Er zijn best een boel mensen die ‘iets van honden weten’ maar weinigen hebben zo veel ervaring met het werken met honden als Jeroen Oomen. Als veertienjarige mocht hij al aan het werk als trainer. Inmiddels heeft hij ervaring met het trainen van politiehonden, hulphonden en helpt hij bij probleemgevend gedrag. Er staat in mijn tekstverwerker een rood kringeltje onder het woord, maar ik vind het mooi gekozen van Jeroen. Hij schrijft dat hij het expres geen probleemgedrag noemt omdat de hond het vaak niet als een probleem ziet en dat het pas in bepaalde situaties problemen geeft. Een bodercollie die auto’s bij elkaar gaat drijven gedraagt zich namelijk naar zijn natuur maar het is wel gevaarlijk, dus geeft het een probleem.
In zijn nieuwe boek ‘Hond in Huis’ deelt Jeroen de tien belangrijkste lessen die hij heeft geleerd in al zijn jaren als honden- en mensencoach. Hij doet dit aan de hand van tien cases, of beter gezegd: tien honden. Tien honden die hem iets geleerd hebben.
Omdat Jeroen al zo lang meedraait in ‘de hondenwereld’ heeft hij ook de tijd meegemaakt waarin je angsten van een hond moest negeren en vooral veel ‘foei’ moest roepen (de manier waarop mijn achterbuurman nog steeds denkt dat hij met zijn hondje om moet gaan) Gelukkig is hij het daar niet mee eens. Hij schrijft dat het beter is om samen met je hond te onderzoeken. Dus is je hond bang voor een rolcontainer, ga dan even op je hurken zitten en kijk er sámen naar. Ondersteun de pup door te weten dat je er bent.
Het deed me denken aan de tijd waarin Roemer nog een pup was en we op één van onze wandelingen een Doberban tegenkwamen. Dat wil zeggen, op de smalle stoep van deze arbeidersbuurt had iemand een stenen Doberman naast de deur gezet alsof ze in een landhuis met een riante oprit woonden. Maar dat deden ze dus niet dus de halve stoep werd in beslag genomen. En Roemer zag het verschil niet tussen ‘echt’ en ‘nep’, dat hadden we al ondervonden toen hij voor de deur van een kaaswinkel onder het staartje van een stenen geitje had staan snuffelen.
Dus puppy Roemer ging vol in de remmen toen hij de Doberman in de smiezen kreeg. Ik snapte zijn probleem en ik wist dat ‘negeren van de angst’ betekende dat ik hem er gewoon langs moest sleuren maar dat vond ik absurd. Dus liet ik hem zitten waar hij zat en stapte ik langzaamaan wat dichter naar het beeld toe totdat ik uiteindelijk een stenen hond stond te aaien. Daarna liep ik weer dichter naar Roemer toe die op me af kwam lopen en samen met mij nu wel langs de hond durfde te lopen.
Ik had in geen enkel boekje gelezen dat dit ook een optie was maar het leek me logisch. Gelukkig weet ik nu dat één van de meest ervaren hondencoaches van Nederland het met me eens zou zijn. Roemer zou ‘Hond in Huis’ dus aanraden voor alle mensen die van honden houden.

Geef een reactie