Als mijn moeder nog geleefd had en ik had haar moeten vertellen dat ik naar Gambia zou gaan op vakantie had ik waarschijnlijk een reactie gekregen in de trant van ‘Waarom? En wat ga je daar dan eten? Kun je niet gewoon naar Griekenland ofzo?’
Natuurlijk hád ik gewoon naar Griekenland land gekund, hardstikke mooi en leuk, maar daar verbreed je je horizon niet zo mee. Hoe mooi die witte kerkjes en blauwe baaien ook zijn.
Over wat ik er zou gaan eten hoefde ik niet lang na te denken: Gambia is mango-land bij uitstek, veel traditionele recepten zijn op basis van rijst en daarnaast ligt het aan zee én deelt een flinke rivier het toch al smalle land in tweeën, dus dan weet je één ding zeker: ze hebben er vis.
Eenmaal daar aangekomen bleek dat ik niet alleen maar rijst, vis en fruit hoefde te eten: er waren ook genoeg restaurants waar je vegetarische gerechten kon bestellen en ook salades waarvan de ingrediënten waren gewassen in gefilterd water.
Bij Darboe’s restaurant en Afrikan Queen kun je heerlijke lokale gerechten eten. Bij de eerste hebben ze muntthee op het menu staan en de tweede heeft traditionele Gambiaanse kruidenthee, dus kon ik er ook een keer iets anders drinken dan water.
Zoals ik meestal doe als ik in een hotel slaap, had ik nu ook weer een pak rijstwafels en een potje pindakaas meegenomen, voor het geval het ontbijtbuffet vooral uit brood, vlees en kaas zou bestaan en ik elke ochtend alleen een gekookt eitje zou kunnen eten. Gelukkig viel dat erg mee: je kon er elke dag een omelet of scrambled eggs laten maken, er was volop vers fruit aanwezig (écht vers fruit, niet van die fruitsalade die in een eng goedje is gedrenkt) en in het ‘traditioneel Gambiaans’-hoekje ontdekte ik een enorme schaal havermout. Dus at ik elke ochtend een kom havermout met mango en probeerde ik ook steeds iets anders onbekends uit het ‘Afrikaanse hoekje’.
Op een ochtend stond daar nóg een grote kom met iets erin dat leek op linzen. Maar dan papperiger dan ik ze klaarmaak.
Ik ging aan een ober vragen wat het was. ‘May I ask you something?’
‘You may ask me anything, just don’t ask me if I’m married.’ Grote glimlach.
Hij vertelde dat hetgene dat in de kom zat, het oudste voedsel van Afrika was. Het werd al verbouwd voordat er rijst of couscous was. Hij schepte yoghurt in een kom, deed er wat van het grijze mengsel (dat oudste voedsel) bij en hij zei dat ik er ook nog suiker op kon doen, maar ik eet geen suiker, dus dat deed ik maar niet.
Het smaakte…ehm…best wel gezond. En zoals ik wel vaker doe als ik weet dat ik iets niet op ga eten, probeerde ik het de echtgenoot aan te smeren. ‘Dit is het oudste gewas van Afrika, dit aten ze al voordat ze rijst hadden.’
Hij nam een hap. ‘Nou. Wat zullen ze blij zijn geweest dat ze rijst kregen, zeg.’
Eten in Afrika
30 juni 2017 Door kimindepen
Geef een reactie