO2 de lucht in. In Nederland wordt 20% van alle fijnstof in de lucht veroorzaakt voor houtkachels. En die fijnstof kan bronchitis en zelfs longkanker veroorzaken. Mijn brein heeft dus gelijk als het in alarm-modus gaat: er staat iets in brand en het is gevaarlijk. Maar hoe krijgen we de oermens in anderen zover dat ze gaan snappen dat vuur gevaarlijk is en bovendien niet meer nodig.
Rare geurkaars
29 september 2023 Door kimindepen
Plaats een reactie