Eén van de beste nieuwe woorden in de Zweedse taal is flygskam: vliegschaamte. De term is bekend sinds 2018 en heeft ervoor gezorgd dat mensen kritisch naar hun vlieggedrag zijn gaan kijken. Zo maar even op een neer vliegen voor een weekendje city-trip is niet meer en vogue maar asociaal. Tenminste, voor een groot deel van de Zweden, menig Instagram-influencer schaamt zich nergens voor.
Daar moest ik gisteren aan denken toen de mijnheer die hier in huis woont zei ‘Ik heb een beetje last van airco-schaamte’. Op zich een logische zin, maar in ons geval niet echt heel erg noodzakelijk. We wonen namelijk in een oud arbeidershuisje dat bij hoge temperaturen flink opwarmt. Vooral in de slaapkamer omdat de zon in de avond op de achterkant van het huis staat (en hitte sowieso opstijgt). Daarnaast komt het ook nogal vaak voor dat buren, op het moment dat we alle ramen open willen zetten om de boel door te luchten, de hele wijk in spiritus-stank onderdompelen, lichaamsdelen roosteren of een vuurkorf aansteken (terwijl het nog steeds 20 graden is buiten). Ten einde raad hebben we een jaar geleden dus maar een kleine airconditioner gekocht. De keren wat de die gebruikt hebben kunnen op één hand van een vuurwerkstunter geteld worden, maar deze week waren we toch blij dat we ‘m hadden want zónder hadden we moeten proberen om te slapen in een kamer waar het 30 graden was. En ik houd niet van Bikram-yoga. Of warmte.
De dag erna was het buiten een stuk koeler maar in onze woonkamer nog steeds 27,5 graad, dus zette de mijnheer de airconditioner in de woonkamer aan het werk. En kreeg last van schaamte.
Nu ben ik er helemaal voor om de airconditioner te gebruiken als een hamer in de trein: alleen in geval van nood. Wel zo verstandig want het gebruik is nou niet echt klimaatneutraal en dan beland je in een vicieuze cirkel: door het gebruik van die dingen versnelt de opwarming van de aarde, waardoor meer mensen een airconditioner willen, enzovoorts.
Maar ik weiger om me schuldig te voelen over die drie keer per jaar dat wij ‘m gebruiken zolang men in New York in de zomer elke binnenruimte steevast 10 graden kouder dan buiten ‘conditioned’. Zeer onaangenaam en belachelijk. Helaas kan men er in Nederland ook iets van. Ik winkel graag bij De Tuinen voor biologische thee en nacho-chips, maar niet als het buiten tegen de 30 graden is. Ze hebben daar namelijk de nare gewoonte om het binnen ijskoud te maken terwijl het pand totaal deurloos is. De hele pui is dus open en de airconditioning moet een poolklimaat bewerkstelligen. Absurd. En ik maar biologisch kopen voor het milieu.
Wij, kinderen van de jaren ’80, hebben ingepeperd gekregen dat een beter milieu bij onszelf begint. En op zich is het goed, die vliegschaamte en aircoschaamte (ik hoop nog op barbecue-schaamte en vuurkorf-gêne), maar dat betere milieu zou ook gebaat zijn bij grotere stappen. Een voorgevel in alle panden van De Tuinen (zoals de supermarkten nu ook hebben bij hun koelvak) en een 12-stappenplan voor Verenigde Statenaren met airco-addictie.

Geef een reactie