Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for the ‘Diversen’ Category

Vorige week werd er een wet aangenomen in de Tweede Kamer omtrent de Nederlandse vlag. Die komt voortaan in diezelfde Kamer te hangen. Slechts één partij, de Partij voor de Dieren, stemde tegen. De wet was een initiatief van de SGP, in samenwerking met de PVV.
Of er een vlag in de Tweede Kamer hangt of niet, dat zal me verder (vegetarische) worst wezen, maar ik geef eerlijk toe dat als SGP en PVV iets willen, ik ook geneigd ben om gelijk te denken ‘nee, dank je’.
De SGP was niet blij met het ‘nee’ van de Partij voor de Dieren. ‘Je hebt altijd mensen die niet meegaan in de moderne tijd.’, luidde de kattige reactie van woordvoerder Menno de Bruyne.
Even voor de goede orde: de SGP zijn de reli’s die geen vrouwen toelaten op de kieslijst. En over welke ‘moderne tijd’ hebben we het eigenlijk? De tijd waarin de regeringspartijen (allemaal geleid door witte mannen) er alleen is voor de witte, rijke ‘normale’ Nederlander? De tijd waarin bijna iedereen die vol trots een vlaggetje naast zijn twitternaam zet een extreem-rechtse troll blijkt te zijn? Niet zelden plaatsen die trouwens per ongelijk de vlag van Luxemburg, maar dat terzijde.
Dit is de tijd dat er in het Nederlands parlement woorden gebruikt worden als ‘kopvoddentax’, waarin mensen varkenskoppen plaatsen bij moskeeën en asielzoekerscentra. Dit lijkt me niet de tijd om trots te zijn op Nederland en méér vertoon van nationalisme te willen. De lijkt me de tijd van internationale saamhorigheid. Imagine there’s no countries…
Waar ik dan trots op ben? Op Marianne Thieme. 

Read Full Post »

De echtgenoot en ik hebben een bioscoop-abonnement, dus we zien alles. Nou ja, bijna alles, we trekken toch echt wel een grens bij ‘de emoji-film’, maar deze maand kwamen er twee films uit waar we ons wel op verheugden. ‘The dark tower’ (gezien, best leuk, mooi gefilmd) en ‘The big sick’. Die eerste krijgt volop media-aandacht en er staan meer dan levensgrote kartonnen afbeeldingen van de hoofdrolspelers in de bioscoop (ik zie liever de kant met Idris Elba erop dan wat ik ‘de achterkant’ noem), de tweede moet het met beduidend minder aandacht doen. Het ís dat we een interview met de hoofdrolspeler en bedenker hebben gezien bij The Daily Show, anders hadden we van het bestaan van de film niet af geweten.
Hij draait ook overdag…. Maar daar lieten we ons op een zonnige zondagmiddag niet voor uit het veld slaan: we gingen om 3 uur ’s middags in het donker zitten om te kijken naar het verhaal van comedian Kumail Nanjiani (bekend van de serie Silicon Valley) over de beginperiode van de relatie met zijn vrouw. Om een lang verhaal kort te maken: zij wordt ernstig ziek (voor ons vrij herkenbaar) en er zijn ook wat problemen omdat zij niet Pakistaans is en hij haar zo’n beetje heeft verzwegen voor zijn familie (voor ons minder herkenbaar).
Bovenal was het vooral een mooie film met een geweldig goede cast en een aantal hele leuke grappen. Dus ik zou iedereen adviseren om een dagje te spijbelen en overdag naar de film te gaan. 

Read Full Post »

In Oprah Magazine van Maart stond een artikeltje over spreekwoordelijk geworden vrouwen zoals Calamity Jane (een vrouw die in het Wilde Westen haar laarzen steevast combineerde met een Winchester geweer) en Rosie the Riveter (die de slogan ‘We can do it’ kracht bijzette met haar opgeheven vuist). Toegegeven, het artikel ging vooral over hun stijl van kleden, maar ik ging me afvragen of we hier in Nederland ook vrouwen hebben (gehad) die écht bestonden en spreekwoordelijk geworden zijn.
Toen ik als brugklasser een keer voor de derde keer weer naar beneden kwam nadat mijn ouders en ik gezamenlijk hadden besloten dat het tijd voor mij was om naar boven te gaan (waarschijnlijk lag mijn boek nog beneden, moest ik nog iets hebben uit mijn schooltas en nóg iets…) zei mijn moeder ‘Daar heb je Heintje Davids weer’.
Ik dacht toen dat Heintje Davids iemand was die altijd heel erg treuzelde met naar bed gaan, maar ze hebben het me uitgelegd. Henriette (Heintje) Davids was een variétéartieste (haar broer was Louis Davids) die diverse malen afscheid nam van het theater en dan toch weer een come-back maakte. En zo werd ze de naamgeefster van het Heintje Davids-effect.
Kijk, dat leerde ik niet op school. Overigens heeft ze ook ooit nog oliebollen staan bakken met Boudewijn de Groot, daar lees je alles over in mijn boek De KUNSTcanon van Haarlem….. 

Read Full Post »

Where were you last night? That’s a good question. It was dark. Very dark. And I was in a small space. I could sense that. Some smells were familiar. One of those was the smell of chicken and rice. I Always eat chicken and rice. So there was dinner for me in the small space. That was good.
They were there too; the small one and the tall one. The small one smells nice. A little sweet and green… Of coconut and that warm stuff she drinks. ‘Tea’ she calls it. And apple. She often eats an apple in the morning and gives me a little bit. I like apple.
There were apples in the room too. They were close to the small one. She also had quite a large amount of the good smelling brown stuff I am not allowed to eat. She always has some of that when she drinks tea. I would love to aet that someday but they always scream ‘NO!’ in unison when I come close to it…
We were moving. Had I mentioned that? The small room we were in was moving and it made a lot of noise. A sort of humming. I recognized it. It is the sound the car makes. I go into the car every week. Sometimes twice. The car is the thing that brings me to the forest. But this time we weren’t going to the forest. Or so I thought. Usually we didn’t go when it was dark outside. And it never took such a long time.
So last night, I was in the car. And now? I have woken up in a house. A different house. Other humans had lived here. Other dogs have slept there. There were also other smells I noticed. Smells from outside that crept in.
But before I could determine what those were, they opened the door. I didn’t have to ‘sit’ and they did not get a leash from the coat rack. I was allowed to just go outside. And there they were: all the smells. Green under my paws. Fresh. And all of the smells of the forest, they were here too. Pines and leaves and also the slightly fatty smell of those animals with the soft curly coat. The calm ones. I like them.
I do not know exactly where I am, but it seems to me this is dog heaven! Scan_20151005 (4)h

Writing exercise: write a story with a fixed first sentence.
‘Where were you last night?’

Read Full Post »

De uitdaging: schrijf een verhaal van 55 woorden (inclusief titel) Hier lees je de mijne. Scan_20151005 (4)h

Read Full Post »

Zoals Jan Kruis de rode-kater-strip had, zo heeft de columnist zijn eigen genre voor als het niet helemaal wil lukken: de smoescolumn. De rode draad is meestal deze: de columnist wílde wel achter het bureau gaan zitten maar allerlei duistere krachten werkten tegen. De kat kotste bijvoorbeeld op de mat, of zoonlief had zijn achterste, bij gebrek aan wc-papier afgeveerd met servetjes en er daarbij 20 in de wc pot gedeponeerd die vervolgens na doortrekken overstroomde (natuurlijk niemand minder dan Sylvia Witteman, deze laatste).
Zelf heb ik in het verleden mijn hond een keer laten opschrijven waarom zijn kleine mens geen tijd had gehad om een stukje te tikken, maar dit keer gaat zelfs díe vlieger niet op. Ik heb namelijk wel degelijk tijd gehad, maar het lukte gewoon niet. De column voor vrijdag schrijf ik namelijk meestal op donderdag en ik heb de donderdag deze week een beetje overgeslagen.
Ik werd de hele week al elke ochtend wakker met spierpijn, steeds ergens anders, maandag mijn onderrug, dinsdag mijn benen, woensdag mijn schouders en donderdag op alle bovenstaande plekken én in mijn billen (ja, alleen al in mijn billen zou op heel veel plaatsen zijn geweest, ik weet het). Daarnaast was op woensdagavond de Haarlemmer dan Haarlem-quiz waarbij ik een column voorlas en heel wat blaadjes met antwoorden heb nagekeken. Ik was weer even terug in het onderwijs (voor de volgende edities neem ik een velletje stickers mee).
Het was een hele gezellige en geslaagde avond, maar voor deze Crohnpatiënt is alles wat afwijkt vermoeiend (dat kunnen dus ook léuke dingen zijn) en als ik me dan al niet helemaal fit voel voordat ik eraan begin, wordt deze ‘afwijking’ gevolgd door een dag op de bank.
Ik had overal pijn, spierpijn, maar ook pijn in mijn hoofd, dus een computerscherm kon ik niet velen. Na wat oefeningen op de foamroller voor mijn spieren heb ik me op de bank genesteld met Roemer, Colson Whitehead, Elizabeth Gilbert en Lineke Dijkzeul.
En vandaag? Vandaag heb ik een afspraak met de masseuse dus ik heb goede hoop maandag weer iets te kunnen. Maar niets ‘afwijkends’. 2017-02-10-11-16-29

Toch #vrijdagcolumndag? Hier lees je die van de afgelopen weken. 

Read Full Post »

Het jaar loopt op z’n einde (gelukkig maar, dan houden we hopelijk nog wat muzikanten over…), dus overal is het tijd voor jaaroverzichten. Die van mij wil ik jullie natuurlijk niet onthouden, dus bij dezen de top 10 van meestgelezen blogposts van 2016. Ik ben benieuwd welke jullie favoriet is.

1. Vier-en-halve kilometer

2. Echt goed ziek

3. Terugbellen

4. Zwarte bonen in je brownie 

5.Echt goed ziek #2

6. sociaal lastig

7. Begrijpend lezen 

8. verstopt 

9.By..de deur

10. Bloemschikken  Scan_20151005 (4)klkrev2l

Read Full Post »

Ik herinner me Sint Maarten. Na school in de namiddag naar mijn oma. De op school geknutselde lampion nam ik nooit mee, ik koos altijd de grote ronde maan met het blije gele gezicht en de blauwe zijkanten met sterren erop.
Mijn nichtjes kwamen later. In Leiden wordt geen Sint Maarten gevierd dus kwamen ze ook naar oma. Terwijl oma en mamma boerenkool koken en de tafel dekken leer ik mijn nichtjes snel de liedjes die we straks zingen moeten. Ze willen alleen de korte liedjes leren. Met korte liedjes kunnen we meer deuren langs in dezelfde tijd en dus meer snoep ophalen. Maar ik wil liever de mooie, lange liedjes zingen die ik op school heb geleerd. Ik vind het zingen eigenlijk belangrijker dan het snoep.
Hoewel mamma precies hetzelfde recept gebruikt als oma is de boerenkool van oma toch altijd het allerlekkerst. Dat vind mamma zelf ook. Op het servies van oma staat een mijnheer die vis verkoopt aan drie sjieke mevrouwen met mooie hoedjes en parasols. Als onze borden bijna leeg zijn kiezen mijn nichtjes en ik weer welke we het liefst willen zijn. Ik mag die met de mooie donkere knot zijn want mijn haar is het langst en het donkerst.
Het regent. Het regent altijd met Sint Maarten. Dat hoort erbij, net als de boerenkool. Er is een foto, van een paar jaar geleden, waarop mijn moeder en mijn tante hier in de gang staan. Ze moeten heel erg lachen omdat een lampion zo doorweekt was dat hij, toen we net weer terug waren, van het stokje af was gedropen.
Bij één huis mag ik het lange liedje zingen van mijn nichtjes. De mensen van het huis vinden het zo mooi dat ze vragen of ik het nóg een keer wil zingen. Dat wil ik wel, ik hou ervan als mensen stil zijn en naar me luisteren. Mijn nichtjes vinden het daarna wel mooi geweest en willen alleen nog maar de korte liedjes.
Als we weer terug komen bij het huis van oma, die het druk heeft gehad omdat er heel veel kinderen hebben aangebeld, hebben we ieder een plastic tas vol met ‘buit’. Mijn tas is van de Bijenkorf, daar werkt pappa. We keren onze tassen om op tafel om te kijken wat we allemaal hebben. Mijn nichtjes halen de mandarijntjes eruit. Die hoeven ze niet. Ik wel. We ruilen ze: mandarijntjes voor mini-marsjes. ‘Nee joh, gekkie!’, zegt mamma. Maar ik snap niet waarom niet. Mandarijntjes zijn lekker. Oma lacht, zij houdt ook meer van fruit dan van marsjes. Scan_20151005 (4)h

Dat herinner ik me van Sint Maarten in 1988

Read Full Post »

Ik herinner me, Franse les, maandagochtend het eerste uur. Half negen tot tien over negen. L’anfer c’est les autres, la biciclette blue, le monte-charge.
Voor me zit Menno, die ik het liefst nooit meer zou zien, maar ik vrijdagmiddag bij toneelrepetitie weer tegen zal komen. Naast me zit Mujde met wie ik ’s morgens naar school fiets als we om dezelfde tijd beginnen. Zij heeft nog wel ‘eco’, ik niet meer, maar Frans hebben we allebei. Aan mijn linkerkant kijk ik uit op een plein vol fietsen.
Als de grote wijzer van mijn bruine Esprit-horloge richting de 9 kruipt is mijn blik gericht op het grijze metalen schuifhek. Ergens in de komende vijf minuten zal die open moeten schuiven voor een zwarte, rammelende mountainbike met gele letters op het frame. Te klein voor de bijna 1 meter 90 grote gestalte die over het frame gebogen zit. Een dikke lok lichtblond haar, zwarte rugzak over één schouder.
Ik weet nog hoe het voelde als ik hem het plein op zag fietsen. Mijn ogen volgen hem. Ik weet precies welke bochten hij zal nemen tussen de rijen fietsen door. Het is maar goed dat ik het raam uit kijk want ik kan de glimlach op mijn gezicht niet verbergen. Een pokerface had ik toen ook al niet, al wisten we toen nog niet wat dat betekende.
Hij is er. Dus dat betekent dat ik ergens tijdens het derde uur bij Duits, als ik achteromkijk, zijn lach zie, met dat éne scheve hoektandje. Die lach zal ik twee jaar later terugzien in de film Good Will Hunting.
Voor het zesde uur, na de pauze, zal hij me zoenen in de gang voor het scheikundelokaal, waar hij denkt dat niemand het ziet. En daarna fietsen we naar mijn huis, waar er verder niemand thuis is en maken we huiswerk (Duitse woorden kon hij niet onthouden, de boerderij waar we zouden gaan wonen in mijn agenda tekenen des te beter) en drinken we kersencola.
Ik herinner me een grofgebreide zwarte trui (nee hij is donkerblauw, nee zwart, nee donkerblauw), een radiografisch bestuurbare eend, een klein tekeningetje in mijn agenda ‘verdwaald varkentje van de boerderij’ en hoe ik daar om moest lachen. Ik herinner me hoe hij de auto van zijn ouders waste, maar dat het stiekem moest omdat zijn broertje dat eigenlijk al gedaan had, maar niet goed genoeg. En ik herinner me dat zijn moeder me vertelde dat hij, op de vooravond van mijn toneeluitvoering door hun woonkamer ijsbeerde en zei ‘Als ze maar niet met hem gaat zoenen op het toneel. Dat zou ik echt stom vinden.’

Dat is wat ik me herinner van de maandagen in 1995 Scan_20151005 (4)h

Read Full Post »

Ik bel de mondhygiënist nog een keer omdat bij het maken van de afspraak de man zo warrig overkwam dat ik even zeker wil weten dat ik morgen niet voor niets kom. Helaas krijg ik dezelfde vermoeiende man aan de telefoon. Een typisch voorbeeld van iemand die druk ís.
‘Ja het staat erop’, morgen om 3 uur. Je kan ook eerder komen.
‘Nee.’
‘Om half 11’
‘Nee’
‘Of om kwart over 1.’
‘Nee’.
‘Je wil deze tijd aanhouden?’
‘Ja, eerder kan ik niet want ik wil eerst sporten en dan rustig eten en mijn tanden poetsen.’
‘Maar dan kan je wel om kwart over 1.’
‘Nee.’

Het bewijs is er: sommige mannen kunnen het woord ‘nee’ echt niet horen. Ik hoop dat de medische wetenschap hier snel een oplossing voor vindt want ik vindt zulke gesprekken doodvermoeiend en eerlijk gezegd ook een beetje beledigend.Scan_20151005 (4)h

Read Full Post »

Older Posts »