Sinds het succes van de romans van Lucinda Riley is het een beproefd recept: twee verhaallijnen met een vrouwelijke hoofdpersoon, de één in het heden, de andere in het verleden die tegen het einde van het boek met elkaar verweven blijken, vaak door middel van een familieband. Het is niet echt origineel te noemen (maar dat zijn de meeste detectives ook niet) maar het levert comfortabele boeken op die ook zeer goed te genieten zijn voor de minder geoefende lezers. En vaak steek je er als lezer ongemerkt nog iets van op.
Harriet is een weduwe die toe moet geven dat haar dochter gelijk heeft: het huis waarin ze nu woont is te groot voor haar alleen. Dochter Sally stelt voor om samen stukje bij beetje de zolder op te ruimen omdat Harriet niet alles mee zal kunnen nemen naar een nieuw, kleiner, huis. Voor Sally is het ook een goede afleiding want haar zoontje ondergaat behandelingen voor leukemie en opruimen is beter dan piekeren.
Op zolder vinden ze een scheepskist die nog van Harriet’s oma is geweest: zij werkte als stewardess op oceaanlijners. In de kist ligt, naast een stapeltje oude uniformen, een foto waarop drie jonge vrouwen staan. Achterop staat geschreven ‘De drie zusjes Higgins, 1911’. Harriet wist wel dat haar oma een zusje had dat jong was overleden, maar dat er dríe zusjes waren is nieuw voor haar.
De hoofdstukken over Harriet worden afgewisseld met die over Emma die opgroeit in de jaren ’10 van de 20e eeuw. Al van jongs af aan is ze dol op schepen en varen. Als ze oud genoeg is monstert ze aan op de Olympic om als stewardess te gaan werken. Het is hard werken maar ze heeft het er enorm naar haar zin.
Degene die de achterflap van het boek heeft geschreven lijkt het helemaal niet gelezen te hebben: ‘Emma mag mee op het mooiste schip dat ooit gebouwd is, de Titanic’, maar ze wil helemaal niet mee met de Titanic. Ze wilde weer aanmonsteren op het schip waar ze al eerder op had gewerkt, maar haar koppige zusje Ruby wilde per sé op het nieuwe, luxere schip werken. En Emma had hun moeder beloofd dat ze op haar zusje zou passen. De enige manier om dat te doen was zich ook opgeven voor de maiden voyage van dat nieuwe schip dat niet zou kunnen zinken…
‘De verloren zus’ is een mooie feelgoodroman over zussen, nieuwe kansen en onverwachte happy endings. Het verhaal is wat voorspelbaar (nee, ik bedoel niet dat ik wist dat het schip zou zinken) maar in het verleden zit nog een onverwachte twist. De enige echte fout die erin zit is gemaakt door de vertaler die op pagina 27 schrijft: ‘Emma hoorde twee mannen wensen ‘dat ze eens zouden opschieten en de arbeidsvoorwaarden zouden voorlezen, zodat we naar huis kunnen voor de thee’. Die mannen hoeven echt niet naar huis voor een kop thee, die valt in de haven ook wel te krijgen (builder’s tea natuurlijk, geen earl grey), ze willen naar huis voor hun tea, hun warme prak. Voor hun beans on toast of hun bangers and mash. Thee kun je overal in Engeland wel kregen maar your tea eet je thuis.

Geef een reactie