Al sinds mijn studietijd verbaast het me dat het in Nederland is toegestaan om aan de Tweede Kamerverkiezingen mee te doen met een politieke partij die standpunten vertegenwoordigt die tegen de grondwet in gaan. Of in Jip-en-Janneketaal: waarom kun je stemmen op partijen die discrimineren?
Op partijen die vrouwen monddood willen maken (SGP), op partijen die een hekel hebben aan iedereen met een recente migratieachtergrond (PVV) of zelfs partijen die rassenzuivering propageren (Forum). Ik snap nog steeds niet dat het mag en dat we het steeds gewoner zijn gaan vinden.
Ik vind het daarom een goede ontwikkeling dat Bij1, de partij van Sylvana Simons steeds meer aandacht krijgt (vooral via sociale media), het enige probleem dat ik namelijk heb met de partij waar ik zelf lid van ben en waar ik ook op ga stemmen, is dat de kandidaten nogal wit zijn.
De mijnheer hier in huis merkte op dat er ook best veel mensen van kleur zijn die op partijen als de PVV stemmen. Ik herinner mij ook een interview met een Marokkaans-Nederlandse mijnheer waarin hij vertelde dat hij op de PVV had gestemd en dat zijn dochters dat ook zouden doen. Waarschijnlijk kwam dit voort uit een idee van ‘ik wil niet bij díe Marokkanen horen, die waar het steevast over gaat in het nieuws. Ik wil niet dat mensen denken dat ik daarbij hoor en ik wil dat er iets aan gedaan wordt zodat het land waar mijn wieg (of die van mijn ouders) stond niet meer synoniem zal zijn met probleemjongeren.’
Ik moest denken aan schilder en graficus Samuel Jessurun de Mesquita, ooit leermeester van Maurits Cornelis Escher. De Mesquita maakte zich niet al te veel zorgen over de invloed van nazi-Duitsland. Want, zo zei hij, de nazi’s hadden een probleem met de Asjkenazische joden (Duitse joden) maar hij was een sefardische jood (van Portugese afkomst), dus ze zouden hem wel met rust laten. Hem bedoelden ze niet.
De Mesquita en zijn vrouw zijn in 1944 in Auschwitz vermoord.
